Recyclen
De wereldwijde berg aan elektronisch afval groeit zorgwekkend hard
Het elektronische afval groeit steeds harder. Schadelijk voor het milieu, constateert een VN-rapport, en slecht voor de portemonnee.
Koelkasten, laptops, tv’s, stofzuigers en mobieltjes. We hebben er steeds meer van en we gooien ze steeds sneller weg. Vorig jaar belandde wereldwijd ruim vijftig miljoen ton aan elektrische apparaten bij het afval. Dat is meer dan zeven kilo per persoon. En die berg groeit enorm. Naar verwachting gooien we in 2030 74 miljoen ton weg.
Het grootste deel wordt gestort, verbrand of illegaal gedumpt. Slechts een zesde van het elektronisch afval wordt gerecycled. Dat is niet alleen zonde van die apparaten of schadelijk voor het milieu, constateren wetenschappers in het VN-rapport ‘Global E-waste Monitor 2020’. Het is ook weggegooid geld. “We creëren nieuwe stadsmijnen”, schrijven ze. “De apparaten bevatten veel zeldzame en kostbare materialen zoals goud en zilver, met een gezamenlijke waarde van minstens 57 miljard dollar. We winnen voor tien miljard terug, de rest verbranden we of stoppen we onder de grond.”
Bijna de helft van het elektronisch afval ontstaat in Azië, zo’n 25 miljoen ton. Dat is ongeveer net zoveel als Europa en de Amerika’s samen. Maar gerekend per hoofd van de bevolking zijn de rollen omgedraaid. Dan voert Europa met 16,2 kilo per persoon de lijst aan. En in die hoge score heeft Nederland een belangrijk aandeel: gemiddeld dankte hier iedereen vorig jaar 21,6 kilo af.
Totale afvalstroom groeit harder dan het gerecyclede aandeel
In Europa is de recycling weer wel het best geregeld. Officieel wordt 42 procent van het afgedankte materiaal hergebruikt. Nederland zit iets boven dat gemiddelde maar haalt ook bij lange na niet het Europese streefcijfer van 65 procent. De rest van de wereld zit rond de tien procent of daar nog ver onder. Wat nog zorgelijker is, merken de auteurs op: de totale afvalstroom groeit harder dan het gerecyclede aandeel. Ondanks dat steeds meer landen wettelijke regels hebben voor hergebruik en er ook steeds meer wordt gerecycled, wordt ieder jaar meer elektronica verbrand of gestort.
Dat is schadelijk voor het milieu. Giftige metalen als kwik of cadmium, chemicaliën als cfk’s en pcb’s spoelen uit in de bodem of dragen bij aan de opwarming van de aarde. Een groot deel van de afgedankte spullen uit het Westen wordt als tweedehandsjes geëxporteerd naar armere landen. Daar worden ze vaak alsnog verbrand om het kleine beetje koper, met schadelijke verbrandingsgassen als toegift.
Intussen gaan er met deze wegwerpcultuur miljarden verloren. Waarom loont het niet om de kostbare materialen terug te winnen? Omdat de hoeveelheid per apparaat veel te klein is, zegt Jan-Henk Welink van het platform Duurzaam grondstoffenbeheer van de TU Delft. “Anderzijds bevat een laptop wel veertig verschillende metalen. Vaak niet meer dan een paar microgram per metaal. Recycling is dan niet rendabel.”
In een nieuw jasje kunnen apparaten vaak weer jaren mee
We hebben een goed georganiseerde, grootschalige inzamelingsstructuur nodig. Dan wordt het het waard om metalen terug te winnen. “Maar je lost met recycling niet het hele probleem op. We zullen de apparaten ook vaker moeten repareren. Dat gebeurt nu wel in zogeheten repair cafés, maar over het algemeen zijn de kosten daarvoor veel te hoog.” Een andere optie is het refurbishen: apparaten worden schoongemaakt en van een nieuw jasje voorzien waarna ze weer jaren meekunnen.
Maar eigenlijk moet je dit bij de bron aanpakken. De apparaten moeten duurzamer worden, zegt hij.”Iedereen kent de verhalen dat een apparaat maar kort meegaat omdat een fabrikant zou willen dat we snel weer een nieuwe kopen. Maar ik zie nu wel een trend die daar tegenin gaat: huren. Neem een boormachine. Hoe vaak gebruik je zo’n ding nou? Je kunt hem beter huren. Dan heeft de verhuurder of de fabrikant ineens belang bij een degelijk apparaat, met een zware motor en duurzame koolborstels. Anders moet hij hem telkens repareren of vervangen.”
Lees ook:
Zorg dat apparaten langer meegaan
Er is alle reden om zorgvuldig om te gaan met grondstoffen, minder weg te gooien en spullen te repareren of opnieuw te gebruiken, vindt Statenlid Michel Klein