In grote groepen konden neanderthalers een hele bosolifant op

Lang beschouwd als het niet bijster snuggere neefje van de mens, blijkt de neanderthaler opnieuw meer in zijn mars te hebben dan gedacht. Onderzoek op de resten van Europese bosolifanten in een Duitse grot wijst uit dat deze mensachtigen 125.000 jaar geleden deze dieren routinematig bejaagden en slachtten, bericht het blad Science Advances. Een hele klus. Deze olifantensoort, waarvan volwassen mannetjes al gauw 10.000 kilo wogen, is het grootste landzoogdier dat de afgelopen paar miljoen jaar geleefd heeft.

Een neanderthaler stond er dan ook verre van alleen voor, vermoeden de onderzoekers. Zij denken dat de groepen waarin neanderthalers leefden weleens groter konden zijn dan de twintig à vijfentwintig die vaak worden verondersteld. “De dieren werden tot op het laatste restje uitgebeend”, zegt Wil Roebroeks van de Universiteit Leiden, een van de onderzoekers. “We schatten dat je daar met twintig mensen een week over zou doen.”

2500 dagporties

En dan is er nog de hoeveelheid eten: 2500 dagporties van 4000 calorieën, te veel voor een kleine groep om op te eten voor het gaat rotten. “Ze hadden manieren om dat langer te conserveren, of ze deelden met grotere groepen. En waarschijnlijk een combinatie van beide”, suggereert Roebroeks.

Eerder werden er al aanwijzingen gevonden dat neanderthalers visten, grottekeningen maakten en het landschap naar hun hand zetten door bosgroei tegen te houden. Dat allemaal ver voordat de moderne mens homo sapiens zich in Europa vertoonde.

Lees ook:

Neanderthaler hanteerde naast de knots ook het schilderspalet

Datering van Spaanse grottekeningen bewijst dat de Neanderthaler geen wilde bruut was. Hij maakte al kunst voordat de moderne mens naar Europa kwam.