Dubbele diagnoses
De broer van Kitty Klaassen worstelde met verslaving én psychische problemen. ‘Ze lieten hem sterven als een beest’
Een verslaving én ernstig psychiatrische problemen? Voor de ggz zijn dit ingewikkelde cliënten met wie het lang niet altijd goed afloopt.
Hij ziet er knap uit op zijn rouwkaart, Tom Klaassen. “Maar vergis je niet: ook toen was hij al zwaar alcoholverslaafd”, waarschuwt Kitty Klaassen (50), Toms vierenhalf jaar oudere zus.
Zo voorkomend zijn uiterlijk, zo heftig zijn teloorgang. Tom werd op 31 oktober 2019 thuis in bed dood aangetroffen. 43 jaar oud. “‘Ze hebben mijn broertje laten sterven als een beest”, zegt Kitty hierover. “Hij lag in zijn braaksel, urine en bloed, tussen de flessen en etensresten. Hij lag daar al geruime tijd. Zijn matras was doortrokken van urine en bloed.”
Jarenlang verdient Tom geld als water in de IT. Totdat hij in 2012 ziek wordt. Gedacht wordt aan een burn-out, maar er is alcohol in het spel, zegt Kitty. “Meer dan we vermoedden. Gelukkig liet hij zich behandelen in een Brabantse kliniek.” Het is de eerste opname in een lange reeks.
Hij drinkt om zijn angsten de baas te blijven, zou hij later zijn zus toevertrouwen. Voor Kitty is dat aannemelijk: “Uit onderzoek bleek later dat Tom OCD (een angst- en dwangstoornis, red.), depressies en trekjes van borderline en narcisme heeft”.
Die diagnose, gecombineerd met alcoholzucht, maakt behandeling ingewikkeld – zelfs voor Arkin, de Amsterdamse ggz-instelling met verschillende gespecialiseerde klinieken en afdelingen. Tom is een draaideurcliënt. Als hij in psychische nood aanklopt, lapt Arkin hem op en mag hij na verloop van tijd naar huis. Maar thuis gaat hij drinken, vergeet zijn medicijnen en behandeling. Dan slaat de verloedering toe. Totdat de familie of de crisisdienst ingrijpen en alles weer van voren af aan begint.
Ambulante opties zijn uitgeput
Ook daarom laat Arkin in januari 2019 weten dat alle ambulante behandelopties – geregeld huisbezoek, een wekelijkse afspraak in de kliniek – zijn uitgeput. “Het lukt de cliënt niet om zich aan de afspraken te houden.” Wel mag Tom, na een opname in een kliniek voor vijf weken, naar de dagbehandeling.
Ondertussen is hij al een goede bekende bij crisisdienst, politie en de eerste hulp. Hij gebruikt drank en drugs, doet een mislukte zelfmoordpoging, krijgt na een geweldsmisdrijf, in dronken toestand begaan, een taakstraf en valt in januari 2019 dronken van de trap in zijn huis. Een reanimatie redt hem het leven. Kitty: “Maar als hij helder is, lijkt hij coherent”. Zo vraagt hij eens: “Kit, het komt toch wel goed met me?” Waarop zij antwoordt: “Ik laat je niet vallen”.
Gezien Toms teloorgang en ontrouw aan de dagbehandeling, pleit de familie steeds nadrukkelijker bij Arkin voor gedwongen opname. Kitty: “Tom vraagt daar zelf om: hij vreest het anders niet te redden. Maar de psychiater zegt: ‘Nee, dat gebeurt niet. Dan ga jij nog meer achterover leunen.’ Wát!, zeg ik. Hier zegt iemand wat zijn beperking is! En dan zo’n antwoord? Maar ik werd toch vooral gezien als het drammerige zusje.”
Dwangopname via een inbewaringstelling (ibs) is volgens Arkin juridisch onmogelijk. Het gevaar is niet ‘onmiddellijk dreigend’, wat Kitty bestrijdt: “Tom is een gevaar voor zichzelf, zie de val van zijn trap. Onder invloed kan hij ook voor anderen gevaarlijk zijn.” De instelling wijst ook op Toms zelfbeschikkingsrecht. De patiënt kiest ‘meermalen’ voor dagbehandeling en is, aldus Arkin, de bemoeienis van zijn zus zat.
Natuurlijk is ook zus Klaassen voor zelfbeschikkingsrecht. “Tenzij iemand, zoals mijn broertje, niet meer weet wat hij doet.” Wat haar bemoeienis betreft: “Als hij zwaar beschonken is, wil Tom daar vanaf. Eenmaal nuchter, wil hij juist dat ik, als eerste contactpersoon, bij alle gesprekken met Arkin ben.”
Tom ligt opnieuw op de detox-afdeling
Op 22 augustus 2019 is het weer mis. Opnieuw ligt Tom op de detox-afdeling. Mét een ibs, omdat hij zich verzette tegen de opname. Dan komt ook de rechter langs. Alleen die kan beslissen over de noodzaak van verlenging van de dwangopname, voor drie weken. Kitty: “Ik was bij die zitting. De rechter ging akkoord met verlenging en voegde eraan toe: ‘Mocht Tom Klaassen na de detox-behandeling thuis terugvallen in ernstig alcoholmisbruik, dan ken ik direct weer een ibs toe’.” Dat was een opluchting. “Ik dacht: mooi, Arkin kan dat dus met één belletje aan de rechtbank een nieuwe dwangopname regelen”.
Het loopt anders. Een maand later wordt Tom met een gevaarlijk hoog alcoholpromillage bij het ziekenhuis afgeleverd. “De toestand van Klaassen was zorgelijk”, schrijft Arkin hierover later aan de Geschillencommissie Zorg, maar er zou geen onmiddellijk gevaar dreigen. “Het was niet te verwachten dat Klaassen op korte termijn zou komen te overlijden door zijn alcoholgebruik.” De instelling vraagt daarom geen ibs-maatregel aan. Tom Klaassen stemt verder in met dagbehandeling en wil naar huis. Kitty bestrijdt dat er sprake is van dreigend gevaar, ze wijst op Toms val van de trap.
Als Tom eenmaal thuis is, wacht hem weer de fles. Opnieuw verzaakt hij de behandeling. Kitty: “Hij zat ondubbelzinnig in een ernstige terugval, dronk gin, wodka en whiskey. Dat heb ik Arkin ook gezegd.” Maar de zorgverlener denkt er anders over, heeft het over een ‘vermoeden van een terugval’; de crisisdienst treft thuis op 21 oktober ‘een matig verzorgde, beschonken man’ aan, ‘die redelijk coöperatief is maar duidelijk aangeeft dat hij niet wil worden opgenomen’. “De heer Klaassen lijkt nog te eten.”
Wel wordt, aldus de zorginstelling, in die oktoberweken ‘verschillende keren’ bekeken of misschien toch een ibs-maatregel geregeld moet worden. “Maar het was niet te verwachten dat Klaassen op korte termijn zou komen te overlijden door alcoholgebruik.” Met het oog op Toms teloorgang wordt voor 7 november een ‘zorgconferentie’ geagendeerd, met alle specialisten en behandelaren, om toch te praten over een rechterlijke machtiging tot dwangopname. Kitty: “Ik heb Arkin toen keer op keer gezegd: 7 november is te laat. Dat was aan dovemansoren gericht.”
De politie ziet geen reden de ggz in te schakelen
Op 23 oktober 2019 meldt het zorgdossier: “Tom is vandaag weer problematisch gaan drinken, heeft naakt over straat gelopen, is door de politie weer naar huis gebracht, heeft daar gebraakt en geluidsoverlast veroorzaakt”. Huisgenoten schakelen de politie in. Die gaat langs maar ziet, aldus het dossier, ‘geen reden om de ggz in te schakelen’. Ook de crisisdienst van Arkin gaat, na intern overleg (‘we zien geen gevaarscriteria’) niet op pad. “Dat is uitgelegd aan zus”, meldt het dossier.
Dat uitleggen had wat voeten in aarde, want Kitty is zeer ongerust. Ze vermoedt dat Tom zich dood drinkt en belt Arkin die dag meermalen. Ook appt ze foto’s van braaksel en een kamer vol chaos. “Dat is mij later kwalijk genomen, omdat het Toms privacy zou schenden. Maar ik wilde Arkin in beweging krijgen.”
“Bij Arkin zeiden ze: ‘We hebben Tom gebeld, maar hij neemt de telefoon niet op’. Ik: ‘Natuurlijk doet hij dat niet. Hij weet niet eens meer hoe zijn telefoon werkt.’ Nou, antwoordden ze: ‘Tom moet maar hier komen, wij gaan niet op de fiets’.” Tom was ondertussen ook uitgeschreven bij Arkins Jellinek Outreachend Team, een afdeling die cliënten wel thuis bezoekt.
Kitty: “Per saldo was er dus niks fysiek geregeld aan zorg. Maar Tom viel wel onder Arkins verantwoordelijkheid. Er zijn inschattingen op afstand gemaakt, bij Arkin overlegden ze zich suf, maar er veranderde niets. De crisisdienst zei dat Tom ‘lijkt te eten’. Lijkt. Zelfs dat wisten ze niet zeker.” Onbegrijpelijk is het volgens haar ook hoezeer de instelling afgaat op de politie. “Hoe deskundig is het oordeel van een agent? Die ziet slechts de zoveelste stomdronken man op straat.” Kitty alarmeert nog wel Toms huisarts, die belt de crisisdienst. Maar, verklaart de huisarts nadien, de crisisdienst laat weten dat ze “hem al nuchter hebben beoordeeld en dat hij wil leven... Ze kunnen er niks mee.”
