Reservebank
Patiënten met schrijnende verhalen smeken GGD aan de deur om vaccins, maar krijgen die niet
Wie in een medische risicogroep zit en op goed geluk naar een priklocatie van de GGD komt, wordt voorlopig weggestuurd. Vaccins die over zijn, zijn eerst voor medewerkers.
De GGD krijgt dagelijks tientallen telefoontjes van Nederlanders in een ‘schrijnende’ situatie door een ziekte of aandoening, die proberen een afspraak te krijgen. Sommigen melden zich ook op de priklocatie, zegt woordvoerder Jacqueline Toonen van koepel GGD GHOR. “Er zijn locaties waar dagelijks een handvol mensen aan de deur staat, of meer”, zegt zij. Een deel van hen houdt dat de hele dag vol, in de hoop op vaccins die aan het eind van de dag overschieten.
“Mensen smeken of ze gevaccineerd kunnen worden. Vaak zijn het verhalen die door merg en been gaan”, zegt Toonen. “Bijvoorbeeld van mensen die niet lang meer te leven hebben, en de tijd die ze nog hebben graag nog een beetje in de buitenwereld willen komen. We begrijpen hun vraag, en die raakt ons. Maar wij bepalen niet de vaccinatiestrategie. Dat zijn heel lastige gesprekken.”
Hoe schrijnend ook, de GGD gaat niet op die verzoeken in. Veel mensen uit medische risicogroepen zijn nog niet aan de beurt. De GGD’en vaccineren niet-zorgmedewerkers op volgorde van leeftijd, van oud naar jong: inmiddels zijn de 73- en 74-jarigen aan de beurt. (Huisartsen prikken nu 60- tot 65-jarigen, niet-mobiele ouderen en mensen met morbide obesitas of het downsyndroom.)
Er blijven bijna geen vaccins over
En omdat vrijwel iedereen met een afspraak ook komt opdagen, houdt de GGD nauwelijks vaccins over aan het eind van de dag. “Landelijk zijn het er misschien twintig”, zegt Toonen.
Die overschietende vaccins moeten eerst gebruikt worden voor personeel van de priklocaties, zo is afgesproken met het ministerie van volksgezondheid. Omdat het priktempo omhoog moet, komen er veel nieuwe medewerkers bij. Pas daarna komen mensen uit risicogroepen aan de beurt voor een restprik, maar volgens Toonen is dat tot nu toe nergens het geval geweest.
Ernstig nierfalen of leukemie
Sommige Nederlanders met een aandoening of ziekte worden al wel gevaccineerd: zij die aan de beurt zijn bij de huisarts of in het ziekenhuis. Eerst waren dat mensen met ernstig overgewicht en het syndroom van Down (bij de huisarts), inmiddels zijn de ziekenhuizen begonnen met het inenten van hoogrisicogroepen, zoals patiënten met ernstig nierfalen of leukemie en andere vormen van bloedkanker.
Vanaf mei gaan de huisartsen ook andere risicogroepen vaccineren: iedereen die in aanmerking komt voor de griepprik. De verwachting is dat zij in juni zijn gevaccineerd.
Belangengroepen vinden dat te laat. Onder andere Patiëntenfederatie Nederland en Ieder(in), de organisatie voor mensen met een beperking of chronische ziekte, willen dat begin mei iedereen uit een risicogroep gevaccineerd is. Dat lieten ze minister De Jonge van volksgezondheid vorige week per brief weten.
Eerste prik voor kankerpatiënten
Voor patiënten met andere vormen van kanker dan bloedkanker is de onduidelijkheid nog groter. Volgens de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) is nog niet helder of zij überhaupt tot een risicogroep behoren die prioriteit krijgt. De NFK dringt daar wel op aan, en vindt dat alle kankerpatiënten deze maand hun eerste prik moeten krijgen.
Als straks alle medewerkers van de prikstraten die in aanmerking komen zijn ingeënt, gaan de vaccins die de GGD over heeft wél naar mensen uit risicogroepen. Naar wie dan precies, daarover overlegt de GGD nog met het ministerie.
Als dat duidelijk is, kunnen de GGD’en per regio afspraken maken met huisartsen en ziekenhuizen over de verdeling van restprikken. Woordvoerder Toonen kan zich voorstellen dat elke dag een aantal mensen ‘op een reservebank’ zit, en snel kan worden opgeroepen als er vaccins over zijn.
Lees ook:
Huisartsen in gewetensnood door vaccineren alleroudsten
De roep om eerst jongere senioren in te enten wordt luider. Acht huisartsen pleiten daarvoor in Trouw. De alleroudsten voor laten gaan, strookt niet met hun eed, vinden ze.