Déjà VuPaul van der Steen
Het echtpaar Drucker en Fraser wilde niet anoniem aan het Rijksmuseum schenken
Dankzij een anonieme Nederlandse gulle gever beschikt het Rijksmuseum in Amsterdam over 12,5 miljoen extra voor het organiseren van beeldententoonstellingen in zijn tuinen, zo werd deze week bekend. Het gaat om de grootste particuliere geldschenking voor het Rijks ooit, werd erbij vermeld.
Het echtpaar Joseph Drucker en Maria Lydia Fraser wilde niet anoniem blijven. De twee gaven in de eerste helft van de vorige eeuw ook geen geld, maar kunst, aanvankelijk als bruikleen en later na hun beider overlijden als schenking. Het paar stelde slechts één voorwaarde: voor hun collectie moest een aparte vleugel bij het museum komen.
Speerpunt vormde voor die tijd moderne kunst: werken van vertegenwoordigers van de Haagse School als Willem Maris, Anton Mauve en Johan Hendrik Weissenbruch en impressionisten als Isaac Israëls en George Hendrik Breitner.
‘Onschatbare’ artistieke waarde.
Kunstcriticus/tekenaar/aquarellist Willem Steenhoff noemde de schenking in 1910 “een onschatbare aanwinst” voor het Rijksmuseum. Hij benadrukte dat het hem niet eens ging om het “aanzienlijke” bedrag dat de werken “volgens den tegenwoordigen koers aan de kunstmarkt” vertegenwoordigden. Nee, het draaide volgens hem om de “onschatbare” artistieke waarde.
Het kinderloze echtpaar Drucker en Fraser verzamelde allerhande kunst: schilderijen, tekeningen, beelden, maar ook tapijten, aardewerk en zilver. Hij profiteerde van het kapitaal dat zijn vader, een van Duitsland naar Nederland gekomen bankier, bijeen had weten te brengen. Zij, een Britse, was de dochter van een rijke reder. Goede beleggingen, onder meer in het spoor, deden de rest.
Drucker en Fraser brachten veel van hun leven buiten Nederland door. Hij nam ook de Britse nationaliteit aan en stierf uiteindelijk in het Zwitserse Montreux. Toch lieten de twee voor de bruikleen en latere schenking hun oog vallen op het Rijksmuseum. Dat voldeed aan de gestelde voorwaarde. In 1909 kwam een eerste nieuwbouw gereed. Vier jaar later volgde een tweede uitbreiding, waarbij de oorspronkelijke ontwerper van het Rijksmuseum Pierre Cuypers en zijn zoon Jos betrokken waren.
Kritiek in eigen kring
Geheel onomstreden was Drucker niet. Hij oogstte bijvoorbeeld kritiek in eigen kring. In 1885 schreef zijn vijftien jaar oudere halfzus Wilhelmina Drucker, later bekend geworden als vooraanstaand feministe, met haar zus Louise het boek George David. Voor deze sleutelroman gebruikten ze de pseudoniemen G. en E. Prezcier. Zij waren de ‘onechte’ kinderen van de oude Drucker en profiteerden nauwelijks mee van het kapitaal dat hij had verworven.
Het boek was een wraakoefening in de richting van oude Druckers weduwe en haar kinderen. Zij en haar gewetenloze kinderen moesten het ontgelden en ze zouden in de toekomst nog meer “smetten op Hollands roemrijk verleden” werpen. Zoon Hendrik Lodewijk, op dat moment hoogleraar Romeins recht en later politicus voor de liberale Vrijzinnig-Democratische Bond, zou volgens de roman een moord op zijn geweten hebben. Joseph Drucker zou de dood van zijn vader vooral zien als mogelijkheid om nog meer kunst in te slaan.
Kunstenaar Willem Arondéus beschreef zoon Drucker in de jaren dertig als ijdel en eerzuchtig persoon, die de kunst gebruikte “om zich in zijn bezit te adelen”. Het is de vraag of dat zo’n prominente rol speelde. Hij ontving wel een koninklijke onderscheiding voor zijn vrijgevigheid.
De geschonken collectie is inmiddels driekwart eeuw eigendom van het Rijksmuseum. De Drucker-uitbreiding voldeed op den duur niet meer aan de museale wensen. Bij een ingreep in 1996 werd het betrokken bij de door Wim Quist ontworpen Zuidvleugel (ook wel aangeduid als Philipsvleugel). Die bood tijdens de grote verbouwing begin 21ste eeuw een decennium lang onderdak aan een dwarsdoorsnede van de totale collectie van het Rijksmuseum.
Sinds de heropening vinden wisseltentoonstellingen en internationale bruiklenen een plek in de vleugel. Ook het restaurant Rijks is er gevestigd.
Lees ook:
Rijksmuseum ontvangt grootste particuliere gift ooit voor exposities in de tuinen
Dankzij de schenking van een anonieme gulle gever kan het Rijksmuseum nog jarenlang doorgaan met de beeldententoonstellingen in de tuinen die voor iedereen toegankelijk zijn.