WetenschapPoolexpeditie
Oog in oog met een walvis begreep Arita Baaijens iets van het bestaansmysterie
Vrouwelijke wetenschappers, kunstenaars en activisten voeren in november gezamenlijk naar de poolcirkel. Om metingen te doen, maar ook om te praten over ‘aanvullende perspectieven op de natuur’.
Belangrijk vinden ze het wetenschappelijke wereldbeeld allemaal − de wetenschappers van Sea Women hebben er niet voor niets hun werkzame leven aan gewijd. Maar de dominantie van dat wereldbeeld is ook ongemakkelijk, menen ze. Met een louter wetenschappelijk bril mis je zaken van wezenlijk belang.
Sea Women Expeditions organiseert daarom expedities naar het noordpoolgebied die een veelheid aan perspectieven samen proberen te brengen. Om de ecologische en sociale gevolgen van klimaatverandering in kaart te brengen, maar ook om ruimte te maken voor andere geluiden.
Alleen vrouwen, vanuit de hele wereld, nemen deel – de organisatie wil de positie van vrouwen in de wetenschap versterken met leiderschapsprogramma’s en ervaring ‘in het veld’. Sea Women Expeditions houdt daarbij de blik op de natuurlijke wereld zo breed mogelijk, met aandacht voor de zienswijzen van inheemse gemeenschappen en diverse culturen en disciplines.
Sporen verdiend als ontdekkingsreiziger
Niet verwonderlijk dat er ook een mailtje uitging naar de Nederlandse auteur en bioloog Arita Baaijens met de vraag of ze mee wilde. Baaijens lijkt geknipt voor een dergelijke expeditie. Ze heeft haar sporen (en diverse internationale prijzen) verdiend als ontdekkingsreiziger.
Zeventien jaar lang trok ze jaarlijks met kamelen door de Sahara, ze reisde te paard naar het Altaj-gebergte in Centraal-Azië en leefde in het regenwoud van Papoea-Nieuw-Guinea. Daarnaast richt ze zich sinds 2019 in haar werk specifiek op de zee. Met het project ‘Taal voor de Toekomst’ ontwikkelde ze samen met een ‘lerende taalmachine’ nieuwe woorden om onze relatie met de zee te verrijken.
Want dat is het thema van al haar boeken, reizen en projecten: wat kunnen we leren van andere benaderingen van natuur naast de wetenschappelijke methode van het Westen? “Als we de natuur willen beschermen, is het essentieel dat we ons weer met haar weten te verbinden. Dan zijn er ook andere methoden en verhalen nodig”, zegt Baaijens.
“De expeditie naar de Noorse Zee was een uitgelezen kans om daarover in gesprek te gaan met wetenschappers, kunstenaars, filmmakers, verhalenvertellers, activisten.”
Hechte relaties met de natuur
De vrouwen vertrokken eind november 2022 uit Tromsø, in het hoge noorden van Noorwegen, aan boord van de Vestland Explorer. Op zee hielpen ze marien biologen en oceanografen bij het nemen van watermonsters op plankton en eDNA (environmental DNA), zoals uitwerpselen en huidcellen die wijzen op de aanwezigheid van organismen in het water.
In de avonduren waren er lezingen en presentaties, en vertelde Baaijens over de natuurbeelden waarmee ze op haar reizen in aanraking kwam. “Volgens de Mongoolse nomaden zijn de bergen van de Altaj bezield. In Papoea-Nieuw-Guinea luisteren de mensen naar de zang van vogels om te horen of de rivier gaat overstromen.
“Natuurlijk denk ik daar het mijne van. Maar ik heb op een gegeven moment besloten dat als een heel volk iets gelooft, ik niet mijn scepsis de boventoon laat voeren, maar het ga onderzoeken.”
Zien we de natuur als object of als levende entiteit?
Het mooie van zulke natuurbeelden vindt Baaijens dat er elementen van wederkerigheid en hechte relaties met de natuur in doorklinken. Of die denkbeelden waar zijn, is niet de juiste vraag. “Het gaat om levensbeschouwingen. Zien we de natuur als object of als levende entiteit? Dat bepaalt welke verhalen we vertellen, of we ons wel of niet verbonden weten met planten en dieren.
“In ons wereldbeeld zijn mens en natuur gescheiden en dat sanctioneert de economische exploitatie van alles wat niet-mens is. Bossen, de Noordzee, rivieren, dieren: we kunnen ermee doen wat we willen.”
Baaijens merkt dat mensen soms een beetje meewarig lachen om zulke perspectieven. “Maar vraag je eens af waarom je het zo gek vindt klinken. In zulke reacties onthult zich ons wereldbeeld. Weet je wat pas gek is? Dat we allerlei data hebben over klimaatverandering, maar toch onze uitstoot niet verminderen.
‘Uiteindelijk zijn we toch niet zo rationeel’
“Uiteindelijk zijn we toch niet zo rationeel. Als adviesrapporten en statistieken genoeg waren om in beweging te komen, zaten we nu niet in een ecologische crisis van klimaatverandering en massa-extinctie. Blijkbaar is er ook een ander appel nodig.”
Daarin zijn volgens Baaijens een kunstzinnige benadering, emoties en ervaringen, andere taal, verhalen, mythen en de inzichten van inheemse volkeren en andere culturen belangrijk.
“Niet om de natuurbeelden van andere volkeren te kopiëren. Dat zou nooit werken in onze samenlevingen, die verslingerd zijn aan feiten en controle over de natuur. Maar we kunnen ons er wel door laten inspireren. Als we andere denksporen volgen, vinden we wellicht andere ideeën.”
‘Hoofd en hart moeten hand in hand gaan’
Hoe valt een betoog over de grenzen van de wetenschappelijke methode bij deelnemers aan een wetenschappelijke expeditie? “Er zijn wetenschappers die erg moeten wennen aan deze benadering”, zegt Wing Yan Chan. Ze is marien bioloog aan de University of Melbourne in Australië, doet wereldwijd onderzoek naar het herstel van koraalriffen en was een van de leiders van het wetenschapsteam op de Vestland Explorer.
“Ik vind het waardevolle aanvullingen”, zegt ze. “De wetenschappelijke methode is niet de enige manier om naar de wereld te kijken. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het eigenlijk een mens-vreemde methode is om objectief en afstandelijk te zijn. Die moet je jezelf aanleren; intuïtief zijn we veel meer geneigd tot subjectiviteit. In die zin schurken we van nature dichter tegen de kunstenaar aan dan tegen de wetenschapper.”
Kathy Xu benadrukt dat hoofd en hart hand in hand moeten gaan. Ze is docent en schrijver in Singapore en oprichter van The Dorsal Effect, een organisatie van voormalige haaienvissers op Lombok (Indonesië), die nu toeristen meenemen op snorkeltrips.
Feiten en cijfers blijven ook nodig
“Feiten en cijfers kunnen mensen wel degelijk in beweging brengen, als ze maar op de juiste manier worden gepresenteerd. Een indringende ervaring werkt misschien het beste om een eerste connectie met natuur te maken, maar daarna is wetenschap aan de beurt. Voor effectieve natuurbescherming moet je toch vaak bij beleidsmakers zijn, en die willen data.”
Jurist Leslie Anne St. Amour, gespecialiseerd in milieurecht en reisleider op kampeertrips in de Canadese wildernis, ziet niet zoveel verschil tussen de wetenschapper en de kunstenaar. “Beiden observeren de wereld en proberen die te begrijpen. Er zit vooral verschil in hoe ze hun interpretatie vormgeven.”
Vuurvliegjes geven het ritme aan
St. Amour behoort tot de Bonnechere Algonquin First Nation-gemeenschap van de inheemse bewoners van Canada. Haar vader is Algonquin, en daardoor waren elementen van Baaijens’ betoog bekend terrein.
“Zoals stilstaan bij niet-menselijke perspectieven. Ik heb een blokhut in het bos. Als ik daar ben, voel ik me nooit alleen. Ik ben me bewust van de dieren, zie hoe ze op mij reageren. Ik kan me niet eens voorstellen dat ze géén mening over mij hebben.”
De natuurkennis van inheemse volkeren is bij uitstek een voorbeeld van wat een louter wetenschappelijke blik laat liggen, stelt Baaijens.
Kennis die niet is gekwantificeerd kan nog steeds waar zijn
St. Amour: “Zulke kennis is niet gekwantificeerd. Ze heeft vaak de vorm van een verhaal, maar is daardoor niet minder wáár. Zo vertellen de ouderen dat je niet op herten mag jagen zolang er ’s avonds nog vuurvliegjes zijn. Dat is tot ongeveer juli, augustus.
“Het lijkt een gekke regel, die nergens op slaat. Maar in die maanden eindigt ook de zoogtijd van de hertenkalfjes. Zou je in de verkeerde periode een moederhert schieten, dan sterft ook het jong – je zou lichtzinnig nóg een leven nemen, en dat is niet toegestaan bij de Algonquin.
“In feite getuigt dat voorschrift van respect, van de gedachte dat we plichten hebben jegens de natuur. Van duurzaamheid ook, want de hertenpopulatie wordt op deze manier niet overbejaagd.”
Aboriginals vertellen hoe het landschap er uitzag toen de zeespiegel veel lager stond
Wing Yan Chan noemt het voorbeeld van de Australische aboriginals, die kennis overdragen via dans of schilderingen. “Aboriginals kennen vertellingen over hoe het landschap er vroeger uitzag, toen de zeespiegel veel lager stond.
“Onlangs is met duikers en camera’s het onderwaterlandschap in kaart gebracht en bleken die verhalen, die meer dan tienduizend jaar teruggaan, te kloppen. Zo wisten aboriginals ook van fire hawks: roofvogels die brandende takken oprapen om elders een nieuwe bosbrand te veroorzaken, zodat ze vluchtende prooidieren kunnen grijpen. Ook dat is nu bevestigd na wetenschappelijk onderzoek.’
‘Om kippenvel van te krijgen’
Baaijens’ verhaal viel in goede aarde op het schip. Als er nog bedenkingen waren, dan werden die door hulp uit onverwachte hoek weggenomen: door orka’s en bultruggen. Regelmatig gingen de opvarenden te water om opnamen te maken van hun gedrag en geluid. Baaijens: “Zo bijzonder om ze te horen zingen en te beseffen dat het taal is. Dat je even een glimp van hun levens mag meemaken. Om kippenvel van te krijgen.”
De laatste dag was het indrukwekkendst. “De orka’s hadden de haring in een fjord bij elkaar gedreven in een bal om ze gemakkelijker te kunnen vangen. Ik weet nog dat ik dacht dat ik er niet middenin terecht moest komen, want er kon elk moment een bultrug naar boven komen om een hap te nemen.
“Ik zwom langs die muur van vis, orka’s schoten heen en weer. Toen zag ik onder me een enorme gestalte met witte vinnen, heel elegant voorbij glijden. Eén moment lang keek ik direct in het oog van de bultrug. Toen was hij weer weg.”
‘Het was alsof ik, kijkend in het oog van de walvis, ineens iets begreep van het bestaansmysterie’
Baaijens raakt ontroerd als ze zich de ervaring voor de geest haalt. “Je ontmoet een wezen met een eigen perceptie, een eigen cultuur, dat ons geen kwaad doet. Het was alsof ik, kijkend in het oog van de walvis, ineens iets begreep van het bestaansmysterie – en toen was het weer weg.
“Dat klinkt idioot, maar het effect is er niet minder om. Als bioloog kan ik er niets mee, maar als mens wel. Het heeft mijn betrokkenheid bij het leven in zee versterkt en dat doet een beroep op mijn verantwoordelijkheidsgevoel.”
