Maatschappelijk debat
Klimaatwetenschappers worden steeds assertiever: ‘Het is een plicht om je uit te spreken’
Wetenschappers brengen ons al decennia verontrustend nieuws over het klimaat, maar veel verandering heeft dat nog niet teweeggebracht. Heel wat academici stellen zich dan ook assertiever op.
De ijsplaten die Antarctica omringen zijn veel kwetsbaarder dan voorheen gedacht, kon Melchior van Wessem ons eerder dit jaar melden na uitgebreid onderzoek. En als ze het begeven, wat gebeurt er dan met de gigantische hoeveelheden ijs die op het vasteland van het continent liggen? Dat vraagteken is oprecht, Van Wessem weet het niet, maar het onderzoek maakt duidelijk dat we zeer verontrustende scenario’s serieus moeten nemen.
Hoe is hij daar zelf onder? “Het is niet zo dat de resultaten van mijn onderzoek me bang maken”, zegt hij. “Maar bezorgd moeten we zeker zijn.” Of die analyse door een breed publiek gedeeld wordt, is de vraag. Een jarenlange stroom van steeds verontrustender bevindingen heeft verbazend weinig maatschappelijke urgentie opgeleverd. Rapporten met laatste waarschuwingen werden opgevolgd door allerlaatste waarschuwingen en zo verder.
Lezen ze onze rapporten wel?
Sonia Seneviratne was co-auteur van een flink aantal van de meest toonaangevende onder die rapporten van het IPCC. Dat is een panel van de Verenigde Naties dat de staat van de wetenschap rond klimaatverandering bijhoudt. “Er is een kloof tussen de bevindingen en de actie die wordt ondernomen”, zegt ze. Is dat frusterend? “Het is niet bevredigend. We blijven dezelfde boodschap herhalen en er verandert niet genoeg.” Het leidt er voor haar toe dat ze zich duidelijker en vaker uitspreekt dan voorheen over de consequenties van haar bevindingen.
“Steeds meer wetenschappers denken ‘dat werkt niet’”, merkt ook Van Wessem. “Vroeger legden we bij wijze van spreken een rapport neer en liepen we weg. Nu blijven we staan om te kijken of beleidsmakers het wel echt lezen.”
Die toegenomen assertiviteit zie je volop. “Het leeft op dit moment enorm”, zegt Han Olff, een hoogleraar ecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen die zelf ook het podium niet schuwt. Dat doet hij zelf al langer – “Ik geloof in een actieve rol van wetenschappers in het maatschappelijk debat” – maar hij ziet het om zich heen ook steeds meer: “De noodzaak is toegenomen”.
De balans vinden
Voor de Universiteit Utrecht is de discussie prominent genoeg om afgelopen week haar verjaardag, de dies natalis, aan het thema te wijden. “Hoe vinden we de juiste balans tussen reflectie en actie?” De universiteit verleende daarbij eredoctoraten aan prominente onderzoekers die niet terughoudend zijn om zich uit te spreken. Seneviratne kreeg er een, de Canadese onderzoeker Corinne Le Quéré, gespecialiseerd in de CO2-cyclus, was de ander.
In haar rede sprak Le Quéré van ronduit ‘angstige tijden’. Al jaren heeft ze een plaats aan de tafel bij beleidsmakers om advies te geven. “Ik weet gewoon niet hoe ik ze duidelijk moet maken dat ze iets moeten doen”, zei ze twee jaar geleden. Inmiddels is er wel veel verbeterd, zegt ze nu. “We zijn de ontkenning voorbij, overheden doen niet langer niets. Het beweegt, alleen veel te langzaam.”
Dat relatieve optimisme betekent ook dat een constructieve benadering gepast is. “We moeten de boodschap blijven brengen. De nadruk leggen op waar de mogelijke oplossingen zitten en ook op wat niet realistisch is. Onze kennis moet de bandbreedte aangeven van wat realistische keuzes zijn. De keus wat te doen moeten we aan de samenleving en hun gekozen vertegenwoordigers laten.”
Weg van de ivoren toren
Ieder brengt die boodschap op een eigen manier, met eigen afwegingen. Maar het telt op tot een luidere stem. En tot discussie over de rol van wetenschappers in het maatschappelijk debat, al speelt dat meer buiten de academie dan erbinnen, denkt Olff. Hij ziet twee misvattingen: “Enerzijds is er een toenemende neiging om de wetenschappelijke kwaliteit in twijfel te trekken van wetenschappers die zich duidelijk uitspreken in het publieke debat. Anderzijds is er die karikatuur van de ivoren toren waar wetenschappers meer uit zouden moeten komen.”
Beide beelden kloppen niet volgens hem: “Juist in een heftig maatschappelijk debat moeten wetenschappers op een objectieve manier feiten en mogelijke oplossingen aandragen, en dat hebben ze eigenlijk altijd al gedaan zolang wetenschap bestaat.”
Schroom om buiten die karikatuur van de ivoren toren te treden is er nu steeds minder. “Een risico om je uit te spreken?”, vraagt Seneviratne. “Ik kijk vooral naar het risico dat we lopen als we ons niet uitspreken. Het risico is reëel dat ons over twintig jaar wordt verweten dat we niet genoeg hebben gedaan om de urgentie van dit probleem duidelijk te maken.”
De straat op
Marjan Smeulders zal dat verwijt niet gauw krijgen. De microbioloog aan de Radboud universiteit is actief binnen Scientist Rebellion, een groep academici die ontregelende acties onderneemt. Met zeker honderd stonden ze in maart in witte jassen op de A12, als deelnemers aan een massale blokkade van die snelweg. Vorig weekeind demonstreerden ze bij het vliegveld in Eindhoven tegen privéjets, en blinddoekten ze door het hele land standbeelden. Geregeld laat Smeulders zich arresteren wegens wetsovertredingen. “De eerste keer was superspannend, maar het went.”
Smeulders ziet geen dilemma meer tussen onderzoek en actie, en ze weet ook nog precies wanneer dat haar helder werd. In 2018 las ze in de trein op weg naar de universiteit het laatste IPCC-rapport, mede geschreven door Seneviratne.
“Het ging over scenario’s bij opwarming, en ik zag dat bij 1,5 graad, het meest gunstige scenario, de koraalriffen al gewoon verdwijnen. Ik vond het zo schokkend! Ik gaf die dag college en heb nog snel een sheet aan mijn presentatie toegevoegd over de bevindingen. Dat was het moment dat ik besefte dat ik een plicht heb om me uit te spreken. Veel mensen hebben de ruimte niet om over deze dingen na te denken. Wij zijn als wetenschappers getraind om deze rapporten te kunnen lezen, we hebben toegang tot al die literatuur. Het voorrecht om te weten brengt de plicht iets te doen.”
“Je doet dingen die niet mogen. Dat doen wetenschappers normaal niet”, zegt Smeulders. “Maar wij zien geen andere mogelijkheid. We zijn wanhopig. Dat ben ik als burger, als moeder, maar ook als wetenschapper. Dit is onze wanhoopskreet.”
Scientist Rebellion groeit flink, maar het is niet voor iedereen, merkt ze. “Ik krijg best veel steun op de afdeling, maar veel collega’s zeggen ‘goed dat je dit doet, maar ik doe het niet’.” Aan de andere kant is er ook weinig afkeuring. Er zullen best collega’s zijn die het helemaal niks vinden, denkt Smeulders, maar daar hoort zij geen klachten over.
Het is nu echt wel zeker
Het uitblijven van discussie over het maatschappelijk engagement van academici heeft alles te maken met de toegenomen wetenschappelijke consensus over klimaatverandering. Het onderzoek naar klimaatverandering heeft grote sprongen gemaakt. “Het is de laatste jaren extreem helder geworden hoe urgent dit is”, zegt Seneviratne. Die kennis is op zich al een factor die de toegenomen assertiviteit van wetenschappers helpt verklaren.
Olff vindt dan ook dat critici te gemakkelijk een beroep doen op wetenschappelijke twijfel. “Als iemand roept om meer onderzoek, of ‘nog veel vragen heeft’, is dat helaas vaak een truc om de resultaten van eerder onderzoek juist niet te gebruiken. ‘Zolang we niet alle onzekerheid kunnen uitsluiten doen we niets’, die houding. Op die manier worden vragen en twijfels, wellicht het belangrijkste wapen van de wetenschap, juist tegen je gebruikt.” Dat zul je altijd moeten blijven uitleggen, denkt hij. “Wetenschap stelt altijd nieuwe en kritische vragen, maar is het tegelijkertijd ook steeds vaker eens over belangrijke conclusies. Dat is niet strijdig met elkaar.”
