null

Toeslagenaffaire

Hoe een explosief memo in de toeslagenaffaire twee keer kon verdwijnen

Beeld Suzan Hijink

Al in 2017 adviseerde de hoogste juridische medewerker van de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst dat ouders compensatie moesten krijgen. Toen dat twee jaar later bekend werd op het ministerie van financiën, werd er opnieuw niet naar gehandeld. Bewust, zo blijkt uit een reconstructie van Trouw en RTL Nieuws.

Jan Kleinnijenhuis

CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt is verbijsterd. “Je dacht dat ze het beter zouden doen. Je dacht dat ze het beter zouden doen. Gisteravond kregen wij antwoorden op Kamervragen. Het antwoord op vraag 9 is, zie antwoord vraag 8. Antwoord vraag 10, zie antwoord vraag 8. Antwoord vraag 11, zie antwoord vraag 8. Dat gaat door tot antwoord 24 voorzitter, identieke antwoorden. En bij vraag 8 staat: ‘wij vinden het niet zinnig om dit antwoord te geven’. Dit is de nieuwe Rutte-doctrine. We hebben hem gehad, we nemen er afstand van en we hebben hem opnieuw weer ingevoerd.”

Het is 19 januari 2021, het kabinet is vier dagen eerder afgetreden en Omtzigt komt eigenlijk woorden tekort. In reactie op het snoeiharde rapport van de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag had het kabinet toch beloofd de Tweede Kamer beter te gaan informeren? En nu presteert het kabinet het opnieuw vooral kluitje-in-het-riet antwoorden te sturen op zijn Kamervragen.

Het feit dat de vragen niet worden beantwoord – opnieuw, zo lijkt het, vanwege politieke motieven – trekt de aandacht. Welke vragen het zijn, en waarom ze van belang zijn, sneeuwt daardoor onder. Net als het feit dat ze nu, vijf maanden later, nog steeds niet zijn beantwoord. Ondanks een harde toezegging van demissionair premier Mark Rutte tijdens het debat om dat alsnog te doen, binnen een paar weken. Inmiddels heeft het ministerie van financiën accountant- en adviesbureau PwC ingehuurd om een feitenonderzoek te doen.

Want waar gingen de vragen van Omtzigt over? En waarom zijn ze – nog altijd – van belang? Om dat te begrijpen moeten we twee stappen terug in de tijd. Allereerst naar 20 oktober vorig jaar – een maand voordat de verhoren van de parlementaire ondervragingscommissie beginnen. Op die dag stuurt staatssecretaris Alexandra van Huffelen (toeslagen) het inmiddels beroemde memo-Palmen naar de Tweede Kamer.

In dat memo van maart 2017, beschrijft de destijds hoogste jurist van de afdeling Toeslagen Sandra Palmen-Schlangen hoe zij aankijkt tegen het optreden van de Belastingdienst in de vermeende fraudezaak rond het Eindhovense gastouderbureau Dadim. Haar conclusie is helder: De Belastingdienst heeft laakbaar gehandeld in de zogeheten Caf11-zaak. Toeslagen zijn stopgezet terwijl dat wettelijk niet mocht, diverse rechtsbeginselen zijn met voeten getreden en de rechtsbescherming van burgers genegeerd. De ouders moeten schadevergoeding krijgen, oordeelt Palmen. Dat er met haar advies niets is gebeurd, is duidelijk geworden uit de verhoren van de ondervragingscommissie.

Hoewel het memo pas in oktober 2020 in de openbaarheid komt, is het bestaan ervan dan al bijna anderhalf jaar bekend bij de hoogste ambtenaren van de Belastingdienst en het ministerie van financiën. Dat is de tweede stap terug in de tijd: naar 4 juni 2019 om precies te zijn. Een dag die toenmalig directeur-generaal Jaap Uijlenbroek van de Belastingdienst niet snel zal vergeten, zo zal hij later vertellen bij de ondervragingscommissie.

Dinsdag 4 juni 2019

Uijlenbroek en zijn ambtenaren hebben het weekend daarvoor gewerkt aan een brief aan de Tweede Kamer, over de zogeheten Caf11-zaak. Een brief waarin de Belastingdienst, in de woorden van Uijlenbroek, nog eens ‘uitlegt hoe de wereld in elkaar zit’ en waarom de stopzetting van toeslagen en de latere behandeling van ouders logisch en uitlegbaar is.

