Mbo-stagiaires Mike en Isaura zagen met eigen ogen wat voor impact de coronacrisis had op een zorginstelling in Purmerend. De studenten werkten zich in korte tijd in, en zijn inmiddels onmisbaar.
Mike van de Brink – strakke spijkerbroek, witte hoodie, gel in het haar, vrolijke oogopslag en gespierde borstkas – is niet het type dat graag op de voorgrond treedt. Hij kijkt liever de kat uit de boom, observeert zorgvuldig met zijn handen op zijn rug, zijn hoofd iets naar voren gebogen. Hij heeft niet de behoefte om zich direct te bemoeien met de behandelingen van patiënten.
Het is deze verlegen mbo-student met wie Heshu Raouf kennismaakt als Mike met zijn stage begint op de revalidatie-afdeling van De Zorgcirkel in Purmerend. De Zorgcirkel is specialist in ouderenzorg, -behandeling en -revalidatie. “Van andere collega’s kreeg ik al te horen dat hij wat teruggetrokken was, dat je hem bij het proces moest betrekken”, zegt Raouf, verpleegkundige en Mike’s begeleider.
Het is dan begin maart, nog voor de lockdown, maar corona sijpelt het land dan al binnen. Ook op de revalidatie-afdeling van De Zorgcirkel. Beschermingsmiddelen zijn er wel, maar worden niet intensief gebruikt. Corona was er toen al, bleek later. “We dachten eerst aan longontsteking bij patiënten die ziek werden.” Verpleegkundige Raouf wordt ook ziek; hoge koorts, benauwd. Ze wordt getest: Covid-19. Raouf is drie weken uit de roulatie en ligt één dag in het ziekenhuis.
Ondertussen werkt Mike door. Corona maakt indruk op de 19-jarige student verpleegkunde aan het Regio College in Purmerend. “Het was heel heftig”, herinnert hij zich. “Mensen die eerst nog konden lopen, werden van het ene op het andere moment benauwd en belandden in een rolstoel.”
De Zorgcirkel en de zusterorganisaties richten een aparte Covid-19-unit in, waar besmette patiënten worden behandeld. Onder het personeel is er dan discussie over de mbo-stagiaires: moet je ze wel of niet inzetten bij zo’n crisis? “Ze zijn jong, hebben weinig ervaring en lopen maar twee dagen per week stage”, vat Raouf het dilemma samen. Moet je ze dan voor de leeuwen gooien, vragen de medewerkers zich af, die zelf ook nog nooit een pandemie hebben meegemaakt. Anderzijds: het is een ideale manier om ervaring op te doen. “En het is onderdeel van de zorg: je komt in situaties terecht die niet alledaags zijn”, zegt Raouf.
Mike gedijt goed in zo’n omgeving vol adrenaline
Dat laatste geeft de doorslag. De twee mbo-stagiaires gaan meedraaien, ook op de aparte corona-afdeling. Mike bloeit op. Hij gedijt goed in zo’n omgeving vol adrenaline. “Ik houd wel van af en toe een stressmoment.” In vol ornaat – voorzien van mondkapje, schort en spatbril – mag Mike de afdeling betreden. Hij helpt de verpleegkundigen met de ochtendzorg en maakt een praatje met patiënten die vrijwel niemand mogen zien.
Als Raouf na drie weken terugkeert op de afdeling, herkent ze Mike niet meer terug. “Hij stapt op me af, betrekt me erbij en legt mij van alles uit. Die verlegen Mike zet mij aan het werk en stelt me gerust.” Als een vis in het water, zo voelt de mbo-student zich. “Hij was ineens zo actief, zo zelfverzekerd. Hij wast de cliënten, kleedt ze aan, voert controles uit en ga zo maar door.”
De coronacrisis legt een tweedeling bloot binnen het middelbaar beroepsonderwijs. Enerzijds hebben mbo-studenten die kozen voor richtingen als horeca, veiligheid of toerisme, het zwaar. Stages in restaurants of op een vakantiepark gaan niet door, of worden voortijdig afgebroken. In totaal zouden 13.000 mbo’ers geen stageplek hebben door de coronacrisis en het aantal studenten dat begon bij een werkgever daalde met 56 procent ten opzichte van vorig jaar.
Anderzijds maken zorginstellingen juist dankbaar gebruik van de mbo’ers. “Deze crisis maakt eens te meer duidelijk dat het mbo opleidt voor vitale beroepen”, zegt waarnemend voorzitter van de MBO Raad Frank van Hout.
“Dat hebben we in de zorg het meest gemerkt. Het leverde soms ingewikkelde situaties op”, zegt Van Hout. Sommige zorginstellingen deden een dermate groot beroep op de stagiaires dat zij moesten kiezen tussen school en de praktijk. “De meesten kozen voor de praktijk. Het geeft aan hoe gedreven ze zijn.”
Die keuze hoefden Mike en zijn studiegenoot Isaura Janssens, die ook bij De Zorgcirkel stage loopt, niet te maken. Wel kregen ze allebei een contract aangeboden om tijdens de weekenden mee te helpen.
