ECB‘Whatever it takes'
Het succes (?) van de geldpomp in Frankfurt
Ongekende maatregelen van de Europese Centrale Bank hebben het voor consumenten en bedrijven goedkoper gemaakt om geld te lenen, blijkt uit nieuw onderzoek. Al is niet iedereen daar blij mee.
Om het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) sinds de vorige crisis nou één groot experiment te noemen, dat gaat wat ver. Officieel heten veel van de recente ECB-ingrepen ‘onconventioneel’. Vooral vanaf de eurocrisis in 2012 lanceerde de hoeder van de Europese economie veel niet-eerder-vertoonde maatregelen om de inflatie op peil te houden. Ook nu met de coronacrisis gaat de ECB vol op het steun-orgel, onder meer door 750 miljard euro erbij te drukken.
Fijn, zou je denken, zo’n centrale bank met daadkracht. Maar werkt het pakket van onconventionele – lees: minder beproefde – steunmaatregelen eigenlijk wel? Vindt het zijn weg vanuit het glazen ECB-hoofdkantoor in Frankfurt naar de reële economie, naar de man op straat?
Daar lijkt het wel op, stellen vier economen van de Bank voor Internationale Betalingen uit het Zwitserse Bazel (een instituut dat vaak ‘de centrale bank van de centrale banken’ wordt genoemd). Voor het eerst vergeleken zij de huidige economische realiteit met die van een denkbeeldig Europa waarin de ECB géén onconventionele ingrepen deed in de afgelopen twaalf jaar. Het verschil is duidelijk: lenen is in de echte wereld een stuk goedkoper dan in het hypothetische Europa zonder ECB-daadkracht. Zodat de centrale bank een belangrijke stimulans voor de economie lijkt te zijn geweest in de afgelopen twaalf jaar.
Waarmee gingen de centrale bankiers dan ‘experimenteren’ sinds de kredietcrisis? Vooral met een gigantische geldcreatie – in populistisch jargon: het aanzwengelen van de geldpers. Daar valt die nieuwe 750 miljard vanwege de coronacrisis ook onder.
Draghi sprak die cruciale woorden
Daarnaast is de ECB het afgelopen decennium via speeches openlijk gaan zinspelen op nieuwe steunmaatregelen. In sommige gevallen gaf dat beleggers het vertrouwen dat alles sowieso wel goed gaat komen, waarop ze weer durfden te investeren. Denk daarbij vooral aan de ‘whatever it takes’-uitspraak van voormalig ECB-president Mario Draghi uit 2012, waarmee hij uitdrukte dat de centrale bank alles zou doen om de euro overeind te houden. Iets wat mede door die drie woorden ook lukte.
Verder is er nog de uitgebreidere liquiditeitssteun die commerciële banken sinds 2008 kunnen krijgen. Om, tot slot, de negatieve beleidsrente niet te vergeten die de ECB vanaf 2014 invoerde voor diezelfde banken. ABN Amro, Rabobank, ING, allemaal moeten ze nu betalen als zij tegoeden stallen op ‘hun bankrekening’ bij de ECB.
Al dit monetair wapentuig is bedoeld om geld goedkoper beschikbaar te maken. Met andere woorden, om consumenten en bedrijven tegen een lagere rente te laten lenen bij hun commerciële bank. Voor een huis bijvoorbeeld, of een bedrijfspand. Dat lukte. Door die ongebruikelijke ECB-maatregelen daalden leenrentes in het afgelopen decennium met zo’n 1 à 2 procent in Duitsland, Spanje en Frankrijk. Zelfs met 2,5 tot 4,5 procent in Italië, het land dat gehavend uit de eurocrisis kwam. Waarmee de steun vooral terecht kwam bij de landen die dit het hardst nodig hebben, schrijft het team van economen in de nieuwe studie.
Rest de vraag of dat goedkopere krediet ook daadwerkelijk wordt afgenomen door consumenten. Helaas, dat viel buiten de berekeningen van dit nieuwe onderzoek. Al lijkt dit op basis van eerdere studies, bijvoorbeeld één uit juni 2019, wel snor te zitten.
