NaschriftKees Veldboer (1959-2021)
Kees maakte de wensen van terminale patiënten waar, zelfs als hij iemand in Spanje een berg op moest tillen
‘Niet kletsen, gewoon doen’. Met dat motto liet Kees Veldboer de allerlaatste wens van tienduizenden terminale patiënten uitkomen met zijn Stichting Ambulance Wens. Door zich voor kwetsbaren in te zetten, groeide zijn eigen zelfvertrouwen.
Nog één keer je vader zien die op sterven ligt, de bergen in of naar de Efteling. Nog één keer de zonsondergang op het strand meemaken. Het zijn de alledaagse wensen die Kees het liefst vervult en hem kippenvel bezorgen. Al houdt hij ook van de uitdaging van complexe wensen. Wat hem helpt, is zijn vasthoudende instelling: hij kan razendsnel beslissen en gaat door roeien en ruiten als het moet. Met zijn soms irritante koppigheid krijgt hij veel voor elkaar.
Kees neemt met ‘nee’ geen genoegen en op iedere wens is zijn antwoord: “Dat gaan we regelen.” In het 14-jarig bestaan van de Stichting Ambulance Wens is het niet voorgekomen dat een wens niet vervuld werd – of het kwam doordat de vrager voor de bewuste datum kwam te overlijden. Over zijn motivatie zegt hij in het boek Laatste liefste wensen: “Ik vind het fijn om op een normale en lichte manier met mensen om te gaan die heel ziek zijn en een lach op hun gezichten te toveren. Dat geeft mij een gelukkig en voldaan gevoel. Als je kan helpen, doe het dan. Huppetee.”
Voor zichzelf eist Kees weinig op. Als hij tussen de middag maar zijn boterhammen dik besmeerd met roomboter en pindakaas krijgt is hij tevreden. Zelfvoldaan is hij nooit, eerder is hij trots op zijn vrijwilligers die de stichting laten vliegen. Hoewel Kees goed weet wat hij wil en altijd recht voor zijn raap is, schort het hem aan het nodige zelfvertrouwen. Als lange slungel met vuurrood haar is hij vroeger veel gepest. Soms roepen de buurjongens in Schiedam waar hij opgroeit: “Dat heeft die lange rooie gedaan”, terwijl hij gewoon thuis zit. Dat voedt zijn minderwaardigheidsgevoel.
Al dwingt hij met zijn voetbaltalent in de buurt ook respect af. Bij de padvinderij wordt hij gelijk als leider gekozen en als basketballer helpt hij Juventus in de eerste divisie aan het kampioens chap. Toch voelt hij zich te weinig gezien, ook door zijn ouders; hij mist complimentjes. Omdat hij op school niet uitblinkt. Iets dat zijn broer Aad en zus Jeannette wel doen, en wat vader Kees, die zelf leraar machinebankwerker is, belangrijk vindt.
Maar zijn ouders proberen hem te beschermen. Zijn vader beslist dat Kees naar de mavo gaat – wat geen succes wordt – en stuurt hem daarna naar de lagere technische school, terwijl hij zelf liever sportleraar wil worden. Met twee linkerhanden worstelt hij zich door de lts en gaat daarna aan het werk als taxichauffeur. Dat valt samen met een zware periode: zijn ouders krijgen een ernstig ongeluk. Een oom overlijdt en zijn ouders komen er gehandicapt en beschadigd uit. De situatie drukt zwaar op hem als oudste zoon.
Als Kees invalt op de rolstoelbus, ontdekt hij dat hij het allerliefst op de ambulance zou willen rijden. Terwijl hij druk bezig is met het vereiste groot rijbewijs en EHBO-diploma worden de eisen strenger en haakt hij af. Kees heeft dan al jaren verkering met zijn grote liefde Truus, die hij op de dansschool heeft leren kennen. Hij kan als geen ander swingen. Al bij binnenkomst van het jonge grietje roept de 16-jarige Kees: “Kijk jongens, dat wordt mijn vrouw.” Hoewel de verkering zeven keer uitgaat, trouwen ze en krijgen twee zoons: volgens familietraditie heet de oudste Kees en daarna wordt Sjoerd geboren.
Schiedammer parkmoord, die zinloze dood raakt hem enorm
Op zijn 26ste gaat hij werken voor transportbedrijf Van Geijl. Jarenlang verzorgt hij internationale verhuizingen en is vaste vervoerder voor het Rotterdamse RO Theater. De weken weg van huis kosten hem wel zijn huwelijk. Vlot na de scheiding krijgt hij een nieuwe relatie, maar als blijkt dat zijn ex-vrouw ernstig ziek is, gaat hij toch weer naar huis – ook voor zijn zoons. De zorg blijkt echter te veeleisend en na een jaar keert Kees terug naar zijn vriendin. Maar ook die relatie strandt.