Van Hout ziet er een trend in. “We zien dat bij meer zorginstellingen.” Soms gaat het zelfs zover dat het werk in de plaats van de stage komt, omdat er onvoldoende personeel is om de stagiaires te begeleiden. Gaat dat niet ten koste van het onderwijs? “We zijn tegen groenpluk. Onderwijs staat voorop. Maar dit was een uitzonderlijke situatie, dus we begrijpen het wel. We zijn in sommige situaties anders gaan kijken. Het aantal uren stage bijvoorbeeld werd op sommige plekken minder relevant. Wat dan telt zijn de vaardigheden die de studenten hebben opgedaan.”
Lijden onder het bezoekverbod
Anders dan Mike verzorgde Isaura geen Covid-patiënten, maar de impact van de crisis merkte ze wel. Zij loopt stage op de afdeling somatiek bij De Zorgcirkel waar bewoners verblijven met chronische ziektes als parkinson.
De kordate studente – lange paardestaart, witte sneakers – zag haar cliënten lijden onder het bezoekverbod. “De dochter van een bewoonster kwam op het hoogtepunt van de crisis de was brengen. Ze reed met de auto naar het raam en belde haar moeder vervolgens op. De bewoonster werd heel verdrietig dat ze haar dochter niet kon aanraken en drukte mij vervolgens tegen zich aan. Dan breekt je hart. Wij kunnen wel een praatje maken, ze kunnen het ons vertellen als ze niet lekker in hun vel zitten, maar het aanraken van je eigen kinderen is toch echt iets anders”, zegt Isaura alsof ze al jaren ervaring heeft als verpleegkundige.
Het is vrijdagochtend half zeven. De dienst van Isaura en Mike staat op het punt van beginnen. In een plastic tas zitten hun uniformen. Die mogen ze thuis niet aantrekken en moeten ze iedere dag wassen op minimaal zestig graden. Alles wordt in het werk gesteld om het coronavirus buiten de deur te houden. Dat lukt. De speciale Covid-unit wordt nu ontmanteld.
Om corona te blijven bestrijden, moeten Isaura en Mike veel dingen laten. Een ommetje met een willekeurige vriend of vriendin is er niet meer bij, ook niet nu het land langzaam uit de lockdown ontwaakt. Mike neemt dit voorschrift heel serieus. Hij ziet enkel zijn vriendin, haar broertje, zijn ouders en schoonouders. Dat blijft voorlopig zo, benadrukt hij. “Zolang ik in de zorg werk, ben ik nodig en doe ik er alles aan om niemand te besmetten.” Ook Isaura heeft alleen nog contact met haar familie, haar vriend en haar beste vriendin. Ze heeft van dichtbij gezien wat voor impact corona kan hebben. Haar zus werd ziek.
Nu lopen zij en haar studiegenoot Mike als twee geroutineerde verpleegkundigen langs het glazen rokershok, dat afgesloten is met lint, door de schuifdeuren en langs de doorzichtige plastic tassen vol was, naar hun afdeling. Een overdracht van de nachtdienst volgt. Mike luistert naar zijn collega’s, die vragen stellen. Zelf doet hij dat nog niet, verklaart hij later. Dat laat hij liever over aan de ervaren verpleegkundigen.
Na een jaar stage bij De Zorgcirkel, volgt na de zomer een nieuwe uitdaging: Isaura en Mike gaan meelopen in een ziekenhuis. Ze staan te popelen, maar deze ervaring bij De Zorgcirkel zullen ze nooit vergeten. Mike: “Niet iedereen kan zeggen dat hij stage heeft gelopen op een Covid-19-unit. Dat is toch wel een dingetje op mijn cv.”
Een bijzonder leerzame periode
Mbo-instellingen zijn veelal tevreden over de samenwerking met zorginstellingen tijdens de coronacrisis. Het Regio College in Purmerend heeft geprobeerd alle stages voor alle studenten te laten doorgaan, zolang het verantwoord en veilig kon. Martijn Kool, directeur opleidingen zorg, welzijn en sport: “Sommige studenten waren bang of extra kwetsbaar, die hebben we niet gedwongen. Voor veel anderen was het juist een intense periode, waarin ze heel veel hebben kunnen bijdragen en leren.”
Andere mbo-opleidingen hebben een schifting gemaakt tussen oudere- en jongerejaars, zoals het ROC Tilburg en het Zadkine in Rotterdam. De eerstejaars werden door het Zadkine teruggeroepen. Enerzijds om hun veiligheid te waarborgen, anderzijds omdat stagebedrijven onvoldoende de tijd hadden om de jonge studenten te begeleiden.
Met de meeste stagebedrijven sprak het Zadkine veiligheidsprotocollen af, bijvoorbeeld over de hoeveelheid beschermingsmiddelen die studenten tot hun beschikking hadden. Het Zadkine maakt zich wel zorgen over een eventuele tweede coronagolf. De opleiding vraagt zich af of de veiligheid van studenten dan ook gegarandeerd wordt in een sector die onder druk staat en waar de tijd ontbreekt om goed te kunnen evalueren.
Lees ook:
Studenten zijn eenzamer, gestrester en maken zich zorgen over hun kansen op de arbeidsmarkt
Sociale contacten die tot een minimum zijn gereduceerd, afgebroken stages en scripties: studenten hebben het zwaar momenteel.