Artsen blijken nog volop moeite te hebben met vrouwen als hartpatiënt. Niet alleen lijkt een diagnose veel vaker te worden gemist, ook de overlevingskansen bij behandeling zijn kleiner.
Vrouwen die een hartinfarct krijgen, hebben een twee keer zo grote kans op overlijden als mannen. Dat suggereert een onderzoek onder bijna 900 patiënten, dat deze week werd gepresenteerd op een Europees congres over hartfalen in Praag. Als patiënten binnen 48 uur na het optreden van hun hartaanval werden gedotterd, overleed alsnog 12 procent van de vrouwen binnen dertig dagen, tegenover 5 procent van de mannen.
Als alleen de beperkte groep mannen en vrouwen met eenzelfde bloeddruk of cholesterolgehalte werd vergeleken, dan overleed een derde van de vrouwelijke patiënten binnen vijf jaar, tegenover 16 procent van de mannen.
Het verhoogde risico voor de vrouwen gold vooral boven de leeftijd van 55 jaar, dus na de menopauze. Waar dat verschil vandaan komt, durft de auteur van het onderzoek, de Portugese cardioloog Mariana Martinho, niet te zeggen. “Maar het is wel een waarschuwing dat we meer onderzoek moeten doen naar de verschillen tussen mannen en vrouwen bij hartkwalen”, stelt Martinho.
Gemiste diagnoses van hartfalen
Op hetzelfde congres in Praag werd ook Schots onderzoek gepresenteerd, naar het aantal gemiste diagnoses van hartfalen. Cardioloog John Cleland van de universiteit in Glasgow onderzocht het voorkomen van hartfalen onder een miljoen inwoners van Glasgow en omgeving. Dat bleek niet anders dan in de rest van het Verenigd Koninkrijk: 1,3 procent.
Maar ruim 30 duizend mensen (3,2 procent) bleken plaspillen te slikken, een medicijn dat onder andere wordt gebruikt bij kortademigheid of vocht vasthouden. Dat kunnen beide duidelijke symptomen zijn van hartfalen, maar onder de gebruikers van plaspillen had slechts een kwart ook die diagnose gekregen. Cleland veronderstelt dat veel van de mensen in de overige 75 procent eigenlijk ook al een falend hart hebben. In die groep met mogelijk gemiste diagnoses zaten opvallend veel vrouwen: 70 procent.
Yolande Appelman, interventiecardioloog aan Amsterdam UMC en medeauteur van het boek Het vrouwenhart, reageert enigszins verbaasd op de grote relatieve verschillen in de Portugese studie. “Uit eigen onderzoek weten we dat hart- en vaatziekten bij vrouwen nog veel te vaak niet worden herkend. Deze studie suggereert dat als een hartinfarct wél wordt herkend en ook behandeld, er alsnog een slechtere uitkomst is bij vrouwen.”
Appelman tekent daarbij wel aan dat het om onderzoek in één ziekenhuis gaat en ook met een beperkt aantal patiënten van wie een kwart vrouw. “Het is bekend dat vrouwen vaker overlijden aan een hartinfarct maar het zou goed zijn om dit onderzoek onder veel meer patiënten uit te voeren. Daarbij zouden de onderzoekers ook niet alleen moeten kijken naar bloeddruk, cholesterol en andere risicofactoren voor hart en vaten, maar ook bijvoorbeeld naar socio-economische omstandigheden of genetische oorzaken, want ook die kunnen een grote invloed hebben op de prognose bij hartproblemen.”
We zijn jarenlang gefocust geweest op het klassieke hartinfarct
Dat er onder de mogelijk gemiste diagnoses in de Schotse studie relatief veel vrouwen waren, verbaast Appelman dan weer helemaal niet. “We zijn jarenlang gefocust geweest op het klassieke hartinfarct, waarbij grote vaten rond het hart verstoppen. Vrouwen hebben veel minder vaak dat soort ‘obstructief vaatlijden’. In het Portugese onderzoek was ook maar een kwart van de patiënten met een infarct vrouw.”
Bij vrouwen uiten hartproblemen zich veel vaker door spasmen van de bloedvaten of het niet voldoende verwijden van kleine vaatjes bij inspanning. Appelman: “Inmiddels kunnen we ook dat soort problemen veel beter opsporen, door bloedvaten van het hart in de onderzoekskamer te prikkelen met specifieke stofjes en gelijktijdig de vaten en de functie te bekijken onder röntgendoorlichting”.
Nu de zogenoemde onderdiagnose van hartproblemen bij vrouwen beter aangepakt kan worden, is het volgens Appelman hoog tijd om ook naar de behandeling te kijken. “Het is al grote winst dat steeds meer vrouwen met onbegrepen klachten niet meer het bos in worden gestuurd, maar een goede diagnose kunnen krijgen. Maar vervolgens is de meeste hartmedicatie bedacht voor de klassieke hartproblemen die veel vaker bij mannen voorkomen. Daar valt dus nog heel veel winst te behalen en onderzoek te doen”, besluit Appelman.
Lees ook:
Over vijf jaar begrijpen we het vrouwenhart net zo goed als het mannenhart, denkt Angela Maas
Het vrouwenhart is lang tekort gedaan door de medische wetenschap, zo blijkt uit het boek ‘Hart voor vrouwen’ van Angela Maas, hoogleraar cardiologie voor vrouwen aan het Radboudumc.
In het digitale spreekuur van Janneke Wittekoek wordt het vrouwenhart wél serieus genomen
Over het vrouwenhart is nog veel onwetendheid en artsen nemen klachten van vrouwen vaak niet serieus. Tijdens het onlinevrouwenhartcafé wil cardioloog Janneke Wittekoek daar verandering in brengen.