Ontwerper in de zorg, dat wilde Ingeborg Griffioen als kind al worden. Een vak dat in die tijd nog helemaal niet bestond. Dus toen ze als industrieel ontwerper bij reguliere bureaus te weinig kon betekenen voor de zorg, richtte ze haar eigen ontwerpbureau op.
De zorg behapbaar maken en de pijn van patiënten verzachten, dat had Ingeborg voor ogen met haar eigen ontwerpbureau Panton. In de ontwerperswereld werd die stap met argusogen bekeken: wie richtte nu een bureau op dat louter met één sector wilde samenwerken? Het bleek een gouden zet, want al snel kwamen de opdrachtgevers. Hoe wrang en tegelijk bijzonder was het dat Ingeborg later diezelfde oncologische zorg nodig had, waar ze zelf oplossingen voor bedacht. Eerst als mantelzorger voor haar man met alvleesklierkanker en daarna zelf als borstkankerpatiënt.
De ene dag liep ze met haar man het ziekenhuis in voor zijn chemo’s, de andere dag nam ze interviews af met artsen en patiënten voor haar onderzoek. Ze wist inmiddels exact tegen welke struikelblokken je aanliep als patiënt. En verwerkte die ervaringen in haar promotieonderzoek Service Design, over gedeelde besluitvorming in de oncologie.
De intentie om het de ander makkelijker te maken
De gedreven Ingeborg ging nooit over een nacht ijs, ze wilde graag alles doorgronden, begrijpen, leren en daarna mooier maken. Zichzelf als mens en professional ontwikkelen was haar levensmotto. De lat lag altijd hoog. Vrienden en familie kregen geregeld ongevraagd advies, maar altijd met de intentie om het de ander makkelijker te maken.
Een bezige bij met bakken aan energie was ze. Bij de laatste verhuizing van Panton naar een historisch pand in Deventer stond Ingeborg nog tot laat in de avond de muren te verven. Ze verlangde veel van zichzelf én haar medewerkers. Niet dat ze hen pushte, want als iemand haar hoge tempo niet kon bijhouden, paste ze zich gerust aan. En als je haar wilde spreken, nam ze alle tijd. Ook al stond ze op het punt om naar huis te gaan.
Dat haar man Wouter Griffioen daardoor geregeld op haar moest wachten met eten, nam ze voor lief. Verder stond Wouter, die ze leerde kennen tijdens haar studie industrieel ontwerp in Delft, altijd op nummer één. Ze vond hem stoer, creatief en was dol op zijn standvastigheid. Daar waar Ingeborg soms veeleisend was, had Wouter een lossere houding. Ze genoten intens. Toen ze hun eerste huisje betrokken, stond er ‘hoer’ op de muur gekrast en toen dat maar zichtbaar bleef, schilderde Ingeborg er gewoon een ‘A’ achter. ‘Hoera!’
Als je kansen krijgt benut je die ook
Van huis uit kreeg Ingeborg mee: je moet in het leven iets voor anderen betekenen en als je kansen krijgt benut je die ook. Ze groeide op als derde kind in een Philips-gezin. Vader Ate werkte als ontwerper bij het Eindhovense bedrijf – hij stond aan de wieg van de cd-speler – en moeder Nelly werkte bij de voedingsadministratie in het ziekenhuis. De sfeer thuis was warm en liefdevol, ze deden graag spelletjes of verzonnen raadsels. De open dagen bij Philips waren een feest.
Haar oudere broers Menno en Peter plaagden én verwenden hun zusje maar al te graag, ze vochten om haar aandacht en sjouwden haar overal mee naartoe. Als peuter bewogen haar beentjes aanvankelijk niet, waarna ze een tijdje in het ziekenhuis lag. Ze voelde zich erg alleen in die kille ziekenhuiskamer, later bedacht ze dat die opname de bron was van haar ontwerpen voor de zorg. Na een intens traject leerde ze gelukkig toch lopen.
Ingeborg wist altijd goed wat ze wilde. Toen ze eens voor haar verjaardag een Monchhichi-aapje kreeg, was ze niet tevreden over de uitdrukking van het knuffeltje. Ze ging terug naar de winkel en na het openen van twintig doosjes koos ze het diertje uit met het snuitje dat echt bij haar paste.
Creatieve inslag
Als vaderskind ontdekte ze al jong hoe boeiend het was om dingen te bedenken en te ontwerpen. Doosjes en kistjes kregen van haar allerlei leuke designs. Behalve haar creatieve en vindingrijke inslag, was Ingeborg ook muzikaal. Vioolspelen kon ze als de beste, dat bleek haar manier om in contact te komen met haar emoties. Haar soms strenge blik zette mensen weleens op het verkeerde been, want Ingeborg was juist ook zeer sensitief.
Na het vwo overwoog ze even een studie geneeskunde, maar ze wilde toch liever dingen uitvinden. Na haar studie industrieel ontwerp werkte ze enkele jaren bij Enraf Nonius en Indes, maar toen ze merkte dat ze liever puur voor de gezondheidszorg wilde ontwerpen, richtte ze in 2005 haar eigen bureau Panton op.