Om half negen ’s ochtends verzamelt zich een groep van zo’n 15 tot 20 ambtenaren om het concept voor die brief door te nemen. Omdat de Caf11-zaak al langere tijd de aandacht trekt in media en de Tweede Kamer, zijn ambtenaren tot op het hoogste niveau aanwezig. Onder hen directeur-generaal Jaap Uijlenbroek, plaatsvervangend secretaris-generaal Han van Gelder en directeur Toeslagen Agaath Cleyndert. Toenmalig staatssecretaris Menno Snel zit in een aparte kamer de concept-brief te lezen.

Als de bijeenkomst begint, neemt de recent aangetreden teamleider Handhavingsregie van de afdeling Toeslagen het woord, en dan wordt alles anders. Zij heeft onderzocht op basis waarvan er eigenlijk is gehandeld in 2014, toen de toeslagen van ruim 300 ouders werden stopgezet. En bij andere fraudezaken van het Caf-team.

Ze vertelt dat ambtenaren die bij de fraudeonderzoeken betrokken waren hebben gezegd dat ze net zolang moesten zoeken tot ze iets zouden vinden om toeslagen te kunnen stopzetten. “De dossiers kloppen niet. De inhoudelijke onderbouwing klopt niet. Ik kan eigenlijk niet beargumenteren waarom toeslagen überhaupt zijn stopgezet”, parafraseert Jaap Uijlenbroek de teamleider later voor de ondervragingscommissie.

De zaal is met stomheid geslagen. “Maar als dit waar is, dan hebben die burgers toch gewoon gelijk?”, zegt Uijlenbroek. “Dan moeten wij een heel andere brief gaan schrijven.”

Het is inmiddels negen uur, en staatssecretaris Menno Snel wordt de zaal ingeroepen. In zijn kielzog verschijnt ook de hoogste ambtelijke baas van het ministerie van financiën, secretaris-generaal Manon Leijten.

Ook zij staan paf als zij de lezing van de nieuwe teamleider Handhavingsregie horen. Hoe heeft de Belastingdienst jarenlang kunnen volhouden dat ze keurig bezig was, in de eigen ogen ‘gedwongen’ door harde wetgeving, terwijl het hele dossier op drijfzand rust? “We zijn in crisis”, zegt Uijlenbroek. De aanwezigen krijgen de opdracht ‘als de wiedeweerga’ alle informatie over het dossier Caf11 boven tafel te krijgen en vast te leggen in zogeheten ‘factsheets’.

Als om 13 uur de groep weer bij elkaar komt, wordt de stemming zo mogelijk nog slechter dan ’s ochtends. Secretaris-generaal Leijten voelt zich compleet overvallen door de nieuwe informatie vanuit de Belastingdienst. Hoe is het mogelijk dat dit nu pas boven tafel komt? “Heeft er nou niemand in de afgelopen jaren eens gezegd dat wij hier fout zitten?”, vraagt zij aan de aanwezigen.

Dan neemt de landelijk vaktechnisch coördinator van Toeslagen het woord. Hij is eind 2018 aangesteld om juridisch orde op zaken te stellen bij Toeslagen. Sandra Palmen vertelde de ondervragingscommissie dat zij hem in 2017 in zijn vorige rol, als voorzitter van de ‘kennisgroep formeel recht’ bij het ministerie, had geïnformeerd over haar advies: erkennen dat Toeslagen fout zit en ouders compenseren. Nog tijdens de vergadering belt hij met Sandra Palmen en vertelt de verbijsterde vergadering: “Er is een memo”. Er is in 2017 geadviseerd aan het management van Toeslagen om ‘de strijd te staken’ en een oplossing te zoeken. Maar er is toen ‘besloten om dat niet te doen’.

Palmen mailt haar memo direct en het gaat rond bij de aanwezigen. Secretaris-generaal Leijten ziet direct de crux, namelijk dat de Belastingdienst ‘laakbaar’ heeft gehandeld en diverse rechtsbeginselen heeft geschonden. Het woord laakbaar wordt genoemd in de vergadering.

Na de bijeenkomst stelt een lagere ambtenaar voor het explosieve memo niet te archiveren. Dat is volledig tegen de normale ambtelijke procedures, omdat het daarmee onvindbaar wordt voor latere beantwoording van Kamervragen, bij Wob-procedures of bij een parlementaire enquête. Niemand van de leidinggevenden protesteert. Leijten zal later in haar verhoor zeggen dat ze niet wist of ze het memo had gelezen. Uijlenbroek zal onder ede beweren dat hij het memo ‘op geen enkele manier’ kende – alleen via de publiciteit. En Cleyndert, destijds directeur Toeslagen, zal zeggen dat het belang van het memo haar was ontgaan.

Dat het memo niet van belang zou zijn, is niet de stemming aan het einde van de bijeenkomst bij Uijlenbroek. Er komt een actiepuntenlijst, waarin directeur Toeslagen Cleyndert de opdracht krijgt contact te leggen met Sandra Palmen. Ze moet een ‘interne tijdlijn’ opstellen en uitzoeken ‘hoe het kan dat we nu pas tot dit inzicht komen’. De onderste steen moet nu boven komen: “Echt alle acties! Tot laatste moment”. Wie heeft het memo eerder gezien, waarom heeft het niet geleid tot een oplossing en compensatie en wat is er dan wél mee gedaan?

In het verslag van de bespreking wordt ook gesproken over ‘een eventuele schikking’, en ‘schadevergoeding’. De landelijk vaktechnisch coördinator mailt het memo aan Cleyndert en twee andere ambtenaren die betrokken zijn bij het schrijven van de Kamerbrief, die een week later af moet zijn.

Nog voordat de groep ambtenaren om vier uur ’s middags weer bijeen wil komen, grijpt het ministerie in. Nu opnieuw blijkt dat de Belastingdienst en Toeslagen relevante informatie niet, of veel te laat, boven tafel krijgen, wil de top van Financiën de controle overnemen. Het lot van staatssecretaris Menno Snel staat op het spel, en hij wordt keer op keer in verlegenheid gebracht.

Met toestemming van minister Wopke Hoekstra van financiën grijpt secretaris-generaal Leijten die middag in. Ook Menno Snel, die zwaar op Jaap Uijlenbroek leunt, gaat akkoord: de directeur-generaal moet in dit dossier tweede viool spelen, tot groot chagrijn van Uijlenbroek zelf, zeggen betrokkenen. Er wordt een crisisteam opgezet, niet onder leiding van de uitvoeringsorganisatie, maar door de beleidsafdeling van het ministerie. Plaatsvervangend directeur-generaal Jasper Wesseling (Fiscale Zaken) wordt daarvan de baas.

En er valt nóg een opmerkelijk besluit. Niet de inhoudelijke ambtenaren van de Belastingdienst, maar de persoonlijk woordvoerder van Menno Snel gaat de geplande Kamerbrief schrijven. Een teken dat het vanaf dan vooral gaat om de politieke positie van Menno Snel, en niet in de eerste plaats om de inhoud.

null Beeld Suzan Hijink
Beeld Suzan Hijink

De plaatsvervangend directeur communicatie van het ministerie van financiën is er woedend over: de woordvoerder wordt zo verantwoordelijk gemaakt voor inhoudelijke keuzes wat er aan de Tweede Kamer wordt gemeld. Normaal gesproken doen de inhoudelijke ambtenaren dit. Dit soort rolvervaging mag nooit meer plaatsvinden, zegt zij achteraf. Niet zonder reden: het besluit om de Kamerbrief door de woordvoerder van Snel te laten schrijven heeft verstrekkende gevolgen, zo blijkt later.

Het instellen van het crisisteam leidt tot een loopgravenoorlog tussen de Belastingdienst en het ministerie. De sfeer tussen Jaap Uijlenbroek en Manon Leijten is al langer niet goed – er gaan verhalen van vergaderingen waar geschreeuwd, gehuild en met de vuist op tafel geslagen wordt. Maar nadat Uijlenbroek formeel op een zijspoor wordt gezet, is de relatie pas echt verziekt.

Uijlenbroek stelt zich vanaf dan als een hindermacht op, zegt een betrokkene. “Jaap dacht: als ze het allemaal beter weten bij het ministerie, doen wij niets meer. We wachten wel af tot we opdrachten krijgen.” Uijlenbroek laat zijn mensen weten: stop waar je mee bezig bent en zie maar waar het ministerie mee komt.