Steeds meer kritiek op ECB
Zo klinkt het ECB-beleid als één groot succesverhaal, maar de Europese centrale bank krijgt de laatste jaren steeds meer kritiek. Afgelopen september zelfs van Klaas Knot, die als president van De Nederlandsche Bank nota bene zelf deel uitmaakt van het ECB-bestuur. Hij maakte zich vooral zorgen over het grootschalige pompen van nieuw geld in de Europese economie, over het opnieuw aanzetten van die geldpers.
Dat doet de ECB door voor honderden miljarden aan (staats)obligaties over te kopen van banken, en ze daarvoor te betalen met geld dat speciaal voor die betaling gecreëerd is. Banken gebruiken dat zojuist gecreëerde geld vervolgens om nieuwe leningen uit te zetten bij consumenten, wat dan tegen een lagere rente kan.
Maar Knot stelde dat de rente inmiddels al zo laag staat dat verdere verlagingen zinloos zijn. Een nog dieper dal opzoeken gaat consumenten en bedrijven echt niet meer laten lenen, denkt hij. Terwijl de historisch lage rente ondertussen wel allerlei andere problemen en risico’s in de hand werkt. Doordat de hypotheekrente zo laag is, schoot de vraag naar huizen bijvoorbeeld omhoog in de afgelopen jaren. En daarmee ook de huizenprijzen, wat tot vastgoedbubbels kan leiden. Ook de aandelenmarkt blies vorig jaar op als een zeepbel. Beleggers verdienen nu eenmaal minder aan veilige obligaties nu de rente zo laag staat. Ze vluchten daarom naar de risicovollere aandelen.
Ook commerciële banken uiten tegenwoordig openlijk kritiek op moedertje ECB. Neem vertrekkend topman Ralph Hamers van ING, die afgelopen augustus aangaf niet blij te zijn met verdere renteverlagingen. Banken halen hun winst immers voornamelijk uit het verschil tussen de rente die zij binnenkrijgen op uitgezette hypotheken en andere leningen, en de spaarrente die zij zelf moeten betalen (aan hun rekeninghouders). Door renteverlagingen verkleint dat verschil. Uitleenrentes (de inkomsten) dalen namelijk almaar verder terwijl banken voor spaarrente (uitgaven) niet onder de nulgrens durven bij gewone klanten.
Uitzuiger Graaf Draghula
Die lage spaarrentes maken sowieso wat los. ‘Zo zuigt Graaf Draghula onze rekeningen leeg’, kopte Duitslands bestverkopende krant Bild afgelopen september. Met daarnaast een foto van toenmalig ECB-baas Draghi met scherpe hoektanden en een rode cape.
En volgens veel boze gepensioneerden in Nederland had die bewerkte foto net zo goed over de pensioensector kunnen gaan. Die gaat héél slecht op lage langetermijn-rentes: aan de hand daarvan moeten fondsen berekenen hoeveel vermogen ze in huis moeten houden. Door de historisch lage rente hangen veel fondsen met nog maar een paar vingers aan de rand van de afgrond. Om daar bij elke nieuwe renteverlaging weer een trap op te krijgen.
Maar al deze kritiek, ervaren financiële pijn en spotprenten waren nog van net vóór de coronacrisis. Door de economische dreiging van het virus staan harde acties van de ECB weer in een heel nieuw daglicht. Overheden van lidstaten komen met gigantische steunpakketten, betaald met geld dat ze deels zullen ophalen op de kapitaalmarkt. Dan is er ineens weer veel minder op tegen om de rente op die kapitaalmarkt verder omlaag te trekken met gigantische opkoopprogramma’s. Zodat zelfs Klaas Knot nu weer instemde met de 750 miljard aan nieuwe euro’s.
Lees ook:
Nederlandse grootbanken keren geen dividend uit en willen zo economie helpen stutten
Aandeelhouders van de Nederlandse grootbanken moeten het voorlopig even zonder dividenduitkeringen doen.
De economische impact van ‘zwarte zwaan’ corona laat zich niet makkelijk voorspellen
Wat tot voor kort ondenkbaar was, is gebeurd: een virus heeft wereldwijd de economie in zijn greep. Dat er recessie komt is zeker, verder is het voor economen gissen.