Huisarts en patiënt zien elkaar door de coronacrisis steeds vaker online. In Utrecht gaat nu zelfs de eerste ‘digital first’-dokterspraktijk open.
“Gaat u maar even op de tenen staan. Ja, en nu op uw hielen.” Via een beeldverbinding op de laptop observeert huisarts Pieter Kersemakers de patiënt met vermeende herniaklachten, terwijl zij door haar woning loopt. Met de dokter ‘in haar hand’, die meteen een indruk van het woonvertrek krijgt, dribbelt mevrouw door de gang en de huiskamer en richt zij het cameraoog van haar notebook naar haar voeten, als ze op verzoek van de dokter de hakken/tenen-proef uitvoert.
Een hernia is het niet, zo blijkt. “Ik heb het gezien, niets ernstigs”, zegt Kersemakers, parttime huisarts in het centrum van Den Haag en een van de initiatiefnemers van DocLine, naar verluidt de eerste Nederlandse ‘digital first’ huisartsenpraktijk, gevestigd in het Galgenwaard-stadion in Utrecht.
Vanaf dinsdag gaan de huisartsen van dit al jaren bestaande gezondheidscentrum van Arts en Zorg over tot digitale diagnostiek en zorg, en wordt de overwegend jonge patiëntengroep vrijwel uitsluitend online gezien.
Fysiek consult
“Tenzij er natuurlijk een gezondheidsklacht is waarvoor we de patiënt echt zelf willen zien”, nuanceert Pieter Kersemakers, die het huisarts-zijn (sinds 1998) inmiddels combineert met managementtaken. “Dan vragen we zo’n patiënt naar de praktijk te komen, en vindt een fysiek consult plaats. Er zijn immers zaken die je niet altijd even goed per beeldverbinding kunt beoordelen.”
Dat is ook waar Toosje Valkenburg, huisarts in De Bilt en lid van huisartsenactiegroep Het Roer Moet Om, voor waarschuwt. “Je kunt niet alles goed beoordelen via een tweedimensionaal beeld. Soms moet je dat been met die zwelling vasthouden en ervaren hoe warm die plek is. Zéker in deze coronatijd: zie bijvoorbeeld waar de vaatchirurgen van het Amphia Ziekenhuis in Breda ineens mee werden geconfronteerd door uitgestelde zorg: amputaties.”
Het Nederlands Huisartsen Genootschap dringt er in een richtlijn op aan pas tot beeldbellen over te gaan als de arts zijn of haar patiënt goed kent.
Arts en Zorg heeft nu 28 huisarts-praktijken verspreid over Nederland, en wil nieuwe praktijken als online-doktersposten in de markt zetten. “Een eigentijdse vorm van huisartsenzorg waarbij de patiënt veel zorgzaken zelf gemakkelijk online regelt”, stelt de organisatie op haar website. Zo kan de patiënt bijvoorbeeld ‘veilig en eenvoudig een video- of telefonisch consult met de huisarts inplannen, zonder tussenkomst van de doktersassistent’. En er kan gechat worden met de dokter, voor eenvoudige vragen.
Digitale zorg
De aanhoudende coronacrisis noopt artsen steeds vaker tot diagnostische inschattingen per telefoon. Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit is in de eerste helft van dit jaar maar liefst driekwart van de huisartsenpraktijken gebruik gaan maken van digitale zorg, blijkt uit een in mei gepubliceerde NZa-enquête, gehouden door onderzoeksinstituut Nivel. “De allergrootste stijger is beeldbellen: twee derde van de huisartsenpraktijken die intensiever digitale zorg is gaan gebruiken, is als gevolg van de corona-uitbraak gaan beeldbellen met hun patiënten”, stelt de NZa.
Die stijging zat eraan te komen, stelt dokter Kersemakers. Niet alleen door corona, maar ook omdat het aantal huisartsen in Nederland afneemt. “Zo zijn er veel vrouwelijke huisartsen, die maar enkele dagen per week beschikbaar zijn. Ook spelen de ‘krimpgebieden’ met afnemende bevolkingscijfers een rol; er zijn daar gewoon minder huisartsen.”
Bart van Pinxteren is huisarts in de Utrechtse wijk Oog in Al en behoort in Nederland tot de kwartiermakers van de e-health. Hij zegt: “Digitale zorg heeft beslist veel moois, zeker ook voor de patiënt – zo is het erg fijn als je je eigen medisch dossier kunt inzien. Het is ook plezierig voor de patiënt met bijvoorbeeld straatvrees, die gewoon thuis kan blijven zonder in paniek te hoeven raken over een bezoek aan de huisarts. Maar tegelijk moet ervoor worden gewaakt dat er allerlei mensen buitengesloten raken, omdat bellen naar zo’n onlinepraktijk nog slechts zeer beperkt kan. Dat risico is er: ouderen die hun dokter in levenden lijve willen blijven zien en telefonisch willen kunnen bereiken, en mensen met een verstandelijke beperking die zich het digitale systeem niet eigen kunnen maken, en gewoon... heel kwetsbare mensen.”
Lees ook:
Eindeloos dolen in het elektronische patiëntendossier
Psychiaters trekken er zelden over aan de bel, maar bij langdurige behandelingen blijkt het elektronisch patiëntendossier een obstakel voor goede zorg. Eerdere suïcidepogingen en bijwerkingen van medicatie? Het is nauwelijks terug te vinden.