ColumnJan Beuving
Een sonnettenkrans voor corona
I
Ik wil u iets vertellen van corona,
het virus dat door onze wereld waart.
De mensheid is volledig van de kaart:
van Anna Pau- tot diep in Barcelo(w)na.
De ziekte gaat, van Goes tot Arizona
met forse griepverschijnselen gepaard
en met paniek – dat zit in onze aard;
men hamstert zeep en kwarktoetjes van Mona.
Corona is Latijn, het staat voor krans.
Die naam, verzonnen aan een taxonomisch
bureau, beschrijft de vorm: een rondedans
van moleculen kun je zien – althans:
bij microscoopgebruik zie je dit komisch
patroon: de kop heeft met het staartje sjans.
II
Patroon: de kop heeft met het staartje sjans.
Het virus lijkt een rondje, maar genieën
zien desondanks veel minder symmetrieën
dan bij een muntstuk of een pomerans.
De reislust onderwijl verliest z’n glans.
Slechts Vindicat gaat nog niet door de knieën.
(Of wel juist, want ze willen toch gaan skieën;
gebogen knieën geven dan balans.)
We lijken te verkeren in een trance:
Journaals vermoeden dat we erin blijven
en interviewen bij de Zaanse Schans
toeristen die Chinees zijn of Japans.
Maar ik moest nog een krantencolumn schrijven
dus ik zag een sonnettenkransenkans!
III
Dus ik zag een sonnettenkransenkans:
de kans om hier een kranswerk neer te zetten
gemaakt van veertien vormvaste sonnetten;
een bouwwerk lijvig als de Neeltje Jans.
Je rijmt je bij zo’n krans wel het ongans.
Maar wat u ziet, wanneer u op zou letten,
is hoe die verzen steeds elkaar besmetten
juste comme le virus! (Sorry voor mijn Frans.)
Zo’n krans is echter als de boom van Jona:
het start nog met veel bijval en applaus
maar eindigt doods als stieren in Pamplona.
U gaat dit dichtwerk mijden als corona.
Gejuich komt enkel van Ab Osterhaus:
‘Ik val echt met mijn neusje in de Bona!’
IV
Ik val echt met mijn neusje in de Bona:
als taal een virus wordt, lust ik haar rauw!
Al brengt de vorm mij danig in het nauw:
het schort mij nu aan rijmwoorden op -ona.
Maar voor ze mij verklaren tot persona
non grata redt mij het formaat van Trouw
want zie: de pagina loopt af! Ik hou
de schijn dus op dat dit sonnet gewoon na
de volta verdergaat. Ik heb geen nona,
…
Jan Beuving is wiskundige en cabaretier. Hij speelt in zijn column met natuurwetenschappen en taal.