Asielopvang
Inspectie, hulpverleners en gemeenten slaan alarm: kinderrechten in geding op gezinslocaties
De leefsituatie voor kinderen van uitgeprocedeerde gezinnen is onhoudbaar, zeggen de Onderwijsinspectie, gemeenten, hulpverleners en andere betrokken instanties. Door de asielcrisis verslechtert de situatie.
Het lijkt wel alsof ze in een ‘kinderfabriekje’ werkt, zegt ze. Zo snel moet directeur Yurien van Starkenburg, van basisschool De Verrekijker in Katwijk, leerlingen in- en uitschrijven. Gemiddeld zo’n vijf per week. Door onder meer de vele wisselingen heeft Van Starkenburg moeite de school draaiende te houden. “Ik dacht vorig jaar al dat het team de zomervakantie niet ging halen.”
Sindsdien is de omloopsnelheid van leerlingen nog verder opgelopen. Van Starkenburg heeft in een half jaar tijd ruim de helft van haar leerlingen zien vertrekken en ongeveer evenveel nieuwe leerlingen een plek moeten bieden. Ze vergelijkt het met ‘lopendebandwerk’, niet met pakketjes, maar met kinderen wier ouders allemaal asiel zoeken in Nederland.
De Verrekijker is een basisschool die hoort bij de nabijgelegen gezinslocatie. Dat is een asielopvang waar op papier enkel uitgeprocedeerde gezinnen verblijven. Dit zijn gezinnen van wie de asielaanvraag is afgewezen, die eigenlijk het land moeten verlaten, maar om diverse redenen niet kunnen worden uitgezet.
Vanwege de vastgelopen asielketen is de samenstelling van bewoners in de opvanglocatie veranderd. Er verblijft nu een gemengde groep asielzoekers, die allemaal in een andere fase van hun asielprocedure zitten.
Alarmerend rapport
Van Starkenburg somt op: “Nieuwkomers die net in Nederland zijn, kinderen die maanden in een noodopvanglocatie verbleven, statushouders, en kinderen van afgewezen asielzoekers.” Hierdoor wonen kansrijke en kansarme asielzoekers plotseling dicht op elkaar. Dit zorgt voor onrust op school en op de opvanglocatie.
Spanningen zijn er altijd geweest op de locatie in Katwijk, waar sinds 2011 gezinnen worden opgevangen die geen kans meer maken op een verblijfsvergunning en dus geen toekomstperspectief hebben. De asielcrisis heeft de bestaande problemen verergerd, zegt Van Starkenburg.
Vorige week kwam de Onderwijsinspectie met een alarmerend rapport naar buiten, waarin staat dat kinderen op gezinslocaties opgroeien in een onveilige omgeving. Vanwege de ernst van de problemen trekken ook jeugdartsen, psychologen, kinderrechtendeskundigen en de vijf gemeenten waar een gezinslocatie gevestigd is, aan de bel.
Volgens de instanties is de situatie op de opvanglocaties voor afgewezen gezinnen onhoudbaar en in strijd met de rechten van het kind. Naar aanleiding van de alarmerende berichten brengen staatssecretarissen Van der Burg (asiel) en Van Ooijen (volksgezondheid) donderdag een bezoek aan de opvang in Katwijk.
Depressieve klachten
Terug naar De Verrekijker, waar directeur Van Starkenburg tijdens het gesprek onverwachts opstaat. “Ik wil Mohammed even blijven zien.” Zo heeft ze beter zicht op de leerling die tegenover haar kantoor zit. De rest van het gesprek houdt de directeur hem met een schuin oog in de gaten, terwijl ze uitlegt dat ze zich over bepaalde leerlingen grote zorgen maakt. Op De Verrekijker zitten veel kinderen met psychische- en of gedragsproblemen.
Zo herinnert Van Starkenburg zich een leerling, die lange tijd met een groot geheim rondliep. De jongen dacht dat hij als enige wist dat kinderen op de gezinslocatie niet in Nederland mogen blijven. Van zijn ouders mocht hij er niet over praten. “De gedachte drukte zwaar op hem. Voor zijn gevoel waren alle kinderen voor niks bezig met school”, legt Van Starkenburg uit. “Ik denk dat hij depressieve klachten had.”
