Schilderkunst

Dat vage contrast bij impressionisten kan ook gewoon luchtvervuiling zijn

William Turner, 'London from Greenwich Park'(1809).  Beeld
William Turner, 'London from Greenwich Park'(1809).

Creatief als negentiende-eeuwse schilders waren, ze werkten ook gewoon met de realiteit die ze om zich heen zagen. De befaamde wazigheid van schilderijen van Turner en Monet ging wel heel erg gelijk op met de toenemende smog in die periode.

Bas den Hond

William Turner hield altijd wel van rook, wolken en mist. Maar hoe langer hij schilderde – van 1787 tot zijn dood in 1851 – hoe meer zijn onderwerpen daarachter leken te verdwijnen, of erdoor vertegenwoordigd te worden.

Daar, zegt de kunstgeschiedenis, zie je de impressionistische schilderstijl al opdoemen die daarna vooral in Frankrijk tot bloei kwam. Minder contrastrijk, een witter palet, een vrijere omgang met wat het oog zag.

Het lijkt onweerlegbaar. Claude Monet leerde Turner in Londen kennen en schilderde later enthousiast een parlementsgebouw dat bijna verdwijnt in de mist.

Maar, werpt de natuurkunde tegen, schilderden Turner en de impressionisten niet ook gewoon wat ze zagen: steeds meer luchtvervuiling? In Turners eeuw kreeg Londen van mensen van buiten de stad de bijnaam ‘The Big Smoke’, want zo zag Londen er van een afstand uit. Misschien had de negentiende-eeuwse kunstcriticus John Ruskin wel gelijk toen hij schreef: ‘Als we nu het weer zouden hebben van toen ik jong was, dan zou een boek als Moderne Schilders niet geschreven kunnen worden’.

Die veronderstelling kreeg deze week ondersteuning van twee Amerikaanse onderzoekers: Anna Lea Albright, verbonden aan het Franse Laboratorium voor Dynamische Meteorologie en Peter Huybers, hoogleraar aardwetenschappen aan de Harvard Universiteit.

Een fysicus in het museum

Albrights werkplek is in Parijs, en ze gaat graag naar het Musée d’Orsay om daar van de collectie negentiende-eeuwse schilderkunst te genieten. Bij die bezoeken bedacht ze, als atmosfeerfysicus: : de tijd van Turner is ook de tijd van de industriële revolutie in Engeland. De luchtvervuiling, en dan vooral de concentratie van aerosolen in de lucht, kleine deeltjes en druppeltjes die het licht verstrooien, nam gestaag toe en zal vooral in een grote stad als Londen het uitzicht steeds meer hebben belemmerd. Wat heeft dat gedaan met schilders en hun werken?

Claude Monet, 'Londres, le Parlement' (1904). Beeld
Claude Monet, 'Londres, le Parlement' (1904).

Die belemmering heeft twee componenten, zegt Albright. Van het licht dat van heldere delen van een object onderweg is naar het oog, wordt een klein deel geabsorbeerd of het verandert van richting. Dat komt dus nooit aan. Maar de druppeltjes in de kijkrichting verstrooien ook wat zonlicht naar het oog toe, waardoor het hele object, lichte en donkere partijen, wat witter wordt.

Hoeveel aerosolen er in de negentiende eeuw in de lucht zaten en hoe die hoeveelheid zich ontwikkelde, is niet exact bekend. Meetinstrumenten waren er nog niet voor. Als een ruwe indicatie namen Albright en Huybers daarom de hoeveelheid zwaveldioxide. De jaarlijkse emissie van dat gas, dat in reactie met de atmosfeer aerosolen maakt, valt te berekenen aan de hand van de hoeveelheid verstookte steenkool, een brandstof die 1 tot 5 procent zwavel bevat.

Meer smog, minder contrast

Als onderzoeksmateriaal namen ze zestig schilderijen van Turner, landschappen en stadsgezichten, gemaakt in en rond Londen tussen 1796 en 1850. Van Claude Monet onderzochten ze 38 werken, waarvan achttien geschilderd in en rond Parijs tussen 1864 en 1872, en twintig in Londen tussen 1899 en 1901. Van elk schilderij werd het beeld gedigitaliseerd en werden de pixels bekeken en vergeleken tot er één getal uitkwam dat samenvatte wat het contrast was in het hele doek.

Om een belangrijke bron van variatie weg te werken die niets met luchtvervuiling te maken heeft, werd de verzameling schilderijen voor de analyse in drie groepen gesplitst: twintig waren gemaakt bij heldere hemel, 46 bij bewolkt weer, en 32 in ochtend- of avondschemering.

William Turner, 'Rain, Steam and Speed - The Great Western Railway'(1844). Beeld
William Turner, 'Rain, Steam and Speed - The Great Western Railway'(1844).

Voor al die groepen was het resultaat overduidelijk: naarmate in de negentiende eeuw de lucht vuiler werd, nam in de schilderijen van zowel Turner als Monet het contrast af. Daar zat natuurlijk nog veel variatie in, maar statistisch gesproken wordt van een willekeurig schilderij 61 procent van het gevonden contrast verklaard door wat er in de lucht zit.

Dat een deel van de schilderijen van Monet in Parijs werd gemaakt, is een belangrijke controle op dat resultaat. Zijn eerste achttien in Parijs geschilderde doeken hebben een veel hoger contrast dan wat Turner vijftien jaar daarvoor in Londen maakte. Als je rekening houdt met de veel latere en minder intensieve industrialisering van Frankrijk, en dus de lagere luchtvervuiling in Parijs, dan klopt het weer precies.

Getallen verklaren kunst niet, maar ze helpen wel

“We willen de creativiteit van deze kunstenaars niet kleineren”, zegt Albright. “En zelf willen we zeker niet de buitenstaanders uithangen die denken dat ze alles even zullen verklaren met getallen. We willen wel helpen ze beter te begrijpen.”

Ze ziet het onderzoek als aanvulling op wat uit andere bronnen bekend is over de bewuste omgang van schilders met de lucht van met name Londen. “Andere kunstenaars zeiden dat Turner schilderde met ‘gekleurde stoom’.”

Monet schreef in brieven uit Londen, rond 1900, hoe de luchtvervuiling zijn creatieve proces beïnvloedde. Over één dag schrijft hij: ‘Toen ik wakker werd, schrok ik ontzettend dat er geen mist was, nog geen flard mist; ik was terneergeslagen, ik zag al mijn schilderijen mislukken, maar geleidelijk gingen overal de vuren aan en kwamen de rook en nevel weer terug.’ Albright: “Dat geeft aan dat er wel degelijk ook een intentie was om vervuiling en veranderingen in het milieu weer te geven.”

Lees ook:

Vrouwen zijn de grootste onzichtbare groep in de kunst, en het Rijksmuseum wil dat beeld herstellen

Het leek in het Rijksmuseum wel of vrouwen nooit een rol hebben gespeeld in de kunst. Een werkgroep brengt daar nu verandering in, want ze waren er natuurlijk wel.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden