Het Consult
Wat doe je als je geen klik hebt met je therapeut?
Je voelt je depressief en hebt besloten om in therapie te gaan. Na maanden op de wachtlijst zit je tegenover een psycholoog, met wie het niet klikt. Wat nu?
Al meer dan een half jaar voel je je somber en lusteloos, je komt alleen nog buiten om boodschappen te doen. Dat je met je vriendinnen op stap ging, is lang geleden. Waar de zwaarmoedigheid vandaan komt, weet je niet precies. Je besluit om een therapeut in de arm te nemen.
Na vijf maanden op de wachtlijst, je bent inmiddels gestopt met je studie, tref je een psycholoog met wie het niet lekker loopt. Tussen de regels door klinkt soms een vrouwonvriendelijke toon, de therapeut blijkt te sympathiseren met een politieke partij die ver van je afstaat. Zoek je een andere therapeut, of leg je je onvrede op tafel?
Therapeuten spreken niet over een klik maar over de “kwaliteit van de relatie”, zegt psychiater Rien Van, tevens directeur behandelzaken van het NPI, een instituut gespecialiseerd in persoonlijkheidsstoornissen. “Die relatie is goed, als een patiënt zich op z’n gemak voelt, de behandelaar vertrouwt, en als beiden hetzelfde doel voor ogen hebben. De therapie moet verandering teweegbrengen, in het denken, de gevoelswereld of in de omgang met anderen. Dat kan de weg vrijmaken voor meer geluk of een liefde, maar dat is niet het eerste doel.”
Of het klikt, blijkt vaak al snel. “Soms al bij de begroeting, maar meestal in de eerste sessies.”
Stroef contact kan ook veelzeggend zijn
En ja, een hechte band met de therapeut is belangrijk, essentieel zelfs voor het herstel, zegt Van. “Daarbij maakt het niet uit of je jarenlang in behandeling bent voor persoonlijkheidsstoornissen of in tien sessies van je straatvrees af wil. Als het contact stroef loopt, kan dat overigens ook veelzeggend zijn. En juist een reden om er dieper op in te gaan, zeker als de patiënt dat ook met vrienden en familie ervaart. Dan is het een patroon en kan het helpen om daar meer zicht op te krijgen.”
Is de kans op een klik groter met een therapeut van dezelfde leeftijd of sekse? Daar zijn geen aanwijzingen voor, zegt Van. “Waar het om gaat is dat je je kunt inleven in de wereld van de patiënt. Al kan een jonge therapeut zich misschien meer voorstellen bij de spanning die sociale media kunnen oproepen. Een behandelaar met meer ervaring legt daarentegen de vinger eerder op de zere plek. Er zijn geen statistieken over hoe vaak het niet klikt, wel over dropouts. Gemiddeld haakt een op de vijf patiënten af.”
Bij vrouwonvriendelijke of politiek gekleurde opmerkingen raadt Van patiënten aan om die te bespreken. “Ik kan me goed voorstellen dat je je daar ongemakkelijk bij kunt voelen. Maar misschien is de opmerking anders bedoeld dan die overkomt of blijkt het een slip of the tongue. In de opleiding leren therapeuten om een dreigende breuk, zoals we dat noemen, te herstellen.”
Ook leren ze dat hun opvattingen over maatschappelijke kwesties of de politiek er in de spreekkamer niet toe doen. “Ze hoeven zich niet als een robot te gedragen en mogen gerust een mening hebben over iets wat de patiënt heeft meegemaakt. Maar dan wel liefst expliciet, niet tussen de regels door. En als je als therapeut op de kieslijst van een politieke partij staat, om maar eens wat te noemen, dan zou ik dat therapeut op de website vermelden, zodat patiënten dat van tevoren weten.”
In Het Consult beantwoorden experts wekelijks gezondheidsvragen van lezers. Ook een gezondheidsvraag? Stuur een mailtje naar gezondheid@trouw.nl.