Kwalificatie
Voor het eerst spelen de handbalmannen in een uitverkocht huis, en gelijk plaatsen ze zich voor het EK
De Nederlandse handballers werken zich gestaag op naar de wereldtop. En succes brengt fans mee. Voor het eerst was een wedstrijd van de Nederlandse mannenploeg uitverkocht.
Bobby Schagen, de oude rot van het Nederlands handbalteam, had voor het eerst in zijn lange carrière een probleem: hij kon neefjes en nichtjes niet aan kaartjes helpen voor het EK-kwalificatieduel tegen Griekenland. Er was geen plek meer beschikbaar in het topsportcentrum in Almere: het was uitverkocht, voor het eerst bij een wedstrijd van de Nederlandse mannen.
En Schagen kon na zondag thuis laten zien waarom. In Almere waren beide tribunes met 23 rijen hoog ook volledig bezet. Zelfs aan de balustrades aan beide zijkanten van het veld stonden toeschouwers. “Een mooi sfeertje”, vond Schagen, die samen met zijn ploeggenoten het EK haalde door een 32-26 overwinning.
Het uitverkocht huis was ook wel een beloning voor een ploeg die zich de laatste jaren langzaam opwerkt naar de top-10 van de wereld en in dat proces vaker en beter grote toernooien gaat spelen. Afgelopen januari speelde Nederland voor het eerst sinds 1961 op een WK. Het kwalificeerde zich voor de derde keer voor een EK.
Onder leiding van een rustige en stille bondscoach
Schagen herinnerde zich nog hoe hij ooit op matjes sliep in een klooster in Geleen, alleen maar om kosten te besparen. “Ik ben dankbaar dat ik dit nog mee kan maken. Dit maak ik mee door jongens die heel hard werken en het niveau omhoog tillen.”
De opmars verliep grotendeels in de schaduw van de vrouwenploeg, maar onder meer door dat WK wordt ook voor een breder handbalpubliek het team interessant. Onder leiding van een rustige en stille bondscoach Staffan Olsson, en met in het veld de tandem van Luc Steins en Kay Smits, twee sterspelers in het internationale veld, als belangrijkste aanvallende wapens.
Bondscoach Olsson sprak bij zijn aantreden halverwege vorig jaar over Nederland ‘dat op een goede dag kon winnen van iedereen’. Na het WK, waar Nederland de kwartfinale haalde, sprak hij over Nederland als een team dat een dermate hoog niveau had dat het van een groot aantal teams móet winnen. Nederland wordt beter, concludeerde hij. De hand van de coach is daarbij zeker zichtbaar, door veeleisend te zijn in zijn manier van werken. Dikwijls vraagt hij talenten in de nationale competities of ze voor zichzelf extra trainingsuren maken.
Het fanatisme bleef
Maar succes kan er niet altijd zijn. Dat bewees ook de kwalificatiereeks voor het EK. Goede wedstrijden zoals tegen het favoriet geachte Kroatië (gewonnen en gelijk) worden afgewisseld met matige en de heenwedstrijd tegen Griekenland was er een uit de laatste categorie. Die ging uiteindelijk ruim en onnodig verloren.
Datzelfde Griekenland was zondag de laatste tegenstander in de kwalificatiereeks. Eigenlijk kon Nederland vrijuit spelen, want het ticket voor het EK was al binnen. Woensdag werd in en tegen België gewonnen, waardoor Oranje zeker was dat het begin volgend jaar naar Duitsland mag voor het Europees kampioenschap.
Maar juist vanuit de groep was de verwachting nog hoger dan voor het publiek, zo stelde Smits al voor de laatste kwalificatiereeks. Nederland wilde groepswinnaar worden, voor het eerst in de geschiedenis van het team. Dat fanatisme bleef, zeker omdat het basisteam bijna de hele wedstrijd in het veld bleef.
Waar voor zijn geld
En Nederland speelde uiteindelijk met de tegenstand. Met rust stond Oranje met 17-11 voor. En Nederland ging de tweede helft gewoon door. Het voorspelbaar spelende Griekenland kwam amper door de verdediging van Nederland, terwijl Oranje juist snel en creatief combineerde, ook weer aan de hand van Steins, Smits en een bedreven Dani Baijens.
Geholpen door de sfeer brak al tijdens de wedstrijd bij meerdere spelers de glimlach door. Oranje blij, en het publiek blij. Dat kreeg waar voor zijn geld.
Lees ook:
Voor handbal eenzaam en ver weg van huis: ‘Als persoon groei je er wel door’
De meeste Nederlandse tophandbalsters spelen om de paar jaar in een ander land, waar eenzaamheid op de loer ligt. ‘Het is lastig, maar je weet dat het erbij hoort.’