De jongen is niet het enige kind op de gezinslocatie dat onder dergelijke gedachten lijdt, weet Petra de Jong, die al elf jaar als jeugdarts in de asielopvang werkt. In haar spreekkamer ziet ze kinderen die piekeren, nachtmerries hebben, of zich terugtrekken en niet meer praten.
Terugkeer bevorderen
De situatie waarin deze kinderen zich bevinden, is het gevolg van hoe het asielbeleid in ons land is ingericht. Bij wet is vastgelegd dat kinderen niet op straat mogen leven. Gezinnen die geen kans maken op een verblijfsvergunning, behouden daarmee recht op onderdak, totdat hun jongste kind achttien jaar wordt.
Daartegenover staat het strenge asielbeleid, dat voorschrijft dat afgewezen asielzoekers binnen vier weken het land moeten verlaten. Vanwege het huidige tekort aan opvangplekken, klinkt de roep om afgewezen asielzoekers snel terug te sturen naar het land van herkomst, steeds luider.
Of een gezin kan terugkeren, hangt af van het verkrijgen van reisdocumenten, medewerking van de ouders en van het land van herkomst. Als het papierwerk in orde is, kunnen gezinnen ook gedwongen worden uitgezet.
Sober regime
Op de gezinslocaties heerst een strenger en soberder regime dan op reguliere azc’s, met als doel terugkeer van de gezinnen te bevorderen. Bewoners moeten zich vijf dagen per week melden, binnen de grenzen van de gemeenten blijven, ontvangen minder leefgeld en mogen niet werken en geen opleiding volgen.
In Katwijk zijn families gehuisvest in barakken op het oude vliegveld Valkenburg. Kamers zijn er klein en gehorig, met weinig privacy. Op het terrein, ver buiten het centrum van Katwijk, leven gezinnen buiten de maatschappij. Ouders hebben amper contact met de Nederlandse bevolking, blijkt uit rondvraag bij buurtbewoners en vrijwilligers.
In de praktijk hebben de maatregelen van het Coa nauwelijks effect. Tussen 2015 en 2017 verliet nog geen veertien procent van de gezinnen vrijwillig een gezinslocatie om terug te keren naar het land van herkomst, zo blijkt uit cijfers van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Zes procent van de gezinnen werd uitgezet. Sinds de coronacrisis is de uitstroom nog verder teruggelopen, zeggen de betrokken instanties.
Geschreeuw en gegil
Gezinnen verblijven hierdoor vaak jarenlang op de opvanglocaties. Kinderrechtendeskundige Karin Kloosterboer constateert dat uitgeprocedeerde gezinnen hierdoor jarenlang vastzitten in een soort ‘niemandsland’: “Het leven op een gezinslocatie is vaak nog deprimerender dan in reguliere opvangcentra, omdat de situatie veel uitzichtlozer is.”
Kloosterboer deed eerder onderzoek naar de jeugdhulp op de gezinslocaties. Daarbij zag ze veel ouders en kinderen die gebukt gaan onder chronische stress. Ze vrezen ieder moment door de vreemdelingenpolitie te worden opgepakt en uitgezet. Niet zelden vinden uitzettingen op gezinslocaties onder verzet plaats, waarbij wordt geschreeuwd en gegild.
Onherstelbare schade
Mauro Wilson Estevao (30) weet hoe het is om jarenlang met die angst te leven. Als kind zonder verblijfsvergunning was hij bang voor volwassenen. “Iemand hoefde mij maar aan te kijken en ik dacht: ‘die is van de politie’.” Toen Wilson Estevao in 2011 achttien werd, dreigde hij Nederland te worden uitgezet. In de landelijke media ontstond ophef over zijn uitzetting en de petitie ‘Mauro moet blijven’, werd ruim honderdduizend keer ondertekend.
Wilson Estevao legt uit hoe het is om als kind zonder papieren je nergens gewenst te voelen: “Mij werd duidelijk verteld dat ik niet welkom was. Hierdoor heb ik mij altijd heel klein en verstoten gevoeld.”
