ColumnHeleen Slagter
Cognitieve trainingen op internet komen hun beloftes niet na
Met een vergrijzende bevolking die zich zorgen maakt over cognitieve achteruitgang, is online cognitieve training enorm populair geworden en een miljoenenindustrie. Cognitieve training verwijst naar computer- of smartphone-gebaseerde oefeningen die gericht zijn op het verbeteren van cognitieve functies, zoals verwerkingssnelheid, redeneren en geheugen. Omdat deze functies cruciaal zijn voor prestatie op tal van dagelijkse taken en achteruitgaan met de jaren, is de grote vraag of cognitieve training wérkt.
Afgelopen dinsdag zat ik in de promotiecommissie van Jessika Buitenweg, die aan de Universiteit van Amsterdam hiernaar onderzoek heeft gedaan bij gezonde ouderen. In haar promotieonderzoek keek zij naar de effecten van twaalf weken lang, vijf keer per week, een half uur per keer cognitieve computerspelletjes doen. Het onderzoek was zeer gedegen opgezet met naast de trainingsgroep ook twee controlegroepen, die ook computerspelletjes speelden, die echter minder afwisselend waren of heel makkelijk bleven. Op deze manier konden Buitenweg en haar medeonderzoekers beter controleren voor mogelijke niet-specifieke effecten, zoals het placebo-effect: de verwachting dat een interventie heilzaam werkt.
Deelnemers zijn geworven met een suggestieve en een neutrale flyer
Een studie van Cyrus Foroughi en collega’s uit 2016 laat zien dat controleren voor verwachtingen belangrijk is. Hier werden deelnemers gerekruteerd met twee verschillende flyers. Op de ‘suggestieve’ flyer werd vermeld dat het een breintrainingstudie betrof, en dat onderzoek laat zien dat cognitieve training je IQ kan verhogen. Op de ‘neutrale’ flyer stond ‘e-mail vandaag en neem deel aan een studie’ en werd vermeld wat de beloning was voor deelname. Verder werden de twee groepen identiek behandeld.
Wat bleek? De groep van de suggestieve flyer scoorde 5 tot 10 IQ-punten hoger na een cognitieve oefening van 60 minuten dan de neutrale-flyer groep, terwijl voordien hun IQ-scores nog gelijk waren. Puur en alleen de verwachting dat iets je slimmer maakt kan er dus voor zorgen dat je hoger scoort op een intelligentietest, wellicht omdat je daardoor beter je best doet op de test of minder zenuwachtig bent.
De resultaten van het goed gecontroleerde promotieonderzoek van Buitenweg en collega’s waren duidelijk: na de training waren er geen verschillen tussen groepen in hun prestatie op nieuwe computertaken die een beroep deden op de getrainde cognitieve functies. Verschil was er evenmin in de mate waarin cognitieve problemen in het dagelijks leven werden ervaren. De conclusie was dan ook dat cognitieve training, zoals typisch online aangeboden, zeer waarschijnlijk niet werkt.
Een teleurstellend resultaat, dat zich voegt bij een verdeelde onderzoeksliteratuur met gemengde resultaten. Sommige studies laten wél positieve resultaten zien, maar veel van dit onderzoek controleerde niet goed voor niet-specifieke effecten, zoals het placebo-effect. Een vaak aangehaalde studie ‘ACTIVE’ vond zelfs dat een cognitieve training tien jaar nadien nog de kans op dementie verminderde. Echter, dit betreft een secundair resultaat, de uitkomst van een niet van tevoren geplande analyse, en moet dus nog bevestigd worden in nieuw onderzoek.
Eén van de belangrijkste voorspellers van dementie is gehoorachteruitgang
Tijdens de verdediging van haar proefschrift stelde Buitenweg dat meer onderzoek nodig is naar multidimensionale trainingen, waarin een beroep wordt gedaan op verschillende aspecten van functioneren, niet alleen cognitief, maar ook sociaal en fysiek, en die beter aansluiten bij het dagelijks leven.
Het is in deze context interessant dat één van de belangrijkste voorspellers van cognitieve achteruitgang en van dementie gehoorachteruitgang is. Gehoorachteruitgang leidt ertoe dat mensen zich meer afsluiten van de buitenwereld: ze communiceren minder met anderen, gaan er minder op uit, en vermijden bepaalde situaties.
Zo kan een gehoorapparaat aanschaffen een multidimensionaal effect hebben dat wellicht ook nog eens cognitieve achteruitgang tegengaat. Heeft u eigenlijk een gehoorapparaat nodig, maar stelt u dit uit? Geen goed idee dus! Voorkom vooral gehoorschade door de volumebegrenzer op uw iPod of MP4 speler te gebruiken en oordopjes te dragen in ruimtes met luide muziek. Uw cognitie is een té waardevol goed.
Heleen Slagter is hoogleraar hersenen, cognitie en plasticiteit aan de VU in Amsterdam. Eerdere columns van haar leest u hier.