Levenseinde
Arts krijgt meer ruimte bij euthanasie bij dementie
De Hoge Raad sprak zich eerder al uit, maar nu staat het ook in de belangrijkste artsenrichtlijn: artsen krijgen ruimte voor eigen interpretatie bij euthanasie bij dementie.
In een unieke zaak stond vorig jaar specialist ouderengeneeskunde Marinou Arends terecht voor euthanasie bij dementie. Collega’s zullen dat in een vergelijkbare situatie niet snel meemaken, zo blijkt uit de nieuwe richtlijnen van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE). Die zijn een praktische vertaling van de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak die bekend is geworden als de ‘koffie-euthanasie’. De belangrijkste wijzigingen in de euthanasiecode onder de loep.
De wilsverklaring
Oude richtlijn: ‘Het moet gaan om een duidelijke verklaring, die onmiskenbaar van toepassing is op de ontstane situatie.’
Nieuw: ‘De arts dient de schriftelijke wilsverklaring (...) uit te leggen met het oog op het achterhalen van de bedoelingen van de patiënt. (...) Er is dus ruimte voor interpretatie.’
Bij wie niet meer om euthanasie kan vragen, zoals iemand met vergevorderde dementie, kan een eerder opgeschreven wilsverklaring in plaats komen van een mondeling euthanasieverzoek. Dan moest die wilsverklaring wel kraakhelder zijn, vonden de toetsingscommissies vroeger. Maar de Hoge Raad oordeelde in de zaak-Arends dat de arts de tekst van een wilsverklaring mag interpreteren. Familie, naasten en behandelaars krijgen in de nieuwe code een grotere rol.
Wie euthanasie wil, hoeft dus minder bang te zijn dat zijn wilsverklaring juridisch niet helemaal is ‘dichtgetimmerd’. Maar critici van deze wijziging zijn bang dat arts en naasten te veel vrijheid krijgen om euthanasie te verlenen aan iemand die dat eigenlijk niet wil, of zijn verklaring toch anders bedoeld had.
De arts oordeelt
Nieuwe richtlijn: ‘De vaststelling of er feitelijk sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden is een medisch-professioneel oordeel en derhalve voorbehouden aan de arts. De toetsing achteraf (...) komt neer op een marginale toetsing (...).’
De toetsingscommissies gaven zichzelf al een beperkte rol bij het toetsen of een patiënt echt ondraaglijk en uitzichtloos lijdt: dat is in de eerste plaats aan de arts. Ze maken die rol expliciet nog wat kleiner.
Slaapmiddel
Oud: ‘Als de arts verwacht dat de patiënt bij de uitvoering met pijn- of schrikreacties zou kunnen reageren, is het geven van premedicatie (...) niet ongebruikelijk.’
Nieuw: ‘De toepassing van euthanasie moet op een voor de patiënt zo comfortabel mogelijke manier gebeuren.’
Bij de koffie-euthanasie was veel discussie over het slaapmiddel dat de arts in de koffie van de patiënt deed. In de oude code stond dat dit soort ‘pre-medicatie’ kan, maar ook dat de wet op dat punt onduidelijk is.
In de nieuwe code is die twijfel verdwenen: een slaapmiddel geven mag. Het moet zelfs als dat nodig is om de euthanasie ‘comfortabel’ te laten verlopen. Medicatie is niet bedoeld om verzet te breken, maar om ‘onrust en agitatie’ bij de patiënt te voorkomen. Critici blijven het bezwaar houden dat mensen zich niet kunnen verzetten.
Uitingen van de patiënt
Oud: ‘De arts moet (...) alert zijn op uitingen die wijzen op bezwaar tegen levensbeëindiging. AIs daarvan sprake is, dan kan uitvoering van de euthanasie niet plaatsvinden.’
Nieuw: ‘Contra-indicaties afkomstig uit de periode toen patiënt zijn wil niet meer kon uiten kunnen niet meer worden opgevat als de intrekking of aanpassing van de eerdere schriftelijke wilsverklaring. (...) De arts is niet verplicht om te informeren naar een actuele levens- of stervenswens van een patiënt die zijn wil niet meer kan uiten.’
In de zaak van Arends had de patiënte eerder gezegd ‘nog niet dood’ te willen, en kwam ze overeind tijdens de euthanasie. Dat soort ‘contra-indicaties’ betekenen niet dat een patiënt zijn wilsverklaring intrekt: hij is immers wilsonbekwaam, zo redeneerde de rechter.
Uitingen van de patiënt kunnen wel meewegen bij het bepalen of hij of zij wel echt ondraaglijk lijdt. Op dit punt blijft de code onduidelijk, net zoals het arrest. Arends handelde zorgvuldig, maar andere artsen staan in soortgelijke situaties voor een lastige afweging.
‘Arrest te ruim uitgelegd’
“Ik ben hier woedend over”, zegt Theo Boer, hoogleraar ethiek van de zorg aan de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen, en bekend criticus van een verdere liberalisering van de euthanasiepraktijk. “Het is een oproep aan artsen om maar hun gang te gaan.” Boer spreekt van een ‘substantiële wijziging’ van de euthanasiecode, die volgens hem verder gaat dan de uitspraak in de zaak-Arends. “De Hoge Raad oordeelde redelijk voorzichtig. De toetsingscommissies geven een heel ruimhartige uitleg aan het arrest”, vindt hij. “Bovendien ging dat om één zaak, en dit heeft effect op een grote groep patiënten.”
De Regionale Toetsingscommissies Euthanasie stellen dat de nieuwe code juist de bewoordingen van het arrest volgt.
Lees ook:
Euthanasie bij dementie: wat zijn we nu wijzer?
Met spanning keken artsen uit naar de uitspraak in de euthanasiezaak vorig jaar. Wat weten ze nu op basis daarvan over euthanasie bij patiënten die er niet meer om kunnen vragen?
Hoge Raad: arts mag euthanasiewens patiënt met dementie interpreteren
Een arts mag een patiënt met vergevorderde dementie euthanasie verlenen op basis van een wilsverklaring op papier. Daarbij telt niet alleen de letter, maar ook de geest van wat is opgeschreven.