Woensdag 5 juni 2019

De teamleider Handhavingsregie, die de dag ervoor iedereen wakkerschudde met haar bevinding dat de Caf11-zaak al die tijd op drijfzand gebaseerd was, is al vroeg wakker. Net na kwart over zeven mailt zij twee factsheets naar het crisisteam. Het factsheet dat de dag ervoor nog de werktitel draagt ‘hoe kan het dat we nu pas tot dit inzicht komen’, heet nu simpelweg ‘factsheet 6’. Maar daarin staat wel ‘het interne memo’ vermeld, dat ‘intern niet verder blijkt te zijn verspreid’ en ‘waarover niet is besloten in het MT (management team, red.) Toeslagen’.

Tegelijkertijd is duidelijk dat er na het memo wel degelijk iets is gebeurd. Er zijn namelijk ‘gesprekken geweest met de advocaat van ouders over een eventuele schikking’, staat in het factsheet. “Deze gesprekken stranden”, staat erbij.

Om half negen worden alle factsheets besproken door de ambtelijke crisisorganisatie, staatssecretaris Menno Snel zit apart om ze door te nemen. Een half uur later schuift ook hij aan om de belangrijkste zaken door te nemen. Er ligt dan al een concept Kamerbrief, geschreven door zijn woordvoerder. Daarin wordt geen melding gemaakt van het memo, of de gesprekken met de advocaat over een eventuele schikking.

Maar het punt blijft wel open staan. Aan het eind van de bespreking stellen de ambtenaren opnieuw een actielijst op. Daar staat: “Achterhalen hoe het gesprek met de advocaat over een eventuele schikking is verlopen.” En ook: “Bij factsheet 6 verduidelijken waar precies het memo is besproken (niet in MT en niet op het ministerie). Daarnaast onderzoeken met wie dan wel precies het memo besproken is en dat helder opschrijven en vastleggen.”

Later die woensdag nemen ambtenaren van de crisisorganisatie contact op met de toenmalig plaatsvervangend directeur Toeslagen. Ja, vertelt zij, zij heeft inderdaad gesprekken gevoerd met de advocaat van tientallen gedupeerde ouders, kort nadat Sandra Palmen haar memo schreef. Bij ambtelijke voorbereidingen van die gesprekken was Palmen in eerste instantie zelf niet eens uitgenodigd. Bij een vervolgbijeenkomst mag zij haar memo toelichten, maar wordt opnieuw gekozen er niet naar te handelen. Verschillende bronnen die voor deze reconstructie zijn geraadpleegd melden dat de verslagen van die voorbereidingsbijeenkomsten vreemd genoeg nooit naar de parlementaire ondervragingscommissie zijn gestuurd.

De gesprekken met de advocaat zelf – in april en mei 2017 – leiden tot niets. Hoewel Palmen in haar memo nadrukkelijk adviseerde ‘een vorm van compensatie’ te bieden, was Toeslagen daar niet toe bereid. Waarom er destijds geen compensatie is geboden, is onduidelijk. Hooguit wilde Toeslagen een deel van de toeslagen over het jaar 2014 toekennen, maar daarvoor moesten ouders wéér nieuwe bewijsstukken voor inleveren. Dat ‘aanbod’ wees de advocaat direct af.

Donderdag 6 juni 2019

Het is net na 12 uur als Jaap Uijlenbroek en directeur Toeslagen Agaath Cleyndert de ‘Factsheet – handreiking afronding Caf11 zaken door Toeslagen in 2017’ krijgen toegemaild. Op basis van het gesprek met de toenmalig plaatsvervangend directeur Toeslagen een dag eerder, wordt geconcludeerd dat de advocate het ‘voorstel’ van Toeslagen ‘heeft geweigerd’. Pas in de loop van de dag wordt alle betrokken ambtenaren duidelijk wat dit betekent. Op dat moment wordt door de Belastingdienst namelijk gedacht aan precies dezelfde ‘handreiking’ als in 2017 al is gedaan. Met als enige verschil dat gedupeerde ouders niet weer bewijsstukken moeten inleveren. “De huidige oplossing is niet zozeer ruimhartiger, aangezien de gevraagde compensatie toen en ook nu, uitblijft”, concludeert een ambtenaar.

