ReportageTeatro di Nascosto
Iedereen moet huilen: de acteurs, maar ook de mensen in het Europees Parlement
Theatergroep Teatro di Nascosto laat haar publiek ervaren wat het betekent om in conflictgebieden te leven. Regisseur Annet Henneman: ‘Ik wil dat het publiek voor een moment lééft wat er daar aan de hand is.’
Een doffe klap op een darboeka, een Arabische trommel, doet de gesprekken verstommen in een vergaderzaal in het Europees Parlement in Brussel. De zaal met lange bankjes en fel licht is deze maandagavond de geïmproviseerde repetitieruimte van twaalf acteurs. Ze kijken allemaal naar Zaid Ayasa, die met de darboeka in zijn hand naast regisseur Annet Henneman staat. “Warming up!”, roept zij. De acteurs beginnen te rennen.
Het is een oefening die Henneman vaker gebruikt, legt ze later uit. “Vluchtelingen die door de bergen van Turkije of Iran trekken, kunnen ook niet zomaar stoppen als ze moe worden of als ze pijn aan hun voeten hebben. Dat gevoel wil ik oproepen.”
Deze eerste repetitieavond had er heel anders uit moeten zien. Na repetities in Irak, Palestina en Koerdistan zou het internationale gezelschap Teatro di Nascosto hier in Brussel voor het eerst samenkomen voor hun voorstelling Hope with no hope, die ze later deze week zullen opvoeren. Het zou een groots moment worden. Maar enkel de groep acteurs uit Palestina, een tweetal uit Italië en een jongen uit Oekraïne zijn er deze avond bij. Door visumproblemen is het wachten op de acteurs uit Koerdistan en Irak, en is het nog spannend of zij op tijd in Brussel zullen zijn.
Uitkijken waar je loopt
Het is moeilijk voor te stellen, maar twee dagen geleden zat de Oekraïense dertiger Valera nog tussen de bomaanslagen. Hij heeft een monoloog voorbereid voor de voorstelling die hij wil oefenen. Hij springt op een van de tafels en begint. “In Kiev moet je altijd uitkijken waar je loopt”, zegt hij, terwijl hij schuifelend vooruit beweegt.
“Je mag je voet alleen in andermans voetstappen zetten, want overal kunnen mijnen en vallen zijn. Maar weet je, je raakt eraan gewend. Net zoals ik gewend ben geraakt aan de geur van rottende lichamen, en aan hoe het is om een wapen vast te houden.” Door de manier waarop hij de woorden uitspreekt voel je zijn boosheid en pijn.
Valera’s monoloog roept ook een gevoel van verwarring op: waar kijk ik nu eigenlijk naar? Is dit echt, of is het theater? Regisseur van het gezelschap Annet Henneman noemt het ‘theaterreportage’. Het is een methode die ze zelf heeft ontwikkeld om het publiek te laten ervaren hoe het is om in conflictgebieden te leven.
Henneman woont en werkt al 25 jaar regelmatig in het Midden-Oosten, waar ze probeert het isolement te doorbreken van mensen die leven in oorlog en onderdrukking. Daar zoekt ze naar de verborgen verhalen van de mensen daar. Ze geeft ze een stem door hen op het podium zelf te laten vertellen over hun dagelijkse realiteit in de vorm van theater.
Een pijn, zo groot
Twee dagen later, op woensdagavond, is het gelukt de groep Koerden op tijd in Brussel te krijgen. De Iraakse acteurs blijken nog altijd in Basra te zijn. Voorafgaand aan de voorstelling richten ze zich via een videoverbinding tot het publiek. In de zaal zit een groot aantal Europarlementariërs. “Bedankt dat jullie willen luisteren naar onze verhalen. We hadden ze graag zelf verteld, maar nu moeten onze vrienden dat doen.” De boodschap maakt indruk. En dan moet de voorstelling nog beginnen.
Na een vrolijke opening met de Arabische dans dabke en een scène over een bruiloft, slaat de sfeer ineens om. De Palestijnse acteurs, voornamelijk twintigers, lopen de zaal in. Ze staan op nog geen meter afstand van het publiek en beginnen allemaal een verhaal te vertellen, sommigen in het Engels, sommigen in het Arabisch. De taal maakt eigenlijk niet uit, hun gezichten en lichaamsexpressie zeggen genoeg. Het zijn verhalen over broers en zussen die ze verloren door oorlog, huizen die kapot werden gebombardeerd, dromen die ze zijn verloren. Het zijn verhalen die ze hebben geleefd. Er komt een pijn uit die zo groot is dat het aan beide kanten raakt. Zowel mensen in de zaal als de acteurs beginnen te huilen.
Moeder Annet
Regisseur Annet Henneman richtte Teatro di Nascosto – vrij vertaald ‘verborgen theater’ – op in 1998, vertelt ze de ochtend na de voorstelling in een café in de Brusselse wijk Sint-Gillis. Ze woonde toen in Italië, waar ze werkte aan een voorstelling, en zag daar vluchtelingenboten aankomen. “In het theater konden we dagenlang besteden aan het juiste licht, en dat voelde ineens zo futiel”, zegt ze. “Ik wilde vertellen wat er echt aan de hand is in de wereld. Ik wilde weten waar de mensen op die boten vandaan kwamen en hoe ze daar leefden.”
