null Beeld  Ming Ong
Beeld Ming Ong

Interviewschrijver Kenan Malik

‘Vooral de middenklasse, wit én zwart, profiteert van identiteitspolitiek’

We moeten het hebben over klasse als we over racisme praten, stelt de Britse schrijver en columnist Kenan Malik. In zijn nieuwe boek Not so black and white pleit hij voor meer aandacht voor de geschiedenis van klasse en racisme.

Robin Goudsmit en Gatool Katawazi

Een zwarte fabrieksarbeider heeft andere belangen dan een zwarte fabriekseigenaar. Toch worden die twee mensen door de huidige antiracismebeweging over één kam geschoren, stelt de Britse schrijver Kenan Malik. Hij verwondert zich over het gemak waarmee activisten van nu klasse lijken te vergeten, vertelt hij via Zoom vanuit zijn werkkamer. “Identiteitspolitiek stelt de zwarte gemeenschap voor als een homogene groep. Maar dat idee staat de emancipatie van zwarte mensen in de arbeidersklasse in de weg.”

In zijn nieuwe boek Not so black and white schetst Malik de geschiedenis van racisme om uit te leggen dat het concept ras niet alleen werd gebruikt om mensen van kleur te overheersen, maar ook om de arbeidersklasse te onderdrukken. De arbeidersklasse wordt tot de twintigste eeuw gezien als ‘ras’, met verregaande gevolgen. Zo beschrijft Malik hoe in Amerika vanaf de jaren twintig tienduizenden ‘paupers’ worden gesteriliseerd, om zo de bevolking niet te ‘vervuilen’.

Malik, die in India werd geboren, schrijft columns in onder meer de Britse krant The Observer en publiceerde al meerdere boeken over ras, integratie, islam en identiteitspolitiek. Links is te veel bezig met identiteit en te weinig met klassenstrijd, stelt hij nu. “Van het meeste door identiteitspolitiek afgedwongen diversiteitsbeleid profiteert alleen de middenklasse.”

Zijn boek verschijnt op een moment dat klassenverschillen een voorzichtige comeback lijken te maken in het maatschappelijk debat, ook in Nederland. Vorige week publiceerde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een rapport waaruit blijkt dat er grote verschillen zijn tussen een welvarende bovenklasse en een kansarme onderklasse. In reactie op dat rapport zegt de minister van sociale zaken en werkgelegenheid Karien van Gennip tegen de NOS: “Het geloof in dat alles een vrije keuze is, dat je er wel komt als je maar hard genoeg je best doet, is aan het veranderen.”

Toch, stelt Malik, zijn mensen weinig bezig met klassenverschillen en hoe ze historisch tot stand zijn gekomen. En terwijl linkse politici en intellectuelen praten over de emancipatie van mensen van kleur, scheren ze die onterecht over één kam: ook in zwarte, Aziatische, en islamitische gemeenschappen is immers klassenverschil. Het wordt daarom tijd, vindt Malik, om identiteitspolitiek los te laten. “We plaatsen mensen in etnische hokjes. Daarmee definiëren we wie ze zijn en wat ze nodig hebben. Hoe meer we racisme verachten, hoe meer we ons aan raciaal denken vast lijken te klampen”, zo zei hij ook onlangs in het Amsterdamse debatcentrum De Balie, waar hij een lezing gaf.

null Beeld

U beschrijft in uw boek uw eigen politieke ontwikkeling. Daarbij schrijft u: ‘mijn politieke opvattingen waren niet geketend aan mijn identiteit’. Waarom was het zo belangrijk om die twee zaken te scheiden?

“Ik groeide op in het Engeland van de jaren 70 en 80. De Britse maatschappij van toen werd gevormd door racisme. Brandstichtingen, steekpartijen en moorden waren aan de orde van de dag. Ik organiseerde straatpatrouilles in Aziatische wijken in Oost-Londen om Aziaten te beschermen tegen racistische aanvallen. Van daaruit werd ik politiek actief in mijn late tienerjaren.

“De organisaties die voor rechtvaardigheid opkwamen waren toen anders. Er waren groepen zoals de Aziatische jeugdbeweging of de Indiase arbeidersvereniging. Maar die organisaties keken verder dan alleen hun eigen identiteit. De Indiase vereniging plaatste haar activiteiten in een bredere context van de strijd van arbeiders in het algemeen.

“Racisme trok me dus de politiek in. Maar de politiek liet me vervolgens verder kijken dan alleen maar mijzelf, voorbij het racistische onrecht dat mij werd aangedaan. Mijn politieke betrokkenheid maakte dat ik wilde strijden voor sociale rechtvaardigheid, voor de wereld in bredere zin.”

Wat is volgens u het onderscheid tussen identiteit en identiteitspolitiek?

“Identiteit is heel belangrijk. Het geeft je een basis in de wereld, door een onderscheid aan te brengen tussen jou en anderen. Maar in de afgelopen dertig of veertig jaar heeft identiteit de politiek gedomineerd. Mensen hebben het idee dat als je moslim, wit, homoseksueel of Europees bent, daar een pakket aan waarden, overtuigingen en idealen bijhoort: wie we zijn definieert wat we belangrijk of waardevol vinden.