Later in de middag dringt dat besef ook door bij plaatsvervangend secretaris-generaal Han van Gelder. “Wij hadden dus in april 2017 het beeld dat mogelijk ouders in het gelijk konden worden gesteld, wat hebben we sindsdien daarmee gedaan?”, mailt Van Gelder aan Leijten als hij de ‘handreiking’ uit 2017 onder ogen krijgt.

’s Avonds laat verwoordt Leijten het een stuk scherper aan Jaap Uijlenbroek. “Waar komt deze info vandaan? En waarom nu pas? Dit leidt bij mij tot een beeld van zorgelijke informatievoorziening. Wat is jouw beeld; hebben we nu echt alle relevante info boven tafel? We moeten alles op alles zetten om niet opnieuw verrast te worden met nieuwe feiten na [het] uitgaan van de brief van de stas (de staatssecretaris, red.).” Leijten doelt op de Kamerbrief waar de groep ambtenaren zich dan al dagen over buigt. “Begrijp ik goed dat toeslagen dus in 2017 al beeld had dat ouders mogelijk in gelijk zouden worden gesteld? En wat is er nadien met dat inzicht gebeurd?”

Leijten realiseert zich op dat moment dat de oplossing waaraan gewerkt wordt – het alsnog toekennen van toeslagen over een deel van 2014 – niet zal werken. “Als men twee jaar geleden dit aanbod niet accepteerde, waarom zouden ze dat nu wel doen?”

Leijten geeft Uijlenbroek een directe opdracht om contact op te nemen met Gerard Blankestijn, de toenmalig directeur Toeslagen, ‘over zijn rol bij en visie op deze handreiking en in bredere zin bij CAF 11’. Dat gebeurt niet, vertelt Blankestijn later bij de ondervragingscommissie. Zijn verhoor in november 2020 is volgens hem de eerste keer dat iemand hem iets vraagt over de hele toeslagenaffaire.

Leijten mailt niet alleen Jaap Uijlenbroek. De verhouding tussen hen is dan totaal verziekt, vertelt een betrokkene, en de twee vertrouwen elkaar niet. Dus stuurt zij de mail aan Uijlenbroek ook door aan crisismanager Jasper Wesseling, en haar plaatsvervanger Han van Gelder. “Ter info omdat ik er morgen niet ben. Lijkt me ook relevante info voor de stas dit eerder gedane voorstel.” Met andere woorden: Menno Snel moet weten dat in 2017 al bekend was dat Toeslagen fout zat. En dat daar niets mee is gedaan. Met het voorstel alleen de toeslagen over 2014 toe te kennen, is het politieke probleem van Menno Snel niet opgelost. Integendeel.

Vrijdag 7 en zaterdag 8 juni 2019

Vrijdag had de dag moeten worden dat Menno Snel in de ministerraad zou aankondigen dat hij de gedupeerde ouders in de Caf11-zaak tegemoet wil komen. Liefst met een concrete toezegging, niet nog maanden wachten.

Maar Snel zit klem. De nieuwe informatie over de zaak blijft maar komen, en het ministerie en de Belastingdienst staan tegenover elkaar. Juridische adviezen geven vooral veel onzekerheden aan: alles wat Snel toezegt aan de beperkte groep van 300 ouders kon uiteindelijk wel eens tienduizenden ouders rechten geven. Juristen houden niet van precedentwerking. De landsadvocaat trapt ook op de rem. Kort daarvoor is een commissie ingesteld onder leiding van oud-minister Piet Hein Donner, en hij moet zich maar buigen over de vraag of en hoe er gecompenseerd gaat worden, is het devies.

Aan het eind van de dag ligt er een nieuwe concept-Kamerbrief, waarin de woordvoerder van Snel geen melding gemaakt van het ‘aanbod’ aan de advocate, laat staan het memo van Sandra Palmen. En ondanks de waarschuwingen van secretaris-generaal Leijten krijgt Snel zelfs de ‘factsheet handreiking’ niet mee in zijn ‘weekendtas’, ontdekt een oplettende ambtenaar de volgende ochtend.

