null Beeld

ColumnBert Keizer

Pissig over een onzinnig scoringslijstje, bedoeld om euthanasie te voorkomen

Bert Keizer

Collega S. wilde weer eens samen koffiedrinken, de wereld doornemen en elkaar, om eens te zien waar we staan, voor zover we nog staan. Eigenlijk praten we vooral over ons werk. Ze had één keer echt gelachen deze week.

Een patiënte van haar, mevrouw G. koos voor euthanasie. Mevrouw was wel dement, maar wist nog heel goed wat haar overkwam. Tijdens het gesprek over hoe de euthanasie precies zou verlopen, kwam ook ter sprake dat ze er graag een muziekje bij wilde hebben. Iets van The Bee Gees. Waarop haar zoon suggereerde: “Stayin’ alive?” Vond mevrouw zelf ook de perfecte suggestie.

Er was nog wel gelazer rond die euthanasie wegens een depressie. S. schoolde me snel bij over het onderwerp. Je hebt de involutiedepressie, dat je bij het ouder worden voelt hoe je invouwt, hoe langer hoe minder voorstelt, niet meer goed meekunt. “Jij staat aan de rand daarvan, schat ik.”

Ontkennen is bevestigen, dus ik zei niks. En dan natuurlijk de evolutiedepressie. De wat? De evo-depressie. Komt door Darwin, dat je langzaam maar zeker inziet dat de afstand aap-mens steeds kleiner wordt. En dat is zo deprimerend omdat we ooit hemelhoog boven de aap begonnen.

Scoringslijstje voor depressie

Maar de ergste is de E.V.-depressie, de Euthanasie Verpestende Depressie. Rond euthanasie komen artsen graag met een depressie aan zetten, zodat de euthanasie niet door kan gaan. Niet dat men meent dat er alleen maar opgewekt gestorven mag worden, maar omdat men bang is om de euthanasie uit te voeren. Als je dan een depressie voor het graf plaatst, dan moet de kandidaat eerst maar eens proberen om daar overheen te klimmen.

Aldus geschiedde met mevrouw G. In het kader van haar euthanasieverzoek ging ze naar de ouderenarts. Die bracht haar dementie in kaart en liet haar maar meteen even zo’n scoringslijstje voor depressie invullen. Mevrouw maakte een terneergeslagen indruk en de ouderenarts achtte het onjuist dat de euthanasie zou doorgaan als mevrouw depressief zou zijn.

Ik moet nu even iets uitleggen over depressie-diagnostiek. U begrijpt dat ‘een terneergeslagen indruk’ niet bewijzend is voor een depressie. Daarom is er een scoringslijst ontworpen met vragen over hoe je je voelt, wat je doet, wat je vreest enzovoorts.

Helaas bestaan er vele verschillende scoringslijsten waarvan beweerd wordt dat ze ‘gevalideerd’ zijn. Dat wil zeggen dat men meent dat is aangetoond dat ze echt helpen om de depressie op te sporen. Mij is nooit duidelijk geworden hoe deze validatie plaatsvond, want er bestaat geen punt waar het vragen ophoudt omdat je dan oog in oog met de depressie staat. Je kunt helemaal niet oog in oog met een depressie staan, zoals dat wel lukt bij lichamelijke ziektes.

Moedige nuchterheid

Er bestaat dus geen methode om aan te tonen dat je raak schiet met die scoringlijstjes. En zo kwam het dat mevrouw G., na zo’n vragenlijst met veel hulp van haar zoon te hebben ingevuld, de polikliniek verliet met naast haar dementie geheel gratis ook nog een ‘depressie’.

Daar zou collega S. nog flink last mee krijgen, want de Scen-arts, de tweede opinie-arts die altijd in consult wordt geroepen bij een euthanasie, wees op de ‘depressie’ en vond dat daar door een psychiater naar gekeken moest worden. S. vertikte dat. Zij kent mevrouw G. al jaren en ze was juist zo onder de indruk van de moedige nuchterheid waarmee deze vrouw haar teloorgang tegemoet trad.

Dat ze daarbij soms ook intens verdrietig was achtte S. volkomen begrijpelijk. Wat haar bijzonder tegen de borst stuitte was de manier waarop dit verdriet via zo’n scoringslijstje werd verdraaid tot iets ziekelijks, waar een pil tegenaan moet worden gegooid. De euthanasie vond plaats, zonder dat een psychiater de ‘depressie’ had verwijderd.

Tot haar aangename verrassing was de Toetsingscommissie het na een schriftelijke uitleg met haar eens. Maar ze bleef er pissig over. “Dat wij als artsen zo diep gezakt zijn dat we in het zicht van het lijden van zo’n vrouw de gore moed hebben om het terzijde te schuiven met zinloze pillen. En dat alles om wat te bereiken? Wie denkt er nou echt dat deze vrouw na het slikken van antidepressiva zal zeggen dat die dementie best meevalt en dat ze wel verder zou willen doorgaan met dementeren?”

Bert Keizer is filosoof en arts bij het Expertisecentrum Euthanasie. Voor Trouw schrijft hij wekelijks een column over zorg, filosofie, en de raakvlakken daartussen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden