Anders dan ze afspreken, lukt het ggz-instellingen niet minder patiënten te separeren, blijkt uit een rondgang.
Ggz-instellingen slagen er niet in de separeercel uit te bannen, terwijl zij drie jaar geleden plechtig beloofden dit wel te doen. Het grootste deel van de instellingen haalt de doelstelling om uiterlijk 1 januari 2020 ‘separeervrij’ te zijn niet. Een kwart van de klinieken sloot psychiatrisch patiënten de afgelopen jaren zelfs meer op dan daarvoor.
Dat blijkt uit onderzoek van Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer. Investico sprak met bestuurders en psychiaters van vijftien instellingen over hun beleid in het terugdringen van dwang en drang en analyseerde de meest recente cijfers over isoleren, in ggz-jargon ook wel ‘separeren’ of ‘insluiten’ genoemd.
Veertien instellingen beloofden in juni 2016 in het ‘Dolhuys-manifest’ de separeercel af te schaffen, waarin patiënten worden opgesloten als zij een gevaar voor zichzelf of hun omgeving vormen. In dit document zeggen zij dat gedwongen opsluiting voor patiënten traumatiserend is, dat hun angst en wanhoop er alleen maar groter van wordt.
Complexe patiëntengroep
Vier van de instellingen die het manifest ondertekenden, wilden niet reageren op vragen over het gebruik van de isoleercel. De overige instellingen zeggen dat zij er niet in slagen om te stoppen met separeren. Ook wint bij een aantal instellingen de opvatting terrein dat een separeervrije ggz überhaupt onmogelijk is, blijkt uit de rondgang.
De instellingen zeggen dat de grote personeelstekorten en een veranderde patiëntengroep het stoppen met isoleren onmogelijk maakt. Omdat meer patiënten thuis hulp krijgen, komen er meer mensen in de klinieken terecht met zware en complexere problemen. Voor een deel van deze groep patiënten is separatie onvermijdelijk, constateren bijna alle instellingen. Het zijn patiënten met een combinatie van problemen: drugs, psychose, agressiviteit. Het lukt niet het personeel en mede-patiënten te beschermen tegen deze patiënten, zonder ze gedwongen op te sluiten.
Hierdoor gebeurt in sommige instellingen juist het omgekeerde van wat het Dolhuys-manifest belooft. Ruim een kwart van het totale aantal ggz-instellingen separeerde haar patiënten tussen 2014 en 2017 niet minder, maar méér uren, blijkt uit de meest recente cijfers van het Zorginstituut Nederland, die Investico analyseerde.
Cijfers fluctueren
GGZ Eindhoven, één van de ondertekenaars van het manifest, laat weten dat de cijfers ieder jaar fluctueren. Waar het aantal uren waarin werd gesepareerd eerst daalde, steeg het in 2018 licht. “Toen we het manifest ondertekenden, was er nog niet zo’n grote personeelskrapte”, zegt geneesheer-directeur en psychiater Joris Hendrickx. “Het is een gigantisch mooie ambitie die ik nog niet wil opgeven, maar ik ben er niet ten volle van overtuigd dat het mogelijk is, op dit ogenblik.”
Ook refereert hij aan de veranderde groep patiënten die de kliniek binnenkomt. “We moeten oppassen dat we de veiligheidsrisico’s goed inschatten. Niemand separeert voor zijn plezier. Er is een reden. En de reden is dat wij bepaald gevaar niet op een andere manier afgewend krijgen.”
In het totaal van 21 klinieken die zelf cijfers aanleverden bij het Zorginstituut, werd in 2017 nog altijd ruim 334 duizend uur gesepareerd. Dat is 9,3 procent minder dan in 2014. Een daling van het gehele aantal separaties was er dus wel. Hoe het er nu voorstaat met separeren bij het totale aantal instellingen, is onduidelijk. Die cijfers worden op dit moment niet centraal verzameld.
Veel klinieken hebben de afgelopen jaren hun isoleerruimtes wel omgebouwd tot ‘extra beveiligde kamers’ met een glazen wand en één-op-één-begeleiding. Zo willen ze het isoleren van patiënten ‘humaner’ maken. De Inspectie schaart deze ebk’s wel in dezelfde categorie als de isoleercel.
Verantwoording
Voor dit onderzoek hield Investico een rondgang langs vijftien grote ggz-instellingen (ondertekenaars en niet-ondertekenaars van het Dolhuys-manifest). Zij spraken met bestuurders, geneesheer-directeuren, directeuren behandelzaken en psychiaters over hun beleid in het terugdringen van dwang en drang. Ook interviewden zij opleiders, wetenschappelijk onderzoekers, en patiënten. De cijfers zijn afkomstig uit de openbare database van Zorginstituut Nederland, voor de interpretatie hiervan zocht Investico hulp bij onderzoeker Eric Noorthoorn. Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Lees ook:
Waarom ggz-instellingen niet van de isoleercel afkomen
Het lukt ggz-instellingen niet hun plechtige belofte na te komen om patiënten minder vaak op te sluiten. De separeerruimte blijkt een noodzakelijk kwaad. Deel 1 van een serie.
Personeelstekort GGZ brengt levens in gevaar
Het personeelstekort in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) leidt tot calamiteiten met dodelijke afloop.