Inmiddels is Teatro di Nascosto een hybride ensemble van acteurs uit allerlei conflictgebieden. Henneman maakte al tientallen voorstellingen met het gezelschap, die ze in verschillende landen opvoert.
Henneman is geboren in Velsen, als middelste in een gezin met drie kinderen. Ze zegt niet zoveel herinneringen te hebben aan haar jeugd. Wel was ze al jong geïnteresseerd in theater, maar daar mocht ze van haar ouders niets mee doen. “Ze hadden een andere toekomst voor mij voor ogen, want met theater kun je geen geld verdienen”, zegt ze. “Het is zo belangrijk dat jongeren zich kunnen uitdrukken. Daar zal ik me ook altijd voor blijven inzetten, omdat ik zelf weet wat het is als je dat moet missen.”
Met het werk dat Henneman nu doet, heeft ze er eigenlijk een familie bijgekregen. De acteurs noemen haar umm Annet (Arabisch voor moeder Annet). “Ik voel dat zelf vaak ook zo, onze band is heel hecht.” Máár, benadrukt ze, ik ben geen therapeut. “Theaterreportage kan wel therapeutisch werken omdat er een plek is om verhalen te delen, maar het ís geen therapie. Hier in België kun je zeggen: ik ben gescheiden en daar heb ik therapie voor nodig. Dat heeft voor mensen in conflictgebieden geen zin, want elke dag gebeurt er iets, is er weer een bomaanslag. Ze moeten doorgaan.”
‘Zing maar, je kunt het wel’
Soms zijn er momenten waarop Henneman ingrijpt, als regisseur en als moeder. Zoals wanneer Roan, een van de Palestijnse vrouwen, tijdens haar monoloog in de voorstelling ineens erg moet huilen. “Op dat moment moest ze eigenlijk beginnen met zingen”, zegt Henneman. “Ik ben toen het stuk in gelopen en heb haar omhelst. ‘Zing maar, je kunt het wel’, zei ik. En toen is ze toch gaan zingen.”
De theatermaker werkt met mensen die continu met angst leven, maar door de reizen die ze maakt, loopt ze zelf ook gevaar. Ze is al zeker drie keer aan de dood ontsnapt. Eén keer was in Bagdad toen een bus die vijf minuten voor die van haar was vertrokken, explodeerde. “Het is moeilijk om uit te leggen, maar alles went”, zeg ze daarover.
“Dat was ook wat Valera in de voorstelling probeerde duidelijk te maken. Vanochtend belde zijn vriendin in Kiev die daar in de badkamer zat te schuilen omdat er luchtaanvallen waren. En daarna liepen we samen naar een café om een lekker kopje koffie te drinken. We huilen samen, en daarna gaat het leven ook weer door.”
Met de voorstellingen die ze maakt probeert Henneman een intieme band te creëren tussen de acteurs en het publiek. “De acteurs werden gisteravond heel emotioneel omdat ze zien dat hun verhaal aankomt. Ze hebben hier maanden naartoe gewerkt en dan staan ze ineens op zo’n symbolische plek voor invloedrijke mensen. Dat is indrukwekkend. Als zij huilen of lachen en ze zien dat er mensen meehuilen of -lachen, dan voelen ze zich niet alleen. Ik wil dat het publiek voor een moment lééft wat er daar aan de hand is. Dat is de enige manier om mensen op een andere manier in contact te brengen met het conflict dan wanneer ze erover horen op het nieuws.”
De voorstelling in het Europees Parlement heeft nieuwe projecten in gang gezet. De groep is onder meer uitgenodigd om te komen spelen in Ierland en op de universiteit van Cardiff. Henneman hoopt het werk nog lange tijd te kunnen doen, maar is ook al bezig met haar nalatenschap, zegt ze. “Ik wil uiteindelijk dat de acteurs het zelf gaan doen, dat ze het overnemen. Daarom leer ik ze nu ook over praktische zaken, zoals het aanvragen van visa en fondsen. Zo kunnen zij hun verhalen blijven vertellen als ik ermee stop. Dat is voor mij het allerbelangrijkste.”
Lees ook:
In de schuilkelders ontdekte Hanane Hajj Ali de kracht van kunst: ‘Politiek, seks en religie zijn de Bermudadriehoek van Libanon’
Hoe houd je je als vrouw en theatermaker staande in een repressief en chaotisch land als Libanon? Je trekt je hardloopschoenen aan. Dagelijks gaat Hanane Hajj Ali de deur uit. Haar voorstelling Jogging is deze week te zien in Amsterdam op het festival Brandhaarden.
Nederlanders maken samen met Duitsers theater over de Tweede Wereldoorlog: ‘Alles ligt daar onder een ethisch vergrootglas’
In theaterstuk De bus naar Dachau spelen Nederlandse acteurs samen met Duitse. ‘Fascinerend hoe systematisch de schuldcultuur er bij jonge Duitse schoolkinderen nog steeds wordt ingepompt.’