Intussen komt zijn droom om op de ambulance te rijden wel uit, eerst als invalskracht en later gaat hij aan de slag bij GGD Waterweg Noord. In de vijftien jaar die volgen, maakt hij veel mee: zelfdodingen, verkeersongevallen, huiselijk geweld. De meeste indruk maakt de dood van de 10-jarige Nienke, later bekend als de Schiedammer parkmoord. Hij is er als eerste bij en haar dramatische en zinloze dood raakt hem intens.
Als kwestbare mensen onrecht wordt aangedaan, bedenkt Kees direct een oplossing. Zo ook op de dag dat hij patiënt Mario Stefanutto voor een pijnbehandeling naar het ziekenhuis vervoert. Wanneer onderweg blijkt dat de behandeling uren is uitgesteld, vraagt Kees of hij zin heeft in een ommetje. Mario geeft aan nog eens de haven te willen zien en als ze die dag aan het Vlaardingse Havenhoofd staan en hij Mario’s blije gezicht ziet, is het idee voor de stichting geboren. Op de dag dat Mario overlijdt, in maart 2007, zet Kees bij de notaris de handtekening voor de Stichting Ambulance Wens. “Uitdagingen aangaan en voor een ander bezig zijn, zit gewoon in mij”, zegt hij over het plan.
Sinds 2003 woont hij samen met ziekenverzorgende Ineke, haar dochter Sophia en zijn twee zoons in Rhoon. Bij haar komt hij tot rust en zij wordt zijn rechterhand. “Ik ben de motor, zij de benzine”, zegt hij over hun samenwerking. De website, het logo, de donaties, alles wordt vanaf de keukentafel geregeld. Hun huis puilt uit van de ambulancespullen. In korte tijd stromen de wensen binnen. Na twee jaar in zijn vrije tijd en met een leenambulance van zijn werkgever diverse wensen te hebben vervuld, stapt hij over naar zijn eigen toko.
De stichting verhuist via een anti-kraakpand naar een eigen pand in Rotterdam-Albrandswaard. Hij stuurt 270 vrijwilligers aan, die hij allemaal bij naam kent en het wagenpark is uitgebreid tot zeven ambulances. Ruim 16.000 wensen zijn inmiddels vervuld. Bijzonder genoeg verzorgen Ineke en Kees in 2013 ook de laatste wens van zijn ex-vrouw Truus. Ze regelen voor haar een weekend weg in de vakantiewoning van de stichting. Een ontroerend uitje voor het hele gezin.
Zwart of wit, hij zegt waar het op staat
Kees doet alles op zijn eigen manier. Hij zegt waar het op staat en bij hem is alles zwart óf wit. Niet iedereen snapt zijn soms botte manier van communiceren, maar zijn hulpvaardige hart en eindeloze geduld maken veel goed. Het stel werkt zich een slag in de rondte en geniet daarnaast van hun spaarzame vakanties, die veelal gekoppeld zijn aan een wens in het buitenland.
Zo wil een wensvrager nog eens het uitzicht op Benidorm zien, maar alleen een geitenpaadje geeft toegang tot het Spaanse uitkijkpunt. Kees denkt geen seconde na, demonteert een stoeltje uit de ambulance en sjouwt zo de terminale patiënt naar boven. Pas als een wens echt vervuld is, kan hij die loslaten.
Verder ontspant Kees tijdens het hardlopen, hij rent zeven marathons en diverse sponsorruns. Ook geeft hij les in levensreddende handelingen aan politie en brandweer. De roodharige boom van ruim twee meter is inmiddels zelfverzekerd en weet wat hij waard is. Als hij eens op een kruising achter drie van zijn wensambulances rijdt, die ieder een eigen afslag nemen om ergens in Nederland een wens te vervullen, heeft hij wel even een brok in zijn keel. Hij is trots.
Eigenlijk wil Kees het de komende tijd wat rustiger aan doen en samen met Ineke de wereld over reizen om de stichtingen, die in het buitenland zijn voorbeeld hebben gevolgd op te zoeken. Op de rol staan: Israël, Duitsland, Australië en Curaçao waar hun oudste ambulance een nieuwe bestemming zal krijgen. Maar als hij aan het einde van een werkdag nog even op de loopband de broodnodige beweging op wil doen, smoort een hartstilstand alle plannen in de kiem.
Als collega’s bij de ambulance, maar ook de politie en brandweer via de mobilofoon horen dat er iets aan de hand is met Kees Veldboer, rukken ze massaal uit. Zijn zoons kunnen er amper door als ze bij het pand arriveren. Dat hij in de dagen erna zelfs op de landelijke tv wordt gememoreerd, raakt de familie diep. Die erkenning had hij vast gewaardeerd.
Cornelis (Kees) Veldboer werd geboren op 28 oktober 1959 in Rotterdam en overleed op 26 juli 2021 in Rotterdam-Albrandswaard.
Trouw beschrijft het leven van onlangs overleden heel gewone of bekende mensen. Heeft u zelf een tip voor Naschrift? Mail ons via naschrift@trouw.nl.