Tijdens zijn jeugd lukt het Wilson Estevao niet om zijn emoties een plek te geven, omdat hij gelooft dat niemand hem kan of wil begrijpen. Ook als volwassene worstelt hij nog altijd met zijn asielverleden. Mauro loopt bij een psycholoog om de trauma’s uit zijn jeugd te verwerken.
Ook zijn zesjarige dochter houdt hem onbewust een spiegel voor. Wilson Estevao ziet nu dagelijks hoe belangrijk stabiliteit en continuïteit is voor de ontwikkeling van kinderen, hetgeen hij zelf nooit heeft gehad. Juist bij kinderen kan de onzekerheid over de asielprocedure daarom blijvende schade aanrichten, weet ook kinderrechtendeskundige Kloosterboer. “In sommige gevallen is die schade zelfs onherstelbaar.”
Geen hulp op maat
Naarmate de kinderen zonder verblijfsvergunning ouder worden, groeit het besef dat hun toekomst onzeker is. “Jongeren worstelen hierdoor vaker met motivatieproblemen of suïcidale gedachten”, legt jeugdarts De Jong uit. Ook in Katwijk spreekt De Jong kinderen die rondlopen met suïcidale gedachten.
Zo is er een jongen die in het land van herkomst veel heeft meegemaakt en in een ander azc getuige is geweest van een suïcide van een leeftijdsgenoot, vertelt De Jong. “De jongen zei: ‘Als ik zelfmoord pleeg, dan mag mijn familie in ieder geval blijven, dus ik denk daarover.’”
Direct gingen bij De Jong alle alarmbellen af, maar psychische hulp inschakelen voor kinderen zonder papieren is niet eenvoudig. De Jong merkt dat ggz-instellingen terughoudend zijn om de kinderen te behandelen. Zo wordt traumatherapie pas opgestart als er sprake is van een stabiele omgeving. Een gezinslocatie voldoet niet aan die voorwaarde.
Als het toch lukt om een kind door te verwijzen, komt die vaak op een maandenlange wachtlijst te staan. Mocht een kind tussentijds verhuizen, dan komt het opnieuw onderaan de wachtlijst. Dit is een probleem voor kinderen in de hele asielketen. In de praktijk komen overplaatsingen veelvuldig voor, schrijft ook de Onderwijsinspectie in haar rapport. “Vijf, zes, of zeven keer verhuizen is voor tienjarigen geen uitzondering.”
Van de ene school naar de andere
De reden voor een verplaatsing is niet altijd duidelijk. Een deel van de verhuizingen is het gevolg van het sluiten van locaties, wat vanwege de vele noodlocaties en crisislocaties de laatste tijd vaak voorkomt. Ook verandering in asielstatus kan leiden tot vertrek naar een ander centrum.
Verhuizingen worden vaak op korte termijn aangekondigd. Hierdoor is vrijwel onmogelijk om een zorgvuldige overdacht of afbouw van de hulpverlening te realiseren. Dit alles maakt het lastig om de zorg voor deze kinderen op een verantwoorde wijze in te richten, zegt De Jong.
De scholen ondervinden vergelijkbare problemen. In haar rapport uit de Onderwijsinspectie haar zorgen over het grote aantal leerlingen dat te vaak van school moet wisselen, waar bij de overgang van de ene naar de andere school veel onderwijstijd verloren gaat.
Tegenstrijdige belangen
Ook de vijf gemeenten waar een gezinslocatie (Glo-gemeenten) gevestigd is, maken zich grote zorgen over de kinderen in de opvanglocatie. Vorig jaar april schreven de gemeenten Katwijk, Amersfoort, Emmen, Gilze-Rijen en Tytsjerksteradiel een brandbrief waarin staat dat het verblijf in een gezinslocatie onverantwoord is.
Sinds 2019 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp op Coa-locaties en is het hun taak om ervoor te zorgen dat alle kinderen op een opvanglocatie veilig en gezond opgroeien. Op dit moment lukt het de Glo-gemeenten niet om aan deze wettelijke verplichting te doen, staat in de brief.
De gemeenten zien zelf geen oplossing voor de problemen. Enerzijds verplicht de Jeugdwet gemeenten om kinderen, ongeacht status, kansrijk op te laten groeien. Anderzijds is de sobere opvang in de Vreemdelingenwet vastgelegd. Zolang die tegenstrijdigheid in wetgeving bestaat, zullen de kinderen in de problemen komen, zo vrezen de gemeenten.
In de brief vragen de Glo-gemeenten daarom welk belang prevaleert: “Is dat het belang van het kind, of de kaders die terugkeer moeten bevorderen?” De gemeenten hebben tot op heden geen antwoord gekregen op deze vraag.
Ernstige conflicten
Ondertussen lopen de spanningen in de gezinslocaties, door de enorme doorstroming, verder op. Steeds weer nieuwe buren en nieuwe klasgenootjes zorgen voor meer frictie tussen gevestigde bewoners en de nieuwkomers.
Vorig jaar, nog geen maand nadat de gemeenten hun brandbrief verstuurden, gaat het in Katwijk al vreselijk mis. Een vijfjarige jongen wordt in coma geslagen door een andere minderjarige bewoner. Het slachtoffer overleeft de mishandeling ternauwernood, maar of hij volledig zal herstellen is onduidelijk.
De verdachte is een adolescente jongen uit Afghanistan, die slechts een paar weken in de asielopvang verbleef en worstelde met trauma’s uit het verleden. Dat bevestigen hulpverleners en vrijwilligers uit de omgeving van het azc. Zowel het slachtoffer als de verdachte zijn overgeplaatst naar een andere locaties. De politie wil verder niks kwijt over de zaak, omdat het onderzoek nog loopt.
Door de asielcrisis is de onveiligheid op gezinslocaties toegenomen, schrijft ook de onderwijsinspectie in haar rapport. Kinderen zijn getuige ‘van (soms zeer ernstige) conflicten’. Daarnaast waarschuwt de inspectie dat de grens, van wat leraren ‘normaal’ vinden, is opgeschoven, omdat zoveel kinderen in de opvang problemen hebben.
Stabiliteit en begeleiding
Ook directeur Van Starkenburg erkent dat. “Doordat we al zo lang met deze doelgroep werken, vinden we misschien dingen normaal, die eigenlijk niet meer normaal zijn.” Door de mishandeling in Katwijk lijkt iedereen wakker te zijn geschud.
De betrokken instanties zijn het erover eens dat de situatie niet langer houdbaar is. In het onveilige ‘niemandsland’ worden kinderrechten aan de kant geschoven en de gezondheid en veiligheid van kinderen aantoonbaar geschaad.
Vanwege de vastgelopen asielketen is het nog maar de vraag of daar op korte termijn verandering in komt. Ervaringsdeskundige Mauro Wilson Estevao pleit er daarom voor om kinderen stabiliteit in de uitzichtloze situatie te bieden. Dat betekent geen verhuizingen meer, en dezelfde vriendjes om mee te spelen.
Daarnaast vindt Wilson Estevao het noodzakelijk dat psychische hulp voor ieder kind toegankelijk wordt. Hulp die hij zelf als kind zo heeft gemist. “Door eerder in te grijpen en betere begeleiding te bieden, voorkomen we dat kinderen opgroeien en gezien worden als probleemkinderen. Daar betalen we als samenleving uiteindelijk de hoogste prijs voor.”
Lees ook:
Instanties slaan alarm over opvang van vluchtelingenkinderen zonder papieren
Kinderrechten staan ernstig onder druk in de opvanglocaties van afgewezen asielzoekers, zeggen gemeenten en instanties. De leefsituatie op gezinslocaties is onhoudbaar en de asielcrisis verslechtert de situatie.
Lees ook:
Inspectie: kind afgewezen asielzoeker onveilig op gezinslocaties
De Nederlandse overheid geeft kinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers onvoldoende veiligheid én te weinig mogelijkheden om zich te ontwikkelen.