Tennis Australian Open
Griekspoor weet tegen Tsitsipas de barrière nog niet te slechten
Als laatste Nederlandse tennisser in het enkelspel ging vrijdag Tallon Griekspoor onderuit bij de Australian Open. Met opgeheven hoofd, maar ook een illusie armer.
Tallon Griekspoor was met een ongeslagen status in het nog prille tennisseizoen in Melbourne gearriveerd. Dat voedde het optimisme voor de Australian Open. Maar na twee nieuwe winstpartijen vervloog in de derde ronde de hoop. Eén setpunt, meer werd hem niet gegund door Stefanos Tsitsipas: 2-6 6-7 3-6.
In de aanloop naar het eerste grandslamevenement van het jaar kopte de ATP, de spelersvertegenwoordiger onder wiens auspiciën de proftoernooien op het hoogste niveau worden gehouden, ‘Dutch Delight’ op de site van de tour. Het was een verwijzing naar een succesje dat zich sinds 2004 niet meer had voorgedaan: twee Nederlanders tegelijkertijd in de halve finale in het topcircuit, waarbij Griekspoor in het Indiase Pune er zelfs met de hoofdprijs vandoor ging.
Mijlpaal had verwachting opgeschroefd
Juist die mijlpaal had bij Griekspoor zelf de verwachting opgeschroefd, voorafgaand aan zijn partij tegen Tsitsipas. Zou hij nu wel kunnen doen wat hem in drie eerdere beurten in grandslamverband tegen spelers uit de mondiale top tien niet lukte? Toen waren Alexander Zverev (Wimbledon, 2021), Novak Djokovic (US Open, 2021) en Carlos Alcaraz (Wimbledon, vorig jaar) een onneembare horde gebleken.
Tegen Tsitsipas, vierde van de wereld, slaagde hij er andermaal niet in de barrière te slechten. De Griek heerste op alle fronten. Al bood Griekspoor hem wel degelijk weerwerk. “Het was allemaal zo slecht nog niet, maar het verschil was iets te groot”, luidde zijn analyse. “Ik baal vooral dat ik niet meer uit de wedstrijd heb gehaald.”
Het kan een kwestie van tijd zijn. Nederland, ooit verwend met de ‘gouden generatie’ waarvan Wimbledon-winnaar Richard Krajicek het boegbeeld was, kroop de afgelopen twee jaar in het internationale mannentennis in het enkelspel uit een dal. Botic van de Zandschulp drong door tot de laatste acht bij de US Open in 2021. En Tim van Rijthoven, die eerst het ATP-grastoernooi in Rosmalen won en aansluitend naar de vierde ronde op Wimbledon denderde, stuntte vorige zomer.
Wekelijks een hoog niveau is de crux
Die ogenschijnlijke wederopstanding viel op. Tennislegende John McEnroe liet onlangs doorschemeren dat het drietal Van de Zandschulp, Griekspoor en Van Rijthoven ver kan komen. Mits ze wekelijks een hoog niveau weten te halen, de crux in een circuit waar de concurrentie moordend is.
Voor Griekspoor (26) was het niet meer dan een aansporing, de positieve woorden. De afgelopen jaren investeerde hij al nadrukkelijk in zijn carrière. Met Raemon Sluiter als aangetrokken coach en Bas van Bentum als ingehuurde fitnesscoach werkte hij sinds 2021 aan zijn spel en fysiek, iets wat zich dat seizoen al uitbetaalde: Griekspoor won acht toernooien op het tweede niveau, een nog altijd ongeëvenaarde prestatie.
De ‘koning van de challengers’, die inmiddels heeft gebroken met Sluiter en terug is bij zijn oude coach Kristof Vliegen, zette zijn opmars vorig jaar voort. De Nieuw-Venneper wandelde de top vijftig binnen, maar viel ook weer terug. Niet alleen blessures en twee coronabesmettingen waren daar debet aan. “Op dit niveau moet je er telkens staan, kun je niet verslappen. Dat bleek lastiger dan gedacht.”
Oplossingsgericht en vanaf het begin scherp zijn, was de les die Tsitsipas hem leerde. De vechtmodus was er, maar op het centercourt – volgens Griekspoor trager dan de eerdere buitenbanen – was zijn spelrepertoire te beperkt om zich in een kansrijke positie te manoeuvreren. Al was het geen schande: Tsitsipas aast in Melbourne bij afwezigheid van wereldranglijstaanvoerder Alcaraz, en na de vroege aftocht van de ook aanspraak makende mondiale nummer 3 Casper Ruud, op de troonsbestijging.
Lees ook:
Nieuw tijdperk aangebroken met Alcaraz als nummer 1 van de wereld
Met Carlos Alcaraz kreeg de US Open zondagnacht de gedroomde winnaar in een editie met een droomscenario. De Spanjaard en de Noor Casper Ruud streden niet alleen om hun eerste grandslamtitel, maar ook om de eerste plaats op de wereldranglijst.