“Politiek zou een middel moeten zijn om je voorbij de beperkingen van identiteit te brengen. Identiteitspolitiek doet het omgekeerde en reduceert politiek tot je identiteit.”

Kenan Malik: 'In de VS werden immigranten uit Ierland, Zuid- en Oost-Europa in de negentiende eeuw ook niet als wit gezien.’ Beeld Tom Trevatt
Kenan Malik: 'In de VS werden immigranten uit Ierland, Zuid- en Oost-Europa in de negentiende eeuw ook niet als wit gezien.’Beeld Tom Trevatt

In uw boek noemt u de zwarte Amerikaanse rapper Kanye West die Republikein is en voor Trump is. Waarom dat voorbeeld?

“Het gaat me niet zozeer om wat Kanye West doet. Maar het debat eromheen is interessant. Mensen verwijten West dat hij zwarte mensen verraadt, omdat hij uitspraken doet als dat slavernij een keuze was en omdat hij op Trump stemt. Alhoewel West onzin uitkraamt, is dat verwijt absurd.

“Eenzelfde discussie speelde in Engeland. We hebben twee Brits-Indiase ministers van binnenlandse zaken gehad die een zeer streng asielbeleid voerden. Dat wordt gezien als verraad aan hun etniciteit of ras.” Met klem: “Dat is het niet. Waarom zouden Aziaten niet conservatief kunnen zijn?

“Wat ook opviel was dat werd gezegd dat witte mensen zich niet mochten bemoeien met de Kanye West-affaire. Dat noem ik stay in your lane, ‘blijf in je hokje’: het idee dat mensen van het ene ras (en met name witte mensen) niet mogen deelnemen aan debatten met mensen van een ander ras. Of dat mensen zich moeten bezighouden met hun eigen geschiedenis of cultuur. Van oudsher zijn het racisten die zeggen dat mensen in hun ‘hokje’ moeten leven. Dat moeten we niet nadoen in ons antiracisme.”

U grijpt in uw boek terug op de geschiedenis. Waarom?

“Die geschiedenis is belangrijk, want die laat zien dat de ideeën over ras die wij nu hebben, redelijk nieuw zijn. Tegenwoordig denken we over ras voornamelijk in termen van huidskleur: iemand is zwart, wit, Aziatisch enzovoort. Maar dat was niet hoe 19de-eeuwse denkers zich ras voorstelden. In de VS werden immigranten uit Ierland, Zuid- en Oost-Europa ook niet als wit gezien.

“In de negentiende eeuw was ras een natuurlijke oorzaak, en dus een rechtvaardiging, van sociale ongelijkheid. Zwarte mensen werden gezien als inferieur, maar de witte arbeidersklasse werd op eenzelfde manier gezien. Armen waren een apart ras. En doordat ze wezenlijk verschilden van de bovenklasse, was het ook logisch dat ze bijvoorbeeld niet mochten stemmen, en dat ze niet geëmancipeerd hoefden te worden.”

Als er vandaag de dag wordt gesproken over een werkende klasse, zoals bijvoorbeeld in de Amerikaanse politiek, lijkt het uitsluitend over witte mensen te gaan. Het zijn witte mensen die hun banen verliezen omdat fabrieken sluiten, witte mensen die worden vergeten in rurale gebieden, enzovoorts.

“Minderheden worden vaak geportretteerd als klasse-loze gemeenschappen. Die groepen, zoals bijvoorbeeld de zwarte gemeenschap, maar ook de moslimgemeenschap, worden voorgesteld als homogene groepen. De klassenverschillen binnen zo’n gemeenschap worden genegeerd, terwijl het binnen witte groepen juist wordt benadrukt: er is een witte arbeidersklasse, een witte middenklasse, enzovoorts.

“De afgelopen veertig jaar is de werkende klasse in het nauw gekomen. Vakbonden hebben minder macht en de sociaal-democratische partijen hebben hun traditionele achterban laten gaan. Maar in plaats van dat we de achterstand van de werkende klasse zien als een economisch probleem, zien velen het als een culturele kwestie, een verlies van traditie en identiteit. De taal van klasse heeft plaatsgemaakt voor de taal van cultuur.”

Schrijver Kenan Malik: ‘De Black Lives Matter-beweging doet het voorkomen alsof er wereldwijd één grote zwarte familie is met dezelfde belangen, maar die bestaat niet.’ Beeld Tom Trevatt
Schrijver Kenan Malik: ‘De Black Lives Matter-beweging doet het voorkomen alsof er wereldwijd één grote zwarte familie is met dezelfde belangen, maar die bestaat niet.’Beeld Tom Trevatt

Hoe verhouden ras en klasse zich nu tot elkaar?

“Veel mensen in de werkende klasse lijken te denken dat hun achterstand te maken heeft met culturele problemen in plaats van economische en sociale problemen. Anders gezegd: de belangen van een witte fabrieksarbeider liggen dichter bij die van een zwarte fabrieksarbeider dan die van een witte bankier. Maar door een identiteitspolitiek op basis van kleur lijkt het alsof dat niet zo is.