Baaijens staat met die ervaring niet alleen. “Ik kan het bijna niet onder woorden brengen”, zegt Kathy Xu. “Als ik erover begin, voel ik tranen komen. Het was overweldigend, onbegrijpelijk. Je voelt je klein, nederig en bevoorrecht dat je zo dicht bij orka’s mag komen. En tegelijkertijd weet je dat je nooit dichtbij genoeg zal kunnen komen om ze te begrijpen.”
Leslie Anne St. Amour spreekt van een ‘surrealistische’ ervaring. “Ze doken niet weg voor ons. Het was heel emotioneel. Mijn overheersende gevoel is dankbaarheid. En nieuwsgierigheid: wat denken deze dieren van ons?”
De poëtisch-ecologische methode
Na terugkomst van de Vestland Explorer werden alle opnamen en data in de juiste wetenschappelijke kanalen ondergebracht. “Maar over zulke ervaringen als met de walvis en de orka’s zul je in de wetenschappelijke papers nooit iets lezen”, zegt Baaijens. “Terwijl ze wel relevant zijn voor ons mens-zijn en hoe we ons verhouden tot de wereld.”
Is Baaijens niet bang dat haar verhaal verkeerd begrepen wordt, in een tijd waarin wetenschap onder vuur ligt van klimaatsceptici en virusontkenners?
“Begrijp me goed: ik ben zelf bioloog. Ik heb niets tegen de wetenschappelijke methode. Die heeft ontegenzeggelijk veel goeds gebracht. Maar ze kan niet de menselijke ervaring ten volle beschrijven. Waarom is iets alleen waar als het reproduceerbaar en meetbaar is? Dat versimpelt de realiteit. Als je alleen op de wetenschap wilt vertrouwen, ga je voorbij aan wat ons mens maakt.”
‘Bovenal ben ik op zoek’
Het is moeilijk om Baaijens’ benadering onder één noemer te brengen. “Ik noem het wel eens de poëtisch-ecologische methode. Maar ik heb het antwoord ook niet. Bovenal ben ik op zoek. Ik gebruik de ervaringen die ik opdoe tijdens mijn reizen, en verbaas me.”
Inmiddels bevragen ook Nederlandse natuurbeschermers ons dominante wereldbeeld. “Denk aan de Ambassade van de Noordzee. Er is een beweging voor het toekennen van rechten aan rivieren en bergen, en het Nieuwe Instituut in Rotterdam is de eerste ‘zoöp’: een organisatiemodel waarin ook de belangen van niet-menselijk leven zijn vertegenwoordigd in de besluitvorming.”
Baaijens hoopt dat bestuurlijk Nederland dat voorbeeld volgt en de zee gaat betrekken bij alle zaken die haar aangaan. Daarom solliciteert ze later dit jaar bij de Noordzee op de nog niet bestaande functie ‘spreker voor het leven in zee’, waar ze ook een boek over schrijft. “Natuurlijk is dat een gek experiment. Maar wat ik wil laten zien, is dat de bazige manier waarop we nu met de zee omgaan nog veel gekker is.”
Correctie
Een eerdere versie van dit artikel vermeldde dat Arita Baaijens zich sinds 2019 in haar werk specifiek op de zee richt. Dat jaartal moet zijn 2019.
Lees ook:
Volgens Arita Baaijens kunnen we allemaal praten met de zee
Wereldreiziger Arita Baaijens gaat ‘in gesprek met de Noordzee’ om tot een taal te komen die wél recht doet aan onze natuurervaringen. “Dit is geen New Age, maar een stap terug naar normaal.”
‘Wetenschap is niet zomaar een mening’
Het is een hardnekkig misverstand dat de wetenschap dé waarheid ontdekt. Toch bestaat waarheid in de wetenschap wel. Wetenschapsfilosoof Chunglin Kwa legt uit hoe het zit: elke stijl van wetenschap hanteert een eigen soort waarheid.