Na tien jaar vertrekt D66-Kamerlid Pia Dijkstra uit de Tweede Kamer. Ze laat weten zich in maart niet langer verkiesbaar te stellen. In augustus sprak deze krant nog met het Kamerlid, de drijvende kracht achter de Donorwet en het wetsvoorstel ‘voltooid leven’.
Er zijn Kamerleden die altijd wel een prikkelende quote bij de hand hebben. Maar toen Pia Dijkstra, na jaren voorbereiding, deze zomer officieel haar wetsvoorstel indiende over ‘voltooid leven’, aarzelden haar vingers boven het toetsenbord. Bedachtzaam is het D66-Kamerlid altijd al geweest. Dit keer duurde het wikken en wegen van haar woorden nog langer dan anders. Hoe in vredesnaam zo’n complex voorstel in een paar woorden aan te kondigen? Sociale media zijn hopeloos voor zoiets, vindt Dijkstra, zelf oud-journalist.
Het werk van de 150 Tweede Kamerleden gaat de laatste fase in voor de verkiezingen van maart 2021. Wie van hen vallen op? Trouw spreekt deze zomer met volksvertegenwoordigers, die eruit springen door spitwerk, hun uitspraken of eigen wetgeving. Deze week: Pia Dijkstra van D66.
Uiteindelijk schreef ze twee ultrakorte berichtjes op Twitter. Het eerste: ‘Omstreden voorstel? Laten we het er vooral over hebben. Met respect voor elkaars standpunt’. Het tweede: ‘Voor wie geïnteresseerd is, hier is het wetsvoorstel en de uitgebreide toelichting’, met een verwijzing naar haar 45 pagina’s ‘memorie van toelichting’. Daar kan iedereen zelf lezen hoe D66 voor zich ziet dat actieve levensbeëindiging mogelijk wordt voor 75-plussers die niet lichamelijk uitzichtloos lijden, maar hun leven voltooid vinden. Nederland is het eerste land ter wereld waar zo’n voorstel op tafel ligt.
“Het moment van indienen zie ik als een vraag: wat vinden jullie? Kijk er eens naar? Is dit de manier waarop we ‘voltooid leven’ kunnen regelen? Vervolgens kan ik er nog van alles aan wijzigen en inzichten van anderen meenemen. Ik kan niet aan ieders kritiek tegemoet komen, want ik blijf bij mijn overtuiging. Ik kijk wel hoe ik het voorstel aanvaardbaar kan maken”, zegt Dijkstra.
Ze hoopt het komende halfjaar nog een flink eind verder te komen met haar initiatiefwet. Maar vermoedt nu al dat die niet meer parlementair behandeld kan worden, in de krappe tijd die rest tot de parlementsverkiezingen in maart. Daarna is het ook één groot vraagteken wat de kansen zijn.
Eigen stijl
Pia Dijkstra (65) is bezig aan haar tiende jaar als Kamerlid, en al die tijd heeft ze gewerkt aan ‘haar’ initiatiefwet over voltooid leven. De eerste versie dateert uit 2012. Veel van die voorbereiding gebeurde achter de schermen, met onderzoek en gesprekken met artsen, psychologen, psychiaters, ethici en ouderen. Met juristen en ambtenaren. Bij kerken die haar uitnodigen als spreker. Ze is niet het soort Kamerlid dat opduikt op borrels of rondhangt in de wandelgangen. Op haar werkkamer op het Binnenhof, voor corona toesloeg, heerst ernstige concentratie.
Zélf met wetsvoorstellen komen is min of meer bij toeval haar specialiteit geworden. “Het is op mijn pad gekomen. Ik heb nooit gedacht: wetten maken, dat is nou mijn doel. Mijn eigen stijl vinden, als één van de 150 Kamerleden, dat was wel mijn voornemen. En bijdragen aan een andere manier van politiek bedrijven – of ik aan dat laatste iets heb kunnen veranderen, dat is misschien meer de vraag.”
Haar plan voor een ‘vrijwillig levenseinde’ is haar bekendste voorstel, maar Dijkstra heeft als Kamerlid al meer wetgeving ontworpen. In 2018 loodste ze de donorwet door de Eerste Kamer, een wet waar elke volwassen Nederlander vanaf aanstaande 1 september te maken krijgt. Voortaan geldt bij orgaandonatie: wie zijn wens niet heeft laten vastleggen, geldt als ‘geen bezwaar’. Zo hoopt D66 de wachtlijsten te verkleinen. Eerder kwam Dijkstra al met een initiatiefwet om een einde te maken aan de weigerambtenaar, die geen huwelijken wil sluiten van paren van gelijk geslacht. Ze regelde dat scholen hun leerlingen verplicht moeten voorlichten over homoseksualiteit.
‘Dood66'
Vaak krijgen haar wetsvoorstellen het predikaat ‘omstreden’, vanwege het hevige debat dat ze losmaken. Dat stempel vindt ze moeilijk. “In het woord zit een suggestie van verkeerde bedoelingen en lelijke dingen. Terwijl ik op de inhoud een discussie wil voeren, wat mij betreft altijd met respect voor andersdenkenden. Ik ben oprecht benieuwd waar de bezwaren van mensen vandaan komen tegen mijn voorstel. Jammer genoeg ervaar ik van de kant van sommige tegenstanders zo’n interesse minder. Een EO-presentator noemde mij op internet ‘Dood66’, met een afbeelding van een zeis. Later was de foto verwijderd, dat wel.”
“Er komt ondertussen ook mooi debat los. Trouw had een prachtige serie artikelen (over voltooid leven, red.). Het Nederlands Dagblad (dat veel gelezen wordt in kringen van de ChristenUnie, red.) plaatste deze zomer een bespreking van mijn wetsvoorstel waarin mijn intenties serieus genomen worden. Ze zijn het niet met me eens over vrije wilsbeschikking voor 75-plussers. Maar we kunnen wel discussiëren. Dat hoop ik met de ChristenUnie ook te kunnen doen.”
Levensloop:
1954 geboren in Franeker
1974 studie theologie aan Universiteit van Amsterdam
1976 regisseur kerkdiensten omroep IKON
1986 presentator actualiteitenrubriek ‘Hier en Nu’ NCRV
1988 presentator NOS Journaal
2000 presentator ‘Vinger aan de Pols’ AVRO
2008 voorzitter taskforce ‘vrouwen en deeltijdwerk’
2010 – heden Tweede Kamerlid D66, telkens dankzij voorkeurstemmen
Pia Dijkstra begon tien jaar geleden als Tweede Kamerlid na een lange loopbaan in de tv-journalistiek. De overstap werd niet door iedereen meteen toegejuicht. Ze was ‘die mevrouw die leuk autocue kon voorlezen’. Dijkstra besteedde vanaf het begin meteen veel tijd aan politieke kwesties rond medische ethiek. Het is een onderwerp waar ze als voormalig presentator van het medische tv-programma ‘Vinger aan de pols’ altijd veel belangstelling voor heeft gehad. De donorwet, bijvoorbeeld, is ontstaan uit een tv-interview met een zestienjarig meisje dat vergeefs wachtte op een donorlong en drie jaar later overleed.
Door haar werkwijze heeft ze altijd iets van een buitenstaander gehouden. Dijkstra gaat haar eigen gang, lijkt het. “Zo zie ik mezelf ook. Na tien jaar voelt het nog steeds vreemd om te zeggen ‘ik ben politicus’.” De vrijheid is relatief; net als andere Kamerleden van D66 is ze de afgelopen jaren gebonden aan een regeerakkoord. Haar speelruimte daar binnen bewaakt ze nauwgezet.
Erdoor drukken
“Als je dingen voor elkaar wilt krijgen die blijven, voor de lange adem, dan is het goed met eigen wetgeving te komen. Er is soms het beeld dat ik zaken erdoor wil drukken. Hoezo? Met ‘voltooid leven’ en de donorwet ben ik jaren bezig geweest, zonder te duwen. Met mijn argumenten heb ik er een meerderheid voor gevonden. Een krappe, ja, maar een meerderheid is een meerderheid. Naar inhoudelijke kritiek heb ik altijd geluisterd. Bij de eerste versie van de donorwet had de Raad van State heel veel opmerkingen. Ook bij ‘voltooid leven’ wil ik daar dit jaar de tijd voor nemen, om daarmee aan de slag te gaan.”
Ze heeft haar wetsvoorstel ook nu al aangepast, na kritiek van deskundigen en uit de samenleving. In de versie van 2012, de eerste, wilde ze nog dat artsen de doodswens van een oudere zouden beoordelen. Maar jonge artsen overtuigden haar: artsen hebben hun handen vol aan patiënten die medisch lijden, daar hoort het begeleiden van een 95-jarige die een vrijwillig levenseinde zoekt, niet bij.
“Meer recent was er kritiek dat naasten betrokken moeten worden bij de stervenswens van een oudere. Ik hecht zelf aan de autonomie van de ouderen, maar ik vind ook: je bent niet alleen op de wereld. Het is niet zomaar een wens. Daarom is het goed om de naasten een rol te geven. Niet om de oudere om te praten, maar voor de zorgvuldigheid. Soms hoor je dat ouderen met hun naasten nauwelijks kunnen spreken over hun doodswens. Die kappen het af. Het zou ook goed zijn voor de moeilijke situatie dat een oudere een diepe wens heeft te sterven, terwijl kinderen en kleinkinderen tegen zijn. Dan wil je ze toch betrekken. Maar alleen als degene met de stervenswens dat gesprek zelf ook wil”
Grens bij 75
De leeftijdgrens van 75 jaar is overeind gebleven. Dijkstra is niet onder de indruk van de kritiek daarop, zegt ze. Uit het onderzoek dat het kabinet liet doen onder 55-plussers, bleek dat een actieve doodswens nauwelijks samenhangt met leeftijd, en dat de doodswens vaak ambivalent is.
“CDA en ChristenUnie zeggen dat ik het nu wel kan vergeten. Met het onderzoek in de hand beweren ze dat mijn wetsvoorstel ‘overbodig’ is. Maar mijn wetsvoorstel is helemaal niet bedoeld voor 55-plussers, die nog jaren voor zich hebben waarin er nog van alles mogelijk is. Mijn voorstel is er ook niet voor kwetsbare oude mensen, niet voor mensen in verpleeghuizen. Ik wil dit juist naar voren brengen voor die andere groep, de ouderen die nog zelfstandig wonen, die zien dat ze maar doorleven terwijl ze vinden dat hun levensverhaal klaar is. Een kleine groep, zeggen mijn tegenstanders dan. Dat doet niets af aan hun wens.”
Het beeld bij met name christelijke partijen dat zij onrust veroorzaakt met haar wetsvoorstel, stoort haar. “Je kunt tegen dit voorstel zijn, maar met dit voorstel maak ik toch niet iedereen die 75 jaar of ouder is onrustig? Geef ik ze toch niet het gevoel dat ze niet meer meedoen? Uit alle peilingen blijkt dat van de ouderen zelf, 70 procent voorstander is dat deze mogelijkheid er komt. Al was het maar als geruststelling: als je echt niet verder wilt, als de dood maar niet komt, kun je hulp krijgen.”
Achteraf was er een kans
De kans dat het wetsvoorstel het de komende jaren gaat halen, is klein geworden. D66 verwijt vooral CDA-minister Hugo de Jonge dat hij net zo lang getalmd heeft met zijn kant van de afspraken uit het regeerakkoord, dat het wetsvoorstel vakkundig op de parkeerstrook is geduwd. Bij een kabinetsformatie kan opnieuw de situatie ontstaan dat andere partijen eisen dat het voorstel in de ijskast gaat.
Achteraf, zegt Dijkstra, had ze in 2016 een kans gehad. “Als ik terugkijk had ik het toen vanuit de oppositie moeten regelen. D66 zat in de oppositie, de VVD was warm pleitbezorger van een vrijwillig levenseinde. Er was een goede kans dat we
het echt in gang hadden kunnen zetten, al was ik toen erg druk met de donorwet. Ik had een concept-voorstel, maar vond de tijd niet rijp, ik wilde er nog rustig verder mee aan de slag. Er waren mensen binnen de partij die me zeiden: dien het maar in, dan kun je er altijd nog aan sleutelen. Zo wilde ik het niet. Eerlijk gezegd vind ik het niet een onderwerp dat je snel even probeert te regelen.”
Ze drinkt een laatste slok van haar thee. “Dan zeg ik tegen mezelf: wees maar niet bezorgd (lacht). Het gaat ook niet snel. Je bent er al tien jaar mee bezig!”
Vier vragen
Wat beschouwt u als uw grootste succes deze regeerperiode?
“De donorwet, vanwege de mensen op de wachtlijst. Als het zo loopt als de deskundigen verwachten, gaat het zeker levens redden. Per 1 september is het voor iedereen nog belangrijker om de eigen beslissing over orgaandonatie vast te leggen, want dan gaat het nieuwe donorregister in werking.”
Waarvan hebt u spijt?
“Van de uitspraak ‘Garantie geef je op stofzuigers’, in de hitte van de strijd bij het debat over de donorwet. Ik kreeg steeds weer die vraag of ik wel honderd procent zeker wist artsen ook zouden luisteren naar nabestaanden. Soms wordt het je vergeven. Maar ik besef sindsdien dat je op één uitspraak de mist in kunt gaan.”
Gaat u voor nog een termijn?
“Bij de verkiezingen ben ik 66 jaar. Ooit heb ik gezegd dat ik wil doorwerken tot mijn 70e, maar dat was voor ik de politiek in ging. Het wetsvoorstel zelf willen afmaken is geen afweging. D66 kan dat ook bij een volgend Kamerlid goed onderbrengen. Het hangt niet van mij af.”
Hoe bent u op persoonlijk vlak de coronatijd doorgekomen?
“Van mezelf mocht ik eens per dag de deur uit om te wandelen met de hond. Niet vaker, in verband met het risico van het virus verspreiden. Ik heb lange wandelingen gemaakt, liefst in stille wijken, waar ik weinig mensen tegenkwam en de hond achter een bal aan kon rennen. Dan genoot ik.”
Lees ook:
Hoe Bart Snels (GroenLinks) een leidende rol kreeg bij de aanpak van belastingontwijking
In 2018 bleek dat Shell, een multinational die honderden miljoenen winst maakt, in Nederland geen belasting betaalt. Bart Snels: “Nul euro. Ik vermoedde iets, maar nu was er bewijs.” Het Kamerlid besloot dit ‘gat’ in de wet dichtenhttps://www.trouw.nl/verdieping/hoe-kamerlid-bart-snels-groenlinks-een-leidende-rol-kreeg-bij-de-aanpak-van-belastingontwijking-in-nederland~b8452f1e/, waarbij hij al zijn fiscaal technische vernuft nodig had.
Kamerlid Gijs van Dijk vindt PvdA en GroenLinks bijna hetzelfde
Als student zat Gijs van Dijk al met Mark Rutte aan tafel. Hij was in 2004 lid van het bestuur van de studentenvakbond LSVb en was fel tegen het plan van de staatssecretaris van onderwijs, Rutte in die tijd, om studenten leerrechten toe te kennen.