ColumnJan Beuving
Met de teksten van cultmuzikant Tom Lehrer mag je vanaf nu doen wat je wil
Als manna uit de hemel viel afgelopen week een geschenk op ’s werelds deurmat: een splinternieuwe website met alle liedteksten van wiskundige Tom Lehrer, sommige voorzien van bladmuziek. Tom Lehrer is de inmiddels 92-jarige legende die in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een paar platen uitbracht waarmee hij een cultstatus verwierf. Wat zeer heeft bijgedragen aan die cultstatus, is dat hij na die tijd nooit meer heeft opgetreden. Hij ging weer verder met lesgeven, wat hij tot aan zijn pensioen deed, en vult zijn dagen nu in de luwte. Interviews geeft hij niet. Biografieën wil hij niet. In beroemdheid is hij niet geïnteresseerd.
Hij heeft in zijn actieve jaren geen heel omvangrijk oeuvre bij elkaar geschreven – een kleine honderd liedjes. Als je om zes uur bij het avondeten begint, kun je voor middernacht alles hebben beluisterd. De grootste bekendheid geniet ‘The Elements’, een lied waarin hij op duizelingwekkende snelheid alle (toen bekende) elementen uit het periodiek systeem bezingt (op muziek van Arthur Sullivan).
De omvang mag dan klein zijn, maar de dichtheid van zijn werk is enorm, en de kwaliteit ongeëvenaard. Voor wie hem niet kent: hij is te vergelijken met mannen als Drs. P, Ivo de Wijs en Kees Torn – allemaal navolgers van hem. De invalshoek van zijn teksten is bijna altijd satirisch-ironisch, en zelfspot is zijn scherpste wapen. Niet voor niets dragen zijn albums titels als ‘An evening wasted with Tom Lehrer’ (‘Een avond verknold met Tom Lehrer’), en was hij niet te beroerd om citaten uit slechte recensies af te drukken op de lp-hoes (‘De muze van Tom Lehrer wordt niet gehinderd door zoiets als smaak’, schreef The New York Times bijvoorbeeld.)
Hij perst de gedachte door de rijmdwangbuis
Wat maakt zijn werk zo goed? En hoe komt het toch dat zijn werk zo wiskundig overkomt? Het antwoord op die laatste vraag ligt deels in de onderwerpkeuze: hij maakte liedjes over liters en grammen, wiskundeonderwijs en wat wiskunde is, en hij had in de jaren vijftig een natuurkundige revue. Maar ook zijn niet-wiskundige werk verraadt zijn komaf. In het lied ‘Poisoning Pigeons in the Park’ (duiven vergiftigen in het park) zingt hij: ‘We’ll murder them all amid laughter and merriment / Except for the few we take home to experiment. / My pulse will be quickenin’ / With each drop of strychnine / We feed to a pigeon / (It just takes a smidgin) / To poison a pigeon in the park’.
Probeer dat maar eens te vertalen. Ondoenlijk, als je hetzelfde aantal lettergrepen en het rijm wilt behouden. Maar aan die tekst zie je wel iets wiskundigs. Een wiskundige is voortdurend gebonden aan de regels. Binnen die regels moet je zo creatief mogelijk zijn. Rijm en metrum zijn ook regels waarbinnen Lehrer zich zo elastisch mogelijk gedraagt, met rijmparen als smidgin/pigeon en quickenin/ strychnine als resultaat. (Een smidgin is een snufje, en strychnine is een zeer giftige stof.) De regels sturen de taal; hij perst de gedachte door die rijmdwangbuis.
Alle teksten zijn nu rechtenvrij
Zijn uitgangspunt is bijna altijd enthousiasme voor een tegendraads thema. Zoals bijvoorbeeld duiven vergiftigen. Maar ook over plagiaat (‘Plagiarize! / Let no one else’s work evade your eyes’) en de Derde Wereldoorlog (‘So long, Mom / I’m off to drop the bomb’) heeft hij extreem vrolijke liedjes geschreven. Vrolijkheid die de gruwelijkheid juist accentueerde. Alsof hij vanuit het gerijmde de ongerijmdheid van het leven aantonen wilde.
Alle teksten zijn, zegt Lehrer op zijn website, vanaf nu rechtenvrij. Iedereen mag ermee doen wat hij of zij wil. Anders dan het Bijbelse manna zijn ze niet bedorven na een dag – maar een houdbaarheidsdatum heeft de website wel: op 31 december 2024 gaat hij weer uit de lucht. Een belofte die zo stipt is, dat hij hem ongetwijfeld nakomt, desnoods postuum. Snel naar tomlehrersongs.com dus.
Ondertussen is het een mooie uitdaging om Lehrers principes na te streven, nu hij zelf in ruste is. Laat de mensen voor je dokken / en vertrek dan onverschrokken / naar je villaatje, en als het volk gaat mokken / zoek dan niet naar zondebokken; / zoek je heil maar / in ‘betrokken, maar niet onfeilbaar’.
Lees ook:
Eerdere columns van Jan Beuving