Opdrachten waar Ingeborgs hart van ging jubelen hadden vaak met kinderen te maken. Zoals de Speeltuinbende, een project waar ze zelf als bendeleider kinderen met een beperking begeleidde om speeltuinen te onderzoeken op toegankelijkheid. Wouter verbouwde er speciaal een bus voor en ging ook mee op pad. Dit raakte haar extra omdat zij zelf geen kinderen kregen – ondanks intense medische trajecten.
Het huwelijk op de rails houden
Tot op het laatst bleef het haar raken als mensen daar luchthartige opmerkingen over maakten. Het kostte veel inspanning van beide kanten om hun huwelijk op de rails te houden. Zelf legde ze zich daarna vooral toe op haar werk: ‘Panton is mijn kindje’, zei ze vaak. Tevens kon ze haar zorgzaamheid kwijt bij zwerfkatje Milou, dat ze in huis namen en tot op het bot verwenden.
Wouter, zelf ook ondernemer, knutselde graag aan auto’s en met hun zelf verbouwde Citroën HY-bus gingen ze graag op pad: hij zorgde voor het uiterlijk, zij voor de inrichting. Uiteraard ging kat Milou gewoon mee op vakantie. Het leven was zoet, ze genoten van elkaar, hun werk en Ingeborg organiseerde geregeld bijzondere muziekavonden in de historische ruimte van Panton, waar tussen de bureaus een mooie vleugel staat.
In 2015 kreeg ze als visiting professor aan de TU Delft de kans om samen met het LUMC promotieonderzoek te gaan doen. Het intrigeerde haar al langer hoe zorgverleners en patiënten samen keuzes maakten en hoe service design daarbij zou kunnen helpen. Ze was er nog niet koud aan begonnen of Wouter kreeg alvleesklierkanker. Ingeborg droeg haar directiefunctie meteen over aan een collega; ze wilde er helemaal zijn voor haar echtgenoot. Met hulp van Wouter zette ze haar onderzoek toch door, tot hij in 2018 overleed en Ingeborg in diepe rouw raakte.
Periode van eenzaamheid
Nu had ze geen antwoorden, dit verdriet was te diep. Een moeilijke periode van eenzaamheid volgde. Toch kon ze haar oplossende brein niet echt stilzetten, want in de coronapandemie haalde ze nog het landelijke nieuws door samen met haar collega’s, enkele experts uit haar netwerk en beddenfabrikant Auping medische mondmaskers te gaan maken. Een succesvol idee dat uit haar koker kwam.
Toen een jaar geleden bij haar de agressieve triple-negatieve borstkanker werd ontdekt, wist ze gelijk dat haar overlevingskansen klein waren. Toch ging ze de strijd aan. Samen met vrienden en haar familie; voor het eerst aanvaardde ze wat hulp. Haar promotie zette ze door, al waren de interviews met kankerpatiënten en haar eigen oncologen haast te intens. Ze begon een blog en vele mensen werden geraakt door haar openhartige verhalen. Ze leerde hierdoor zichzelf en het leven nog beter kennen, schreef ze.
Voor het eerst bedacht ze dat het eigenlijk wel fijn was dat zij geen kinderen hadden gekregen, met twee ouders die zo jong zouden zijn gestorven. Dat sterkte haar in haar geloof dat dingen soms gebeuren met een reden. Toen begin dit jaar bleek dat er echt geen genezing meer mogelijk was, ervoer ze een gevoel van rust. Ze was niet boos en vond dat ze een mooi leven had gehad. Die berusting kwam ook omdat ze zich gedragen voelde door God en omdat ze wist dat haar levenswerk voortgang zou krijgen.
Zorgpaden als heldere metrolijnen
Gedreven als ze was, zorgde ze ervoor dat haar methode ‘Metro Mapping’ met oncologische zorgpaden als heldere metrolijnen, niet verdween in een stoffige la maar werd ingebed in een organisatie. Ze gaf nog diverse webinars en podcasts over haar bevindingen en toen ze hoorde dat er tien miljoen euro subsidie werd toegekend aan een Europees onderzoek rond haar methodiek, deed haar dat meer dan goed.
Haar uitvaart bereidde ze tot in de puntjes voor. Dat laatste kunststukje bevatte veel klassieke muziekstukken die haar hadden getroost en in een volle Lebuinuskerk werden uitgevoerd door bevriende muzikanten. Op de kist geen bloemen, wel haar viool. En naast haar portretfoto stond die van Wouter. Ze waren weer samen.
Ingeborg Pauline Margarethe van Dijk werd geboren op 26 april 1971 in Eindhoven en overleed op 13 april 2022 in Deventer.
Trouw beschrijft het leven van onlangs overleden heel gewone of bekende mensen. Heeft u zelf een tip voor Naschrift? Mail ons via naschrift@trouw.nl.