NaschriftHélène Veelenturf (1929-2022)
Voor haar geliefde Nigeria, bedelde verloskundige Hélène Veelenturf (1929-2022) als de beste
Hélène Veelenturf werd wel de schrik van de Bodegraafse winkeliers genoemd. Voor haar geliefde Nigeria kon ze bedelen als de beste. Ze werkte er tientallen jaren als verloskundige in een door haar opgerichte kraamkliniek.
Tot haar tachtigste bracht Hélène de door haar ingezamelde spullen en geld altijd zelf naar Nigeria. Iedere winter sjouwde ze acht bomvolle koffers het vliegtuig in. En als ze moest bijbetalen voor het teveel aan gewicht, dan had ze altijd een kennis of vriend bij zich die dat voor haar deed. Hélène kon dwingend zijn en verwachtte dat je stante pede voor haar klaar stond, maar je beleefde ook de gekste dingen met haar.
In de tijd dat ze in Nigeria werkte als verpleegkundige, kreeg ze al vlot de bijnaam ‘Lady’, al noemden haar broers en zussen haar gewoon Len. Als jong meisje was ze al een aparte, vertelt broer Piet. “Ze was anders dan anders en eigenzinnig. Als oudste dochter wilde ze niet in het rijtje lopen.”
In het Bodegraafse gezin Veelenturf met elf kinderen was de sfeer gezellig en vrolijk. Alle elf sliepen op de zoldering, als was het één groot matras. In het weekend werd er thuis gedanst. Hélène hielp al jong mee met de kleintjes en het huishouden, al ging ze liever naar school of haar geliefde debatclub. Diepe indruk maakte de dood van haar broertje Aart, die op 6-jarige leeftijd overleed.
Eerste vrouw met kruideniersdiploma
Vader Piet was architect en timmerman en had een werkplaats aan huis. Als bedenker van de bekende tbc-huisjes – ook wel ‘teringtentjes’ genoemd’ – had hij genoeg werk. Maar na de oorlog vielen opdrachten weg en nam hij een kruidenierswinkel over, waar hij zijn drie oudste dochters inzette. Zo kwam het dat de 20-jarige Hélène als eerste vrouw in Nederland haar kruideniersdiploma haalde, vertelde ze altijd.
Hoewel ze haar taak prima volbracht, had ze andere ambities. Ze droomde ervan om in het buitenland te werken als verpleegkundige. Geïnspireerd door haar naam, die de lichtende betekent. Ze stopte met de winkel en ging in het Elisabeth Gasthuis in Leiden in opleiding. Via wat omwegen kon ze in 1961 als lekenzuster aan de slag in het St. Camillus-hospital in Nigeria.
Voor vertrek verleende ze haar moeder nog één gunst, ze kleedde zich als nette dame. Dat heeft ze geweten, want bij aankomst stierf ze bijna van de hitte in haar japon met nylons en hoge hakken. In de binnenlanden trapte ze gelijk haar hakken uit en ging aan de slag, want er lag een vrouw te bevallen die bijna stierf. Vanaf dat moment werkte Hélène dag en nacht. Om op de been te blijven at ze wel twintig boterhammen per dag.
Pleegdochter
Van heinde en verre kwamen patiënten naar de kliniek, die onder erbarmelijke omstandigheden en met veel inventiviteit werden behandeld. Het enige licht in de kliniek was de gaslamp in de operatiekamer. Hélène genoot van het intense werk. Na een maand of drie brachten dorpelingen een te vroeggeboren baby binnen: ze paste net in haar handpalm. De moeder, zelf nog een kind van dertien, was in het bos bevallen en overleden. Hélène sloot het kindje direct in haar hart. Iedereen om haar heen zei dat alle zorg die zij in haar stak zinloos was, maar zij zette door en nam Christina Emosomi Veelenturf – Chri genaamd – aan als pleegdochter.
Toen Chri een dreumes was, ging Hélène enige tijd naar Engeland om zich verder te scholen, zodat ze in 1967 zelfstandig een kraamkliniek kon oprichten voor Memisa in Ozalla: het Opus Dei-hospital. Chri ging met haar mee en hoewel het kind niet goed kon leren, groeide ze op tot een vrolijk en levenslustig meisje. Twaalf jaar werkte Hélène opnieuw dag en nacht in de kliniek.
Door politieke onlusten kon ze in 1979 niet langer blijven, ze was haar leven niet zeker en kwam terug naar Nederland. Vanaf dat moment organiseerde ze legio inzamelingsacties. Ze sprak op een terras gerust kunstenares Marte Röling aan, die na hun indringende gesprek honderd gulden in haar hand drukte.
Zo keerde ze ieder jaar terug naar haar dochter met geld verstopt in pakketjes op haar lichaam en koffers vol medicijnen en spullen. Chri kreeg zelf vijf dochters die allemaal financieel gesteund werden door hun pleeggrootmoeder. Dat was niet ongevaarlijk, want op een keer werd Hélène bij aankomst ruw beroofd: ze stond bekend als de ‘witte dame met geld’. Dat ontmoedigde haar niet, ze leefde voor Chri.
Altijd vrijgezel gebleven
Al werd meermaals om haar hand gevraagd, Hélène bleef altijd vrijgezel. Haar geloof was altijd leidend. Ze handelde naar wat zij dacht dat goed was. Zo werd ze geraakt door de levensechte crucifix van kunstenaar Toon Grassens, waarna ze datzelfde beeld midden in Nigeria liet plaatsen.
Ze leefde zelf niet echt sober, ze had altijd taart in de koelkast en mocht graag chic winkelen. Opvallend bleef haar veeleisendheid; ze belde vanuit het verzorgingshuis gerust een vriendin op dat ze zin had in een slaatje, waarna ze – toen die niet gelijk op de fiets sprong – een ander belde met hetzelfde verzoek. Met twee slaatjes als gevolg.
Hoewel ze met die houding ook mensen verloor, bleven velen haar trouw. Ze had een brede interesse, kon prachtig vertellen en met Hélène maakte je altijd wat mee. Haar lievelingsuitje was een dagje naar zee, maar dat lukte op het laatst niet meer. Haar lijf was op, totaal versleten. Ze stierf in haar geboorteplaats, maar niet zonder elke dag even te bellen met Nigeria om de belevenissen te horen van haar familie aldaar.
Helena Johanna Antonia Veelenturf werd geboren op 27 september 1929 in Bodegraven en stierf aldaar op 9 juni 2022.
Trouw beschrijft het leven van onlangs overleden heel gewone of bekende mensen. Heeft u zelf een tip voor Naschrift? Mail ons via naschrift@trouw.nl.