Kankerbehandeling
Wie als kind kanker had, belandt later twee keer zo vaak in het ziekenhuis
Kankerbehandeling bij kinderen leidt vaak tot gezondheidsproblemen op latere leeftijd. Nu blijkt dat genezen oud-patiënten twee keer zo vaak in het ziekenhuis opgenomen worden dan andere Nederlanders.
Wie als kind kanker heeft gehad, heeft later in het leven een twee keer zo hoge kans om in het ziekenhuis opgenomen te worden. Dat blijkt uit een studie onder ruim 5500 Nederlanders die als kind (tussen 1963 en 2002) kanker overleefden. Het is volgens promovenda en kinderarts in opleiding Nina Streefkerk voor het eerst dat in Nederland bij zoveel oud-patiënten is gekeken naar hoe vaak ze worden opgenomen, en met welke diagnose.
Streefkerk vergeleek hun medische gegevens met die van ruim 100.000 mensen die geen kanker hebben gehad. In een willekeurig jaar zijn er in de groep oud-kankerpatiënten ongeveer 178 opnames per 1000 mensen. Bij de controlegroep zijn dat er ongeveer 78 per 1000.
Dat het risico op bepaalde aandoeningen groter is na een kankerbehandeling op kinderleeftijd, was al bekend. De therapie is er vaak op gericht om snel delende (tumor)cellen stuk te maken. Omdat kinderen in de groei zijn, hebben ze ook veel andere snel delende cellen, die daaronder lijden. Bovendien hebben ze nog een leven voor zich, waardoor de kans groter is dat vroeg of laat gevolgen van de behandeling opduiken.
Vaker hormoonproblemen en nieuwe tumoren
Vooral aandoeningen aan het hormoonstelsel komen vaker voor, zo blijkt uit de studie, die onderdeel is van een groter landelijk onderzoek geleid door het Prinses Máxima Centrum. Soms valt op latere leeftijd bijvoorbeeld de schildklier uit, wat kan leiden tot vermoeidheid, gewichtstoename en allerlei andere klachten. Ook krijgen overlevenden van kinderkanker relatief vaak nieuwe tumoren, al is volgens de onderzoeker niet zeker dat dat een gevolg is van de behandeling. Ook aanleg zou een rol kunnen spelen.
Wie kanker overleeft, komt ten slotte ook vaker in het ziekenhuis zonder dat artsen een diagnose kunnen stellen. Hoe dat komt, moet nader onderzocht worden, zegt Streefkerk. Mogelijk is een deel van de opnames niet nodig. “Het zou kunnen dat deze groep patiënten of hun zorgverleners zich eerder ongerust maken, of dat bij artsen soms de expertise ontbreekt om de juiste diagnose te stellen bij deze groep.”
De kinderarts in opleiding adviseert artsen om vaker het Prinses Máxima Centrum in Utrecht te raadplegen. Dat is niet alleen gespecialiseerd in de behandeling van kanker bij kinderen, maar ook in de latere effecten daarvan bij volwassenen. Jaarlijks krijgen rond de 550 kinderen de diagnose kanker. De vijfjaarsoverlevingskans is de afgelopen decennia flink toegenomen, en ligt nu rond de 80 procent.
Waarschijnlijk is de schade kleiner bij jongere patiënten
De behandeling van kanker bij kinderen is door de jaren heen veel nauwkeuriger geworden. “In de jaren zestig werd soms de hele schedel bestraald”, zegt Streefkerk. Ook bij veel chemotherapie is de dosis door de jaren heen vaak verlaagd. Waarschijnlijk ervaren jongere generaties oud-patiënten minder nadelige effecten dan oudere, maar dat is in deze studie niet vastgesteld, daarvoor zijn de groepen per generatie te klein.
Streefkerk hoopt dat haar onderzoek artsen kan helpen om bepaalde late effecten van kinderkanker tijdig te herkennen, en de behandeling van kinderen met kanker te verbeteren. De ene therapie leidt namelijk tot meer late effecten dan de andere. “Het zou mooi zijn als we vooraf precies kunnen voorspellen welke groep bij welke therapie rekening moet houden met bijvoorbeeld hartfalen op latere leeftijd.”
Lees ook:
De overlevingskans bij zeldzame kankersoorten moet omhoog, maar hoe?
De overlevingskansen liggen bij zeldzame kankersoorten aanzienlijk lager dan bij gangbare kankers. Hoe komt dat?