Op 31 oktober 2019 staat bij Kitty thuis in Bergen de politie voor de deur. Broertje Tom is dood.
‘Jullie zijn te laat’
De dag daarop krijgt Kitty nog een appje van Toms begeleider, die ziek thuis is. Hij meldt dat ‘ze gaan overleggen met onze psychiater’. Kitty appt kort terug. “Tom is gisteravond gestorven. Jullie zijn te laat.”
Kitty Klaassen (‘Ze hebben een zieke man laten creperen’) laat het er niet bij zitten. Ze schakelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in. En ze legt de zaak voor aan de Geschillencommissie Zorg, omdat de zorg moet leren van deze casus, vindt ze. Maar de inspectie constateert dat ‘uit de rapportage van Arkin geen tekortkomingen naar voren zijn gekomen’. Kitty: “Onbegrijpelijk. De IGJ gaat akkoord met verslagen van overleggen vol aannames; ik vraag me af wat Arkin de inspectie vertelde.” De IGJ verwijst haar daarvoor naar Arkin. “Maar die schermt met de privacywet en weigert inzage.”
Ook de Geschillencommissie Zorg keurt, begin dit jaar, in een bindende uitspraak Arkins beslissing om niet in te grijpen goed. “Schokkend. Dat hadden mijn juridisch adviseur en ik echt niet verwacht. Ondanks wat de rechter zei, ondanks mijn noodkreten heeft Arkin Tom niet gedwongen opgenomen. De commissie vond het blijkbaar voldoende dat Arkin hem een paar keer opbelde.” Juridische stappen zijn wellicht mogelijk, maar die kosten veel geld en de uitkomst is onzeker. “Mijn vader zegt: Kitty, we zullen het ermee moeten doen. En eerlijk gezegd: we zijn ook heel moe.”
Reactie van Arkin:
‘Elk overlijden tijdens behandeling bij ons betreuren wij zeer en we zoeken in deze gevallen altijd intern zorgvuldig uit wat er precies gebeurd is. In het geval van de heer Klaassen is dat ook gebeurd door de IGJ en de Geschillencommissie. Antwoorden op behandel-inhoudelijke vragen kunnen wij helaas niet geven omdat wij gehouden zijn aan ons medisch beroepsgeheim.’
Dubbele diagnoses in de ggz, een bekend probleem
“280.000 mensen in Nederland hebben een ernstige psychiatrische aandoening, daarvan heeft schat ik zestig à zeventig procent ook een verslaving”, zegt Bert Stavenuiter, directeur van Mind Ypsilon, de organisatie voor familie en naasten van mensen in de psychosezorg. “Dat levert vaak schrijnende situaties op. In Nederland, zo blijkt uit onderzoek, is de zorg onlogisch georganiseerd: hoe ingewikkelder de cliënt, hoe kleiner de kans dat je goede zorg krijgt. Daarnaast zijn mensen met dubbele diagnoses voor instellingen lastig te behandelen, omdat behandelingen vaak tegengesteld zijn.”
Zo kunnen alleen verslaafden zélf hun alcohol- of drugsprobleem aanpakken, volgens de gangbare behandeltheorie. “Want mensen redden, lukt zelden.” Daarom moet, aldus Stavenuiter, de verslaafde vaak ‘heel diep gaan’ voordat hij voldoende gemotiveerd is om de verslaving uit eigen kracht en motivatie aan te pakken. “Maar de behandeling van iemand met psychiatrische problemen is bijna omgekeerd hieraan. Want aan psychiatrische problemen kan de cliënt niks doen, dus krijgt die al snel te horen: ‘We gaan je helpen’.”
“Lange tijd betekende dat dat psychiatrische cliënten eerst moesten afkicken, maar inmiddels weten we dat je beide problemen beter tegelijk kan aanpakken, waarbij je wél rekening houdt met de beperkingen die er zijn.” Stavenuiter vermoedt dat Arkin zich vooral op de verslaving van Tom Klaassen richtte. “Als je daarvoor kiest, kan je niet iemand naar huis sturen en zeggen ‘veel succes’, kom maar terug als je voldoende gemotiveerd bent voor je behandeling. Het regelmatig thuis bezoeken van Klaassen had dan voor de hand gelegen, ook omdat hij natuurlijk wel een gevaar voor zichzelf was.”
“Dan nog is het de vraag of het gelukt was om deze afloop te voorkomen. Maar nu is het een horrorverhaal geworden, onaanvaardbaar voor de familie.”
Lees ook:
Kan de GGZ patiënten als Charlotte Bouwman eigenlijk wel aan?
Patiënten die de meest complexe hulp vanuit de GGZ het hardst nodig hebben, krijgen te vaak niet de juiste behandeling.
Forensische zorg is leven naast een vulkaan
Na de scherpe rapporten over de behandeling van Michael P. debatteert de Tweede Kamer vandaag over de forensische zorg. Er staat ook veel níet in de onderzoeken, zeggen behandelaars.