“Om een voorbeeld te noemen: in de zomer van 2020 staakten de vuilnisophalers in New Orleans. De staking begon drie weken voor George Floyd werd vermoord, in de lente van 2020. De medewerkers van het bedrijf, bijna zonder uitzondering zwart, staakten voor betere werkomstandigheden. In New Orleans is het vuilnisbedrijf in private handen; de eigenaren van het bedrijf zijn zwart.

“De staking draaide op niets uit. Na die zomer moesten de vuilnisophalers gewoon weer werken, zonder dat aan hun eisen werd voldaan. Black Lives Matter betekent iets anders voor de arbeiders dan voor de zwarte managers. Daarom heb ik kritiek op de Black Lives Matter-beweging. Die doet het voorkomen alsof er wereldwijd één grote zwarte familie is, met dezelfde belangen, maar die bestaat niet.

“Doordat we blijven denken in termen van zo’n grote, verenigde zwarte familie, hebben we vooral aandacht voor de problemen van een zwarte middenklasse, terwijl we de arbeidersklasse negeren.”

Is het niet begrijpelijk dat mensen graag een gevoel van verbondenheid willen hebben? Vooral als het gaat om zwarte gemeenschappen die door slavernij uiteen zijn gerukt?

“De Frans-Martinikaanse intellectueel Frantz Fanon zei ooit dat een zwarte arbeider in Chicago niet dezelfde culturele identiteit of belangen heeft als iemand in Tanzania. Je kunt zwarte mensen niet op een hoop gooien.”

U pleit in uw boek voor wat u ‘radicaal universalisme’ noemt. Wat is dat?

“Universalisme – het idee dat er normen en waarden zijn die universeel gelden – is een concept dat in Europa in de Verlichting ontstaat. De Verlichting is een veelbesproken tijd – voor de één is het een Europese bloeiperiode, voor de ander een tijd van kolonialisme en onderdrukking. Ik denk echter dat we terug moeten naar de universalistische ideeën van toen in hun meest radicale vorm: het geloof dat er iets bestaat als universele menselijkheid en mensenrechten. Zo’n soort universalisme verschilt van de liberaal-universalistische traditie, waarbinnen een geloof in gelijkheid kan samengaan met racisme en kolonialisme.

“Eén van de dingen die ik overigens laat zien in mijn boek is hoe de wereld buiten Europa échte betekenis geeft aan het in Europa bedachte Verlichtingsideaal van universalisme. Voor mij is een van de centrale momenten de revolutie op Haïti in 1791. Haïti was de rijkste kolonie ter wereld, door de suikerplantages die draaiden op slavenarbeid. In 1789 had de Franse revolutie plaatsgevonden, maar omdat slavenkoloniën zoals Haïti zoveel inkomsten genereerden, hadden de Fransen geweigerd om rechten voor burgers te verlenen aan mensen in de koloniën. Daar kwamen de Haïtianen tegen in opstand. In die opstand zie je het ware Verlichtingsideaal: de Haïtiaanse revolutionairen dwongen de Fransen om hun eigen ideeën over vrijheid en gelijkheid serieus te nemen, en in te zien dat slavernij daar niet in paste.”

U pleit ervoor om in activisme tegen racisme ook aandacht te besteden aan klasse. Is dat niet hetzelfde als intersectionalisme, een term die huidige activisten vaak gebruiken om te benadrukken dat onderdrukking op basis van ras, gender en klasse met elkaar samenhangt en elkaar versterkt?

“Het probleem met intersectionaliteit is dat het slechts een beschrijving van de wereld is en geen formule om deze te veranderen. Met intersectionaliteit wordt bedoeld: mensen hebben verschillende soorten identiteiten en worden dus op verschillende manieren onderdrukt. Maar het zegt niet hoe je daar uit kunt komen.”

U stelt: het is niet een keuze voor óf aandacht besteden aan ras, of aan klasse. Wat moet er veranderen in de strijd tegen racisme?

“We moeten af van het sociaal pessimisme dat het denken over racisme beheerst. Ook binnen de antiracismebeweging zijn mensen gaan denken dat racisme een natuurlijke fenomeen is, iets wat nu eenmaal voorkomt in de samenleving. We zijn het geloof verloren dat racisme te bevechten is.

“Omdat de hoop op sociale verandering is uitgehold, verbergen mensen zich in hun eigen hokjes. Hoe meer we dat doen, hoe meer die hokjes de enige manier worden om de wereld te waar te nemen. Door het radicaal universalisme te omarmen, kunnen we weer over onze hokjes heen kijken.”

Lees ook:

Identiteitsdenken maakt de verschillen alleen maar groter

‘Ik sta voor U.’ Van het beroemde reisgebed van Gerard Reve zijn het deze vier eenvoudige woorden die mij toch altijd het meest treffen. Woorden die precies uitdrukking geven aan datgene wat ik zo mis in de hardnekkige en dwingende identiteitspolitiek die al geruime tijd in het Westen rondwaart en die inmiddels ook in Nederland voet aan de grond heeft gekregen. Waarom blijft het zo stil rond deze zorgelijke ontwikkeling?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden