Een acht weken oude foetus, gefotografeerd in de baarmoeder.

Voortplanting

Een fascinerende strijd tussen genen van vader en moeder bepaalt de ontwikkeling van een foetus

Een acht weken oude foetus, gefotografeerd in de baarmoeder.Beeld Getty Images

In de baarmoeder woedt een strijd tussen de seksen. De ontwikkeling van de foetus wordt bepaald door een fascinerende strijd in de baarmoeder tussen genen van vader en genen van moeder.

Willem Schoonen

Om als gezonde baby ter wereld te komen moet een foetus voldoende voeding hebben. In de baarmoeder weet hij dat bij zijn moeder meestal ook wel te krijgen. Maar hoe precies was een raadsel. Britse onderzoekers gingen op zoek naar de cruciale mechanismen en vonden een strijd tussen genen van de twee ouders.

Een foetus moet het hebben van de toevoer van voedingsstoffen in de placenta, waar zijn bloedsomloop in contact staat met die van de moeder. Om aan de behoeften van de groeiende vrucht te voldoen maakt de placenta in de laatste twee maanden van de zwangerschap een enorme groei door. Het contactoppervlak tussen de bloedvaten van de moeder en die van het kind vertienvoudigt in die periode en heeft bij de bevalling een lengte bereikt van meer dan 300 kilometer.

Die vertienvoudiging wordt in gang gezet door een bekend hormoon, de groeifactor IGF2 (insulin-like growth factor 2). IGF2 wordt op heel veel plaatsen in het lichaam geproduceerd. Maar onderzoekers van de universiteit van Cambridge hebben nu in onderzoek bij muizen aangetoond dat het IGF2 dat de placenta aan het groeien zet afkomstig is van de foetus. Met dit hormoon weet de kleine dus duidelijk te maken dat hij meer wil eten.

Ondergewicht en geringe levenskansen

De productie van de groeifactor wordt gereguleerd door een gen dat de foetus van zijn vader heeft geërfd, laten de onderzoekers zien in vakblad Development Cell. Een kind krijgt al zijn genen, voor zover die niet op geslachtshormonen liggen, in tweevoud: een kopie van vader en een kopie van moeder. Maar bij sommige genen wordt een van die kopieën uitgezet.

Dat gebeurt hier. Een foetus krijgt van het gen voor de aanmaak van de groeifactor twee kopieën. Maar slechts één daarvan werkt. Als de kopie van moeder door een ingreep wordt uitgeschakeld gebeurt er niets, de foetus ontwikkelt zich normaal, want pa heeft het voor het zeggen. Zet je de kopie van vader uit, dan groeit de placenta nauwelijks en komt de foetus ter wereld met ondergewicht en geringe levenskansen.

De foetus kan met dat vaderlijke gen dan wel een groeisignaal afgeven, maar dat moet door moeder ook worden opgepikt. Dat gebeurt in de placenta door een ander 'hormoon’, een eiwit dat de reactie op IGF2 in gang zet en daarom IGF2R wordt genoemd. En bij het gen dat het recept heeft voor dit eiwit, zijn de rollen omgedraaid: hier is de kopie van moeder de baas en wordt dat van pa uitgeschakeld.

Seksespecifieke werking

Dus: vader creëert de roep om eten, maar moeder bepaalt hoeveel gehoor daaraan gegeven wordt. En als die twee elkaar een beetje in evenwicht houden, krijgt de nakomeling een gezond gewicht.

Zo'n seksespecifieke werking van genen die niet op geslachtshormonen liggen wordt genetic imprinting genoemd. Een mogelijke verklaring voor dit verschijnsel is dat ouders verschillende belangen hebben. Volgens die theorie is het belang van de vader dat het jong groot en sterk ter wereld komt en dus veel voeding krijgt. Het belang van de moeder is om het jong binnen draagbare proporties te houden.

Lees ook:

Wanneer is een ongeboren foetus een persoon?

Hieke Huistra heeft er te weinig woorden voor.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden