Frank Loomans kwam van het stotteren af door spraak te zien als een stromende rivier. 'Ik vertrouwde er voortaan op dat de woorden wel komen.'

WetenschapStotteren

Stotteren is geen spraakprobleem, maar een mentale blokkade

Frank Loomans kwam van het stotteren af door spraak te zien als een stromende rivier. 'Ik vertrouwde er voortaan op dat de woorden wel komen.'Beeld Getty Images

Spraakpatholoog Eric S. Jackson kreeg het voor elkaar om stotterende proefpersonen minutenlang vloeiend te laten praten. Hoe? Door ze alleen te laten.

Steven de Jong

Vrijwel iedereen die stottert, praat vloeiend als er niemand luistert. Zodra dat isolement verbroken wordt, komen de blokkades terug: eerst in het hoofd en daarna in de spraak. Mensen die stotteren, stotteren dus niet altijd. Zelfs de ergste stotteraars kunnen uren achtereen vloeiend in zichzelf praten of vloeiend voorlezen, mits er niemand op gehoorafstand is.

Voor hun sociale omgeving is dat lastig voor te stellen. Zeker voor diegenen die wat verder af staan van degene die stottert. Maar ook wetenschappers weten er niet goed raad mee. Onderzoek na onderzoek wijzen zij op een genetische en/of neurologische component, maar ze verklaren niet waarom de beperking in sommige situaties afwezig is.

De resultaten waren verbluffend – voor de onderzoekers, althans

In nieuw onderzoek van New York University blijft die verklaring wederom uit. Maar daarin is het ‘praat-alleen-effect’ nu wel wetenschappelijk bewezen. Volgens hoofdonderzoeker Eric S. Jackson voor het eerst. Hij onderwierp 24 stotterende proefpersonen aan vijf situaties: een gesprek, hardop voorlezen, in je eentje spreken, herhalen wat eerder in isolement is gezegd, en een tweede gesprek. Om het ‘in je eentje spreken’ uit te lokken, kregen de deelnemers een toets die menigeen vanzelf hardop in zichzelf laat praten. Vooraf werd ook medegedeeld dat die toets gemakkelijker is als je je gedachten uitspreekt. Vervolgens werden de proefpersonen in een ruimte alleen gelaten, zich niet bewust van een videorecorder.

De resultaten waren verbluffend. Althans, voor het onderzoeksteam. De stotterende proefpersonen (allen volwassen) wisten namelijk al van jongs af aan dat ze in isolement vloeiend kunnen spreken. Maar nu werd dat eindelijk in een laboratorium bewezen. In slechts zeven van de tienduizend geproduceerde lettergrepen werd een ‘mogelijk milde stotter’ waargenomen, door de onderzoekers toegeschreven aan drie van de 24 proefpersonen. Met andere woorden: van stotteren was eigenlijk geen sprake meer.

In het Journal of Fluency Disorders, een wetenschappelijk tijdschrift, trekken de onderzoekers de conclusie dat het idee van een horend publiek een cruciale rol speelt bij stotteren. Vervolgonderzoek zou zich moeten richten op de vraag of dit ligt aan ‘zorgen over het oordeel van luisteraars of andere communicatieprocessen’. Hoofdonderzoeker Jackson, op de site van de universiteit: “Ik denk dat dit het bewijs levert dat stotteren niet zomaar een spraakprobleem is. In de kern moet er een sterke, sociale component zijn.”

Hoe minder comfort, des te meer gestotter

Jackson pleit ervoor het ‘praat-alleen-effect’ ook te onderzoeken bij stotterende kinderen, zodat duidelijk wordt wanneer sociale overwegingen het reeds aanwezige stotteren beïnvloeden. Niet-vloeiend spreken komt volgens het Nederlandse Stotterfonds bij 5 procent van de kinderen op de basisschool voor. De meesten groeien eroverheen.

Stotteren wordt in de wetenschap vergeleken met een ijsberg: slechts de top is zicht- en hoorbaar (gehakkel, knipperen, knikken, praten op restadem), de rest (schaamte, angst, vermijden van bepaalde woorden én bepaalde situaties) zit onder water.

Hoe minder comfort, hoe meer stotters – zoveel is wel duidelijk. Kinderen die er niet overheen groeien, gaan in de loop van hun schooltijd vaak erger stotteren. Niet zelden lopen zij later in hun baan vast. Wereldwijd stottert, zo wordt algemeen aangenomen, 1 procent van de bevolking. In Nederland tussen de 150.000 en 200.000 mensen, in meer of mindere mate.

Je komt er nooit meer vanaf

Stottertherapieën richten zich zowel op spraakmotoriek als op mentale processen, maar het succes van dat soort hulp is bescheiden. Stotter je als kind langer dan drie jaar achtereen, zo is de heersende opinie, dan kom je er waarschijnlijk nooit meer helemaal vanaf. Er zijn echter uitzonderingen, bijvoorbeeld de 51-jarige Frank Loomans die nu vrijwel van het stotteren af is (zie kader).

In een klinische omgeving blijkt het overigens wel mogelijk om mensen die ernstig stotteren voor een publiek eventjes helemaal vloeiend te laten spreken. Met robotachtige spreektechnieken is het voor sommigen zelfs mogelijk buiten de kliniek nog enige tijd vloeiend te spreken – al blijkt dat psychisch een heel zware, doorgaans te zware opgave.

‘Ik vertrouwde er voortaan op dat de woorden wel komen’

Bijna iedereen die stottert, blijkt in bepaalde situaties tóch in staat om vloeiend te praten: tegen een dier, een baby, een partner, hardop in jezelf of in sommige gevallen onder invloed. De 51-jarige Frank Loomans leerde afgelopen jaren om die onbevangen staat, waarin non-verbale gedachten als vanzelf overgaan in vloeiend uitgesproken zinnen, op te zoeken en uit te breiden.

Loomans was door het stotteren in een isolement geraakt. “Bij familie en vrienden kon ik redelijk zeggen wat ik wilde. Buiten die zone sprak ik met trucs. Ik blies al mijn lucht eruit en sprak op mijn laatste restje adem. Dat gaf nog enig gevoel van controle, maar helder nadenken over de inhoud lukte dan niet meer.” Als trucs niet hielpen, verviel hij in ‘hardcore stotteren’. Dan perste hij de woorden eruit, liep rood aan, schokte met zijn lijf. “Er waren twee Franken: een die zichzelf was en een die in een angst- en paniekstaat probeerde te overleven.”

Hij is nu vrijwel van het stotteren af. Zijn bron van inspiratie? Ruth Mead, een Amerikaanse vrouw die zichzelf na 33 jaar ‘genas’ van het stotteren. Mead heeft dat beschreven in Speech is a river, een boek dat in 2011 verscheen en onlangs in het Nederlands is vertaald door Stotterinsight.nl, een kennisplatform voor stotteraars. Loomans: “Toen ik dat boek las, dacht ik: wow, dit klopt. Het is 180 graden anders dan wat ik heb geleerd, maar verdorie, ze heeft gelijk!”

Loomans vat de these van het boek als volgt samen: “Mensen die stotteren zijn voortdurend bezig met trucjes die soms werken, maar op termijn alleen maar de spanning opbouwen en het stotteren erger maken. Denk aan het repeteren van zinnen, checklisten, het controleren van de ademhaling. Daarmee blokkeren ze voortdurend de flow of speech. Datzelfde geldt eigenlijk ook voor de technieken die worden aangeleerd in methodes die zich richten op de spraak zelf en nauwelijks op de emotionele aspecten daaronder. Als vloeiende sprekers zó met hun spraaktechniek bezig zouden zijn, zouden ze ook gaan stotteren.”

Het was volgens Loomans “niet van ta-da: ik las het boek en werd opeens vloeiend spreker”. Er volgde een proces van vallen en opstaan. Om het inzicht ‘spraak is een rivier’ te internaliseren, werkte hij aan zijn spirituele en persoonlijke ontwikkeling. “In plaats van aan het symptoom te werken, haalde ik stenen uit het water. Ik trainde mezelf in spreken vanuit flow, de gedachte aan een stroom. Ik vertrouwde er voortaan op dat de woorden wel komen.”

In dit interview hapert hij geen enkele keer. In alles is hij nu welbespraakt: duidelijke articulatie, prettige intonatie, normaal spreektempo. Het kost soms moeite om deze spraakwaterval te onderbreken, maar dat kan ook komen doordat de interviewer zelf stottert.

Hoe is het leven als vloeiendspreker? “Het is heerlijk om onvoorbereid spreeksituaties in te gaan. Vroeger deed ik het omgekeerde. Op weg naar de bakker peinsde ik voortdurend over de woorden waarmee ik zou bestellen. Ik zat me helemaal op te fokken en dan stond ik daar verkrampt. Nu stap ik gedachteloos overal op af. Het helpt mij niet om met techniek of stotteren bezig te zijn. Doe ik dat toch, dan zeg ik tegen mezelf: ‘stop, dit heeft geen zin’.”

Inmiddels heeft Loomans Speech is a river en andere visies omgezet naar een eigen methode, de Stottercoach-methode. Sinds deze zomer helpt hij volwassenen de weg te volgen die hij zelf baande om stottervrij te worden. Je zou kunnen zeggen dat hij stotterende volwassenen terugflitst naar hun kinderjaren, toen ze onbevangen wat hakkelden en nog niet met hun stotteren bezig waren. Zoals kinderen hun haperingen doorgaans ontgroeien, zo helpt hij de volwassen stotteraars in het hervinden van hun vertrouwen in de natuurlijke en spontane manier van spreken. Of zoals Loomans zegt: “Dat je lekker vanuit jezelf kletst.”

Lees ook:

Waarom ik in Spanje niet stotter

Nick de Jager hield altijd van grappen over zijn stotteren, omdat het leek op acceptatie. Maar in Spanje, waar die grappen uitblijven, stottert hij na verloop van tijd bijna niet meer.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden