Voeding
Waarom artsen in opleiding meer moeten leren over gezond eten. ‘Nu speelt voeding nauwelijks een rol’
Vanaf komend studiejaar werken studenten geneeskunde en studenten voeding en gezondheid samen aan een project, zodat ze van elkaar kunnen leren.
De medische wereld gaat traditiegetrouw vooral over mensen beter maken. De laatste jaren verschuift de balans echter meer naar de vraag hoe je mensen gezond houdt. Door gezond te eten, is een deel van het antwoord. Artsen, vooral huisartsen, kunnen daar een grotere rol in spelen.
Daarom zoeken studenten geneeskunde van de Universiteit Utrecht en studenten voeding en gezondheid van de Wageningen Universiteit elkaar volgend studiejaar op voor gezamenlijke projecten. “Zo proberen wij artsen nog bewuster te maken van de invloed van voeding”, zegt Rolf Marteijn, opleidingsdirecteur voeding en gezondheid van de Wageningen Universiteit.
Hij ziet vooral een rol voor de huisarts omdat die het eerste aanspreekpunt is voor mensen met klachten. “We willen van de huisarts geen halve voedingsdeskundige maken”, zegt Marteijn. “Maar nu speelt voeding nauwelijks een rol in de opleiding. Door dat te veranderen, met samenwerking, zorgen we ervoor dat studenten voeding als onderdeel van gezondheid gaan beschouwen.”
De huisarts als alleskunner
Marteijn vindt niet dat huisartsen nu tekortschieten als het om voeding gaat. “We vragen al veel van ze. Een huisarts moet al een halve geriater zijn, en sporters goed kunnen adviseren, moet vage klachten kunnen herkennen en tegelijkertijd niet te veel doorverwijzen naar het ziekenhuis vanwege de kosten. Toch, om bij voedingsvraagstukken voldoende boven de materie te staan, is meer nodig dan een paar uur bijscholing.”
De gezamenlijke projecten van de studenten uit Utrecht en Wageningen gaan komend studiejaar van start. Dit jaar draaien de universiteiten al proef. De studenten vormen groepjes en zoeken gezamenlijk vanuit hun verschillende opleidingen en kennis naar een oplossing voor een probleem waar een patiënt mee worstelt, legt de 23-jarige student geneeskunde Evy Reinders uit. “De uitdaging van mijn groepje is het helpen van een jongetje dat veel last heeft van zijn ADHD. Bij ADHD zijn veel leefstijlfactoren van belang. Voeding en slaap bijvoorbeeld. Daarnaast zijn er problemen met medicatieresistentie en medicatierebound. Dat wil zeggen: onrust vlak voordat de volgende dosis ingenomen moet worden.”
Een oplossing heeft het groepje van Reinders nog niet gevonden. Aanvankelijk dacht zij aan voeding, maar na gesprekken met de moeder van de jongen blijkt hij een dusdanig moeilijke eter dat een oplossing daarin lastig haalbaar is. Dat kan dus ook de uitkomst zijn, dat de oplossing niet in voeding zit.
Kijken naar hoe alles als een systeem samenwerkt
“De meerwaarde zit hem vooral in meer holistisch kijken, meer samenwerken tussen disciplines”, zegt Reinders. “In de geneeskunde hebben we superspecialisten die alles weten op hun eigen gebied. Nu komt er meer aandacht voor hoe alles als een systeem samenwerkt, hoe bijvoorbeeld voeding, slaap, stress en beweging invloed hebben op ziektes.”
Reinders denkt dat in de nabije toekomst de rol van de arts gaat veranderen. Diagnoses stellen en de daarbij behorende behandeling vinden wordt steeds meer een taak voor algoritmen, denkt ze. “Dan is het aan de arts zelf om wat meer boven de getallen te staan. De arts kijkt naar wat een aandoening met de patiënt doet en welke ingrepen nodig zijn om het leven van de patiënt zo dragelijk mogelijk te maken.”
En daar speelt voeding dan weer een rol in. Want met gezonder eten, genees je weliswaar geen kanker, zegt Marteijn. “Maar je kunt na een succesvolle behandeling wel de kans verkleinen dat kanker terugkomt. Daarbij zorgt een gezond eetpatroon sowieso al voor een lagere kans op bijvoorbeeld dikkedarmkanker.”
Lees ook:
Is een obesitasmedicijn de oplossing voor mensen met ernstig overgewicht?
Voor het eerst is er een middel tegen obesitas dat in Nederland wordt vergoed. Is dat de oplossing tegen overgewicht?