“Bijgaande factsheet is onverhoopt niet meegegaan in de set naar de stas terwijl het wel belangrijke informatie voor hem bevat. Kunnen we deze sheet vandaag nog bij hem krijgen? De tekst is eergisteren breed verspreid in het pand”, mailt hij onder andere aan Jaap Uijlenbroek.

Het is van belang dat Menno Snel de ontbrekende informatie alsnog snel krijgt: die middag staat een telefonische conferentie gepland met zijn belangrijkste ambtenaren. En dus gaat vlak voor de bespreking een ambtenaar speciaal langs bij Snel om de documenten alsnog bij hem te krijgen. De staatssecretaris wordt die middag helemaal bijgepraat.

Zondag 9 juni 2019

Alle ambtenaren van het crisisteam hebben via de mail, of in de telefonische conferentie, hun reactie op de concept-Kamerbrief van vrijdag doorgegeven. Nu is het tijd om spijkers met koppen te slaan. De woordvoerder van Snel verwerkt alle reacties, en om kwart over tien ’s ochtends mailt hij zijn nieuwe versie van de Kamerbrief.

Vanwege de betrokkenheid van een veelheid aan ambtelijke diensten – zoals de Belastingdienst, Toeslagen, maar ook bijvoorbeeld Juridische Zaken en de zogeheten dienst Uitvoerings- en Handhavingsbeleid - is er over tal van punten in de brief discussie. En die wil de woordvoerder met deze versie van de brief beslechten.

Eén van die punten betreft de vraag of Toeslagen in 2017 al wist dat het fout zat, zoals Sandra Palmen beschreef in haar memo. Dat er gesprekken zijn geweest met de advocaat, die op niets uitliepen. In het concept wordt geschreven dat het stopzetten van toeslagen niet had gemogen, dat ouders niet verteld werd welke bewijsstukken ze zouden moeten overleggen, dat bezwaartermijnen aanzienlijk zijn overschreden en dat in zijn algemeenheid de communicatie met ouders gebrekkig was.

Maar, voegt de brief daaraan toe: “Ook in deze fase liet wet- en regelgeving en bijbehorende jurisprudentie weinig ruimte voor maatwerk.” Met andere woorden: al had Toeslagen het gewild, dan was er weinig ruimte geweest om ouders tegemoet te komen.

Die conclusie staat lijnrecht tegenover die van het memo van juriste Palmen. Zij concludeerde juist dat Toeslagen zelf helemaal fout zat, en dat ouders niet alleen hun recht op toeslagen hadden moeten krijgen, maar zelfs compensatie voor wat hen is aangedaan.

Sterker nog, zelfs bij de rest van de Belastingdienst was het besef al doorgedrongen dat die ruimte er wél was. Al in de eerste concept-brief, die nog door de ambtenaren van de Belastingdienst zelf was geschreven, schrijft een ambtenaar bij de formulering ‘geen ruimte’: “De huidige tekst is onjuist en uiterst kwetsbaar. Wederom: er is informeel beleid dat wel ruimte biedt en ook had geboden.” Waarom de woordvoerder van Snel nu alsnog opschrijft dat er weinig ruimte zou zijn, is volstrekt onduidelijk.

Opnieuw merkt een ambtenaar dan ook op dat er, na een uitspraak van de Raad van State waar het memo Palmen op gebaseerd was, juist wél ruimte was om anders te handelen. En: “Na de uitspraak is contact geweest met de gemachtigde van een heel aantal betrokken ouders om te bezien of de ruimere uitleg die deze jurisprudentie aan de wet gaf gebruikt kon worden om meer ouders tegemoet te komen. Hiervoor waren wel aanvullende bewijsstukken nodig. Deze interventie heeft helaas niet tot resultaat geleid.”

Maar de woordvoerder van Snel kapt die opmerking zondagmorgen af. “Heb niet verwezen naar RvS-uitspraak uit 2017 en het aanbod aan advocaat toen. Roept weer talloze vragen op: is er vaker een aanbod geweest? Naar andere advocaat? En is wet dus niet zo strikt? Wat stond er in RvS uitspraak van 2017? Wat kon er toen dan wel?” De woordvoerder besluit: “Dat hoeven we volgens mij niet op te rakelen”.