“Die toegenomen zekerheid maakt dat we ook veel stelliger uitspraken kunnen doen”, zegt Michiel van den Broeke, als hoogleraar verbonden aan het Institute for Marine and Atmospheric research Utrecht (IMAU), waar ook Van Wessem werkt. “We hadden misschien in de jaren negentig meer effect kunnen hebben met deze boodschap, maar toen wisten we ook veel minder.”
Die zekerheid is, bij uitstek voor wetenschappers, nauw verbonden met de bereidheid zich uit te spreken. Onderzoeksresultaten zijn complex en vol nuance, het vraagt grote communicatieve vaardigheden om die duidelijk voor het voetlicht te brengen. Voor Van Wessem, die extreem complexe systemen onderzoekt, speelt dat bij uitstek: “Als je te stellig zegt ‘de waterspiegel stijgt 30 centimeter’, en het wordt 3, dan staat je hele instituut in een kwaad daglicht. Dat maakt voorzichtig.”
Aan de andere kant geldt ook dat wie een wetenschappelijke no-brainer uitdraagt wat meer speelruimte heeft. Dat geldt voor de maatschappelijke discussie in brede zin, maar zeker ook voor radicalere actie zoals Scientist Rebellion. “Wij voeren actie op punten waar wetenschappelijke consensus over is”, zegt Smeulders. “Er is geen twijfel dat de CO2-uitstoot van de mens voor opwarming van de aarde zorgt.”
Zeg nooit nooit
Dat gegeven maakt actie weer minder controversieel. Olff, naar eigen zeggen wel een type om de barricade op te gaan: “Ik vroeg me de laatste tijd een paar keer af of ik daar niet had moeten staan”, zegt Olff over Scientist Rebellion. Ook Van den Broeke sluit het niet uit. “Het hangt er ook een beetje vanaf hoe je in elkaar steekt, maar zeg nooit nooit.”
Die wetenschappelijke consensus zorgt er ook voor dat verschillende manieren om actie te ondernemen prima naast elkaar bestaan. Van den Broeke is actief als spreker voor Scientists for Future, een coalitie van bezorgde wetenschappers die vooral de weg van verzoekschriften en lezingen kiest. Smeulders zit daar ook, naast haar activiteiten voor Scientist Rebellion. Frictie geeft dat niet. Ieder maakt zijn eigen keuzes. Van Wessem bijvoorbeeld is vooral bezig met onderwijs en wetenschapscommunicatie. “Dat is meer mijn ding. Ik voel me kennelijk niet genoeg een activist.”
“De een doet dit en de ander dat, en dat is prima”, zegt Olff nuchter. “Ieder kijkt wat die zelf kan toevoegen. En of je tijd wilt vrijmaken voor dat maatschappelijk debat, want die tijd kun je niet aan je onderzoek en onderwijs besteden.” Want die blijven samen prioriteit nummer één. “Ik zie om me heen ook hele goede wetenschappers die zich vrijwel nooit melden in het maatschappelijk debat. Dat moet ook kunnen.”
We lopen een marathon
Le Quéré steunt vreedzame protesten, maar ziet een risico in extreme vormen van activisme. Het kan delen van de bevolking vervreemden en daarmee de klimaattransitie vertragen. “Je hebt de hele samenleving nodig, dan wil je niet polariseren. Het risico daarop is reëel. Ik begrijp de frustratie en het gevoel van machteloosheid, maar ik sta er niet achter dat mensen de wet overtreden.”
“Scientist Rebellion is vreedzaam en blijft vreedzaam”, zegt Smeulders. Maar hun handelsmerk is wel om verder te gaan dan wat mag. En dat zal zo blijven, denkt ze. “Het gaat mij juist om het bereiken van een maatschappelijk kantelpunt. Grote veranderingen zijn altijd gepaard gegaan met disruptieve acties. De suffragettes die streden voor stemrecht voor vrouwen hielden zich ook niet altijd aan de wet.”
Le Quéré is niet overtuigd. “Dit is geen sprint. Het is een marathon die we zo snel mogelijk moeten volbrengen. Wat we nodig hebben is niet een kantelpunt, maar een duidelijk pad naar een transitie.”
Lees ook:
De wereld op ramkoers: nu actie, anders worden klimaatdoelen niet gehaald
Als de wereld nu niet in actie komt, zijn de klimaatdoelen bij een volgend rapport gemist. Dat stelt het IPCC, het klimaatbureau van de Verenigde Naties.
Stevige aanpak activisten wakkert polarisatie in klimaatcrisis aan
Duurzaamheidscolumnist Esther Bijlo over de aanpak van de protesten van Extinction Rebellion.