InterviewAnnemiek van Vleuten
Wielrenster Annemiek van Vleuten: ‘Ik werk er 95 procent van de tijd hard voor. Die andere 5 procent is plezier’
Annemiek van Vleuten rijdt in haar regenboogtrui voor het laatst de Amstel Gold Race. Eind vorig jaar reflecteerde ze tijdens een fietstocht over de hei op haar jaar en op de toekomst.
Annemiek van Vleuten heeft in haar woonkamer niet veel foto’s hangen van succesmomenten uit haar wielerleven. Dat is een bewuste keuze. De voor haar meest inspirerende boodschappen hangen in het toilet. Brieven en kaarten van bekenden, met daarop gelukwensen of felicitaties. Die kaartjes doen haar meer dan prijzen of trofeeën, zegt Van Vleuten, terwijl ze haar helm opzet voor een fietstocht. “Ik krijg ze van goede vrienden. Dat doet me het meest.”
Voor Annemiek van Vleuten (40) was 2022 het beste jaar in haar carrière. Ze won alle grote meerdaagse wedstrijden: de Giro, de Tour de France, de Vuelta. Ze werd wereldkampioen in het Australische Wollongong, nota bene met een gebroken elleboog. Eind 2023, zo maakte ze deze zomer bekend, stopt ze met wielrennen. En dat betekent dat ze zondag voor het laatst ook de Amstel Gold Race rijdt.
In en rond haar woonplaats Wageningen reflecteert ze tachtig kilometer lang op haar jaar, haar leven en de toekomst. De route is er een die ze graag rijdt: over de hei naar Otterlo en via De Hoge Veluwe naar huis. Ze rijdt in de regenboogtrui, op een gele fiets, met roze bidons. Het zijn relikwieën van haar zegetochten. Wel zijn de gevolgen van haar val in Australië (drie dagen voor haar wereldtitel viel ze tijdens de gemengde ploegenachtervolging) nog aanwezig: een hand van het stuur afhalen is moeilijk en ze kan haar hand niet uitsteken.
Fietsen is ideaal voor gesprekken
Een groot deel van de tijd gaat het gesprek alle kanten op. Fietsen is ideaal voor gesprekken, zegt Van Vleuten (40). Je kijkt elkaar niet aan, waardoor praten makkelijk gaat. En bovendien: bij het fietsen kan het over van alles gaan. Zo vertelt ze over vroeger. Dat ze een streber was, op zoek naar een acht op haar eindexamenlijst. Dat leerde ze van haar vader, een man voor wie werk en studie belangrijk waren. “Pas in de studietijd kwam ik daar meer los van.”
Ze rijdt langs het huis waar ze als studente woonde. Ze wijst naar de twee ramen van wat vroeger haar kamer was. Tweehonderd euro per maand betaalde ze, zo weinig dat ze het zich kon permitteren om voltijds wielrenner te worden. “Dit huis is het symbool voor het ontdekken van vrijheid en het ontdekken van mezelf. Echt, meer dan 50 procent van mijn ontwikkeling is gekomen tijdens de studietijd. Als ik dan nu lees dat studenten thuis moeten blijven wonen, vind ik dat echt zonde.”
Niet veel later ratelt het vrijloopsysteem bij de naaf van haar racefiets als ze de benen stilhoudt in een korte afdaling. Links strekt de Ginkelse Heide zich uit. “Als ik hier een foto van maak voor mijn ploeggenoten, vragen ze me of ik in het buitenland ben.” Ze vertelt over haar hobby duiken, over de schapen- en geitenstudieclub waar ze tijdens haar studie dierwetenschappen voorzitter van was, en dat ze een tandpastatube uit zuinigheid openknipt om de volledige inhoud te gebruiken. Later gaat ze in op haar zolderverkoop van shirts en prullaria. Daarmee doneert ze aan een stichting die collega-renster Amy Pieters steunt bij haar revalidatie van een zware val. Ook gaat een deel van de opbrengst (dit jaar 17.000 euro) naar Bikes4Masai in Kenia. Dat project zamelt geld in om fietsen aan te schaffen voor jonge Masai, die vaak ver van een school wonen en dankzij een fiets alsnog de kans hebben om een opleiding te volgen.
Het was pokeren
Van Vleuten had dit jaar veel leiderstruien te verkopen. In de Giro en Vuelta was ze oppermachtig, vooral bergop. De Tour de France won ze ondanks twee dagen buikgriep, waar ze na het eten van een watermeloen in Parijs flink last van kreeg. Ze verborg haar kwetsbaarheid en heerste in het laatste weekend, met twee ritzeges in bergetappes in de Vogezen. Het was pokeren, lacht ze. Van Vleuten blufte, en de tegenstand trapte er in.
Op het WK in Australië, eind september, leek ze de grootste favoriet. Tot ze de gemengde ploegentijdrit op de grond lag met een gebroken elleboog. Mentaal nam ze volledig afstand van de wereldtitel. Drie dagen later ging ze toch van start, als helper van Marianne Vos. In de laatste twee kilometer sloot ze met een achtervolgende groep aan bij de kopgroep en maakte ze gebruik van één moment van aarzeling bij de anderen om te demarreren. Zevenhonderd meter verder was ze wereldkampioen. “Wat ik daar heb gedaan, als knecht toch winnen, kan eigenlijk helemaal niet.”
Hoe lukt het haar om een jaar fysiek en mentaal fit te blijven? Fietstochten met vrienden zijn belangrijk. In het Italiaanse Livigno, waar Van Vleuten een groot deel van het jaar verblijft, zijn al zeker dertig mensen langs geweest. Onder hen haar moeder en vrienden uit haar oude studentenhuis, met wie ze ook regelmatig een spelletjesafspraak heeft: Kolonisten van Catan, met de uitbreiding Steden en Ridders. Juist door hen de omgeving te laten zien, voelt het fietsen niet als werk, ook al zijn het tochten van zes uur. Tegelijkertijd vormen die rondes de basis voor haar oppermachtige seizoen.
Opgebrand na twee jaar
Op haar lievelingsweggetje in Nederland, dwars over de hei, ageert ze tegen het beeld dat sporters alleen met robotachtig hard werken de top kunnen halen. “Dat idee vind ik gevaarlijk. Je hebt sporters die heel extreem trainen. Dat houden ze dan vaak een of twee jaar vol en dan raken ze opgebrand. Ik zie het met lede ogen aan.”
“Mensen zeggen dat ik extreem ben. Vroeger zeker, toen ik na een training absoluut wilde thuiskomen met een bepaald geleverd vermogen. Nu schaam ik me daar rot over. Ik werk er 95 procent van de tijd hard voor. Die andere 5 procent is plezier. Ik kan me focussen, maar alleen als de druk er tussen wedstrijden af gaat. Ik ben ook een mens. Het is mooi dat toprenners als Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel dat ook in zich hebben.”
Van Vleuten kreeg dit jaar ook de verhalen mee over de doorgeschoten topsportcultuur bij turnen, triatlon en atletiek. En ze las het boek van zwemmer Maarten van der Weijden, over totale opoffering op weg naar olympisch goud. Daar wil ze tegenwicht aan bieden. “Prestaties hebben een basis in plezier, niet in dwang van een coach. Ik doe extreme trainingen, maar dat hoeft niet extreem vervelend te zijn. Dat probeer ik uit te dragen.”
Not done om een toetje te eten
Een halfuur later stopt ze voor een foto bij Radio Kootwijk, het voormalig zendstation midden op de Hoog Buurlose Heide. “Nog zo’n dogma in de sport: foto’s nemen tijdens een trainingsrit kan niet. Hoezo niet? Dat maakt het verschil niet. Bij mijn eerste ploegen was het not done om een toetje te eten. Ook dat verandert niets.”
Soms is het lastig om af te komen van het etiket dat op haar wordt geplakt, zegt ze. Zo was ze na de Spelen van Rio in 2016 ‘het meisje van de val’, toen ze in de olympische wegrit in gewonnen positie hard viel. Nu is ze de vrouw van de extreme discipline, de Iron Lady van het wielrennen die tienduizenden kilometers fietst. Een beeld dat werd versterkt toen ze op de dag van een etappe in de Vuelta in de ochtend nog even twee uur ging fietsen. “Maar weet je hoe dat kwam? Mijn vriend kwam over en ik wilde samen ontbijten en even gezellig een rondje rijden.”
Van Vleuten noemt haar vriend vaak tijdens de drie uur op de fiets. Samen gingen ze de afgelopen weken op safari annex trainingskamp in Kenia, een door haar ploeggenoot Carlos Verona georganiseerde reis. Zij en haar vriend verschenen ook prominent op Nu.nl, met een beeld van een zoen op La Planche des Belles Filles, kort na Van Vleutens winst in de Tour de France. “Ik vind het lastig dat hij met mij een relatie heeft. Met hem wil ik Annemiek zijn, niet Annemiek de fietser.”
Schuw
Ze fietst even in stilte door, denkt na. “Het is met hem in de eerste plaats belangrijk om dingen te zoeken buiten het fietsen. Ik heb genoeg mensen om mee na te genieten. Oscar is juist zo waardevol omdat ik me met hem ook buiten het fietsen ontwikkel. Dat we iets samen hebben. Dat ik niet altijd iets alleen hoef uit te zoeken. Het is een bonus dat ik hem bij de Tour in de armen kan vallen.”
“Ik ben er schuw voor”, gaat ze verder. “Schuw voor groepen waar ik Annemiek de fietser ben. Zeker als ik Oscar meeneem. Laatst reden we een ronde met mensen die ik niet kende. Oscar was mee en kreeg de vraag hoe het was om in de schaduw van Annemiek te staan. Dan kan ik echt door de grond zakken.”
Grote groepen mensen zonder dat daar persoonlijke kennissen bij zijn vindt ze niet vaak prettig. Huldigingen ook niet echt. En heeft ze een verjaardag van haar buurmeisje dan komt ze het liefst langs voor een-op-eencontact, zoals laatst, toen ze een cursus nepnagels plakken kreeg. “Je vindt er wel een weg in. Maar je voelt je af en toe beperkt.”
Komkommers in de achterzak
Na een dubbele espresso en worteltaart bij de koffiestop vlakbij het Kröller-Müller Museum vraagt een ouder echtpaar of ze ‘met Annemiek te maken hebben’. Sinds haar Touroverwinnning hoort ze dat soort opmerkingen veel vaker, zegt Van Vleuten. Zelfs haar groenteboer, bij wie ze regelmatig na een fietsrit komt – waarna ze naar huis rijdt met een paar komkommers in haar achterzak – kreeg in juli van klanten te horen dat ze wilden opschieten omdat er wielrennen op televisie was. Vrouwenwielrennen dus, met Van Vleuten in de hoofdrol.
Ze moest haar mening over de Tour bijstellen, vertelt ze. Van sceptisch vooraf, naar enthousiast tijdens. Al die mensen die voor haar wedstrijd de berg op waren gelopen. Ze zoog het op. “Wij hebben nog meegemaakt dat er niet eens uitslagen van het vrouwenwielrennen in de krant stonden. Nu zijn we zo ver gekomen. Op basis van impact is de Tour het grootste dat ik ooit heb gewonnen. De gouden olympische medaille van Tokio was mooi, zeker, maar hier heb ik echt een heel breed publiek van laten meegenieten.”
Het WK was óók ongelooflijk, zegt ze. Ze keek de finale vijf keer terug met commentaar in verschillende talen, als deel van het nagenieten. Ze vindt het mooi te horen hoe anderen haar race hebben beleefd. Haar schoonmaakster, de psycholoog, vrienden. “Anderen laten genieten, dat ik hoor dat ik emotie losmaak, dat vind ik echt mooi.”
Alles gewonnen wat kon
Nog één jaar is ze profrenster. Daarna stopt ze. Zeker weten. Het wielrennen was goud, zegt ze, maar ze is uitontwikkeld. Alles gewonnen wat kon, niet echt meer iets om te verbeteren en een jaar afsluiten in de regenboogtrui van de wereldkampioen. “Hoe mooi is dat?”
Wat daarna volgt? Ze heeft geen idee. Met haar psycholoog heeft ze het gehad over het schrijven van een boek met mentale tips. En haar coach bood al aan om haar in drie dagen op de hei bij te spijkeren in de trainingsleer. Maar eigenlijk weet ze het nog niet. Een leven zonder fiets kan ze zich moeilijk voorstellen. “Het lijkt me leuk te werken met sporters die in het hokje zitten dat sport niet leuk mag zijn.”
Heeft ze hechte vrienden overgehouden aan het wielrennen? “Marianne Vos”, zegt ze meteen. “En ik heb heel veel mensen die ik kan appen. Maar als ik je een vriend noem, ben je echt close. Ik heb in de sport met leuke mensen mogen samenwerken. En ook met niet leuke mensen moeten samenwerken. Dat is leerzaam geweest. Maar 90 tot 95 procent van mijn vrienden zijn van buiten het wielrennen. Ook mijn beste vriendin Kim uit Groningen, en mijn buren, die zijn verhuisd maar wel binnen Wageningen zijn gebleven.”
De tocht gaat nog even langs de uiterwaarden bij Wageningen, “voor de volledige tour”. Bij thuiskomst staat haar psycholoog te wachten. Samen gaan ze het afgelopen jaar vieren met een lunch. Vijf minuten later komt Van Vleuten toch nog even naar buiten. In haar hand een oud fotoboek, vol beelden uit haar studiejaren. “Kijk, zo was ik toen. De mooiste tijd van mijn leven. Mooier dan de fietsjaren, zelfs mooier dan dit laatste jaar.”
Een van de beste van het peloton
Annemiek van Vleuten werd op 8 oktober 1982 geboren in Vleuten, waar ze vorige maand een fietspad naar zich vernoemd kreeg. Ze begon pas laat met wielrennen, omdat ze eerst genoot van het studentenleven. Vooral de laatste vijf jaar is ze een van de beste rensters in het peloton. Ze werd twee keer wereldkampioen op de weg, twee keer op de tijdrit en in Tokio won ze vorig jaar olympisch goud, eveneens op de tijdrit. Dit jaar won ze de Tour de France Femmes, de Giro d’Italia, de Vuelta a España en de wegwedstrijd van het WK. Door het Franse wielerblad Vélo Magazine werd ze bekroond met de Vélo d’Or, een mondiale prijs voor de beste wielrenster van het jaar.
Lees ook:
Altijd mentaal terugveren levert Van Vleuten een nieuwe wereldtitel op
Annemiek van Vleuten wint de ene na de andere wedstrijd. Maar tussen al het juichen zit veel pijn. Het was al het derde WK waar ze met een breuk in haar lichaam rondreed. Toch kwam ze elke keer terug, met een nieuwe wereldtitel tot gevolg.