De beslissing om die informatie achter te houden voor de Tweede Kamer valt niet los te zien van het besluit om niet direct gedupeerde ouders te compenseren, maar te wachten op de commissie Donner. Want hoe zou staatssecretaris Snel dat uitstel aan de Tweede Kamer kunnen verkopen, terwijl hij tegelijkertijd opbiecht dat al in 2017 bekend was dat er ruimte was voor compensatie?

Een hoge ambtenaar van de afdeling Fiscaliteit mailt Uijlenbroek en Cleyndert dat wachten op Donner ‘nu te lang gaat duren’. Uijlenbroek antwoordt: “Ik denk dat men nog even zelf tot dat inzicht moet komen.”

In de uiteindelijke brief die twee dagen later naar de Tweede Kamer gaat, is iedere verwijzing naar het memo Palmen, de gesprekken met de advocaat en de patstelling tussen haar en Toeslagen verdwenen. Het woord compensatie komt er niet in voor. Verstopt in gelijktijdig verstuurde antwoorden op vragen van Omtzigt staat slechts omfloerst dat er in 2017 ‘contact’ is geweest met de advocate en dat dit ‘helaas niet tot een afronding’ leidde.

Pas anderhalf jaar later, in oktober 2020, duikt het memo alsnog op. Achteraf blijkt dat alle verwijzingen ernaar tot twee keer toe werden achtergehouden in een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur door RTL Nieuws en Trouw.

VERANTWOORDING

Dit artikel is gebaseerd op documenten uit het openbare archief van de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag, en gesprekken met bronnen die weet hebben van wat zich heeft afgespeeld in de eerste week van juni 2019. Alle namen van de bronnen zijn bekend bij de hoofdredactie.

Trouw en RTL Nieuws hebben de bevindingen uit de reconstructie voorgelegd aan het ministerie van financiën, voormalig secretaris-generaal Manon Leijten en voormalig directeur-generaal Jaap Uijlenbroek.

Financiën laat weten “geen enkele reden te hebben om te twijfelen aan de verklaringen die de voormalige SG en voormalige DG Belastingdienst tegenover de parlementaire ondervragingscommissie hebben afgelegd inzake hun kennis van het memo.”

Daarnaast zegt het ministerie ‘geen signalen’ te hebben dat een medewerker heeft voorgesteld het memo niet te archiveren, of ‘dat relevante documenten uit 2017 die zien op het compenseren van ouders niet zouden zijn gedeeld met de parlementaire ondervragingscommissie’. Een woordvoerder van staatssecretaris Van Huffelen (Toeslagen) laat weten dat er naar aanleiding van de vragen van Trouw en RTL Nieuws niet bij betrokken ambtenaren is nagevraagd.

Jaap Uijlenbroek laat weten: “Tijdens het verhoor heb ik geantwoord vanuit mijn herinneringen zoals ik die heb en ik blijf bij de verklaring zoals afgelegd tijdens de hoorzitting.” Hij zegt niet bekend te zijn met het voorstel om het memo niet te laten archiveren. Hij verwijst verder naar het lopende onderzoek door accountants- en adviesbureau PwC, dat ‘duidelijkheid zal moeten geven’ wat er precies is gebeurd. “Uiteraard werk ik mee aan het onderzoek van PWC.”

Manon Leijten verwijst in reactie op vragen naar het ministerie van financiën. “Vanzelfsprekend verleen ik volledige medewerking aan het PWC onderzoek.”

Lees ook:

Hoe het herstel van de toeslagenaffaire verzandt, en Fatima daarvan de dupe blijft

Alle gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire krijgen voor 1 mei alvast 30.000 euro aan schadevergoeding uitgekeerd, belooft staatssecretaris Alexandra van Huffelen eind vorig jaar. Maar de herstelorganisatie bij de Belastingdienst verkeert in crisis.

Zo verdwenen in de toeslagenaffaire alle signalen in de Haagse Bermudadriehoek

Je zou bijna denken dat de ouders in de toeslagenaffaire zich jarenlang stil hebben gehouden ­– maar het tegenovergestelde is waar. Waar ze ook aanklopten, hun signalen verdwenen. Aan wie dat ligt? Bij de verhoren van de parlementaire ondervragingscommissie bleek dat ambtenaren naar politici wijzen, en politici weer naar ambtenaren.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden