Kernenergie is terug in het politieke debat, blijkt in de aanloop naar de verkiezingen. Maar experts waarschuwen Nederland: zet er vooral niet op in. Want, leert de ervaring elders in Europa: ‘Economisch werkt het gewoon niet.’
In 1987, nog voor de val van de muur, werd in het Bulgaarse Belene de fundering gelegd voor een tweede kerncentrale. Nu, 34 jaar later en bijna 2 miljard euro verder, draait die nog altijd niet. In de overzichten van plannen voor nieuwe kerncentrales in Europa schittert Belene door afwezigheid. Julian Popov kent het rampzalige dossier goed. De zelfstandige energie-expert, onder meer verbonden aan de European Climate Foundation, was in 2013 tijdelijk minister van milieu in Bulgarije. Popov, niet verbonden aan een politieke partij, is geen principieel tegenstander van kerncentrales, vertelt hij aan de telefoon vanuit Groot-Brittannië.
“Ik ben zelfs voor kernenergie”, zegt Popov. Het grote voordeel is dat een atoomcentrale geen broeikasgassen zoals CO2 produceert. En de veiligheid dan? “Statistisch gezien is het de veiligste energie”, zegt Popov stellig. “Steenkolen zijn het slechtst voor de gezondheid. Windmolens? Tja, daarvan weten we het nog niet precies.”
Lachend: “Misschien is er weleens iemand vanaf gevallen.” Toch biedt kernenergie niet alleen voordelen, erkent Popov. “Ik ben erg gefocust op economische argumenten.” En daar zit een probleem, want ook andere Europese projecten laten zien dat kerncentrales bouwen geen snelle en zeker geen goedkope oplossing is.
Vertragen en hoge kosten
Nederlanders die als voorbeeld liever naar Finland of Frankrijk kijken dan naar Bulgarije, komen van een koude kermis thuis. Ook deze landen kampen met grote vertragingen en kostenoverschrijdingen.
Finland bouwt sinds 2005 aan een nieuwe centrale in Olkiluoto. Die had er volgens de oorspronkelijke plannen al in 2009 moeten staan, voor een bedrag van 3,2 miljard euro. Nu hoopt men volgend jaar klaar te zijn, de kosten zijn meer dan verdrievoudigd tot 11 miljard euro.
Frankrijk begon in 2007 met de bouw van een nieuwe centrale in Flamanville, aan de westkust van Normandië. Die had in 2012 klaar moeten zijn, à raison van 3,3 miljard euro. De laatste schatting van de kosten is ruim 19 miljard euro, ook deze centrale moet volgend jaar draaien.
Groot-Brittannië dan? Dat begon drie jaar geleden met de bouw van twee centrales bij Hinkley Point in Somerset. Ze zouden binnen tien tot twaalf jaar klaar moeten zijn, voor ruim 20 miljard euro. Maar die schatting is al verhoogd naar 24 miljard.
“In theorie kan een nieuwe centrale er in een jaar of tien staan”, zegt Thijs Vandenbussche, klimaat- en energie-expert bij denktank EPC in Brussel. “Maar vaak zorgen technische problemen voor vertraging en daarmee voor hogere kosten.”
Drie jaar geleden vond een explosie plaats in een al bestaande reactor bij Flamanville. Volgens de exploitant en de Franse regering was er geen gevaar voor de volksgezondheid. Maar ieder klein technisch probleem, iedere scheur of lekkage, zorgt voor oponthoud.
Ook als een centrale eenmaal draait, want even uitzetten en weer opstarten is er niet bij. Vanwege de strenge veiligheidseisen mag niets over het hoofd worden gezien. “Zeker na de ramp met de kerncentrale in het Japanse Fukushima in 2011 zijn de veiligheidseisen sterk toegenomen en dus ook de kosten”, zegt Popov. Ondanks alle voorschriften blijven de zorgen bij de bevolking vaak groot, zegt Vandenbussche. “Protesten en gedoe met vergunningen kunnen de bouw tegenhouden. Maar ook de nieuwe centrale in Finland, waar vrij veel steun is voor kernenergie, loopt vertraging op.”
Politieke onzekerheid
Daarbij komen politieke problemen, zegt Popov. “Serieuze landen, zoals Nederland, moeten in tien tot twaalf jaar een centrale kunnen bouwen. Maar je weet nooit wat er gebeurt na de verkiezingen, als bijvoorbeeld de groenen in de regering komen. In Bulgarije is de bouw in 1990 stilgelegd, rond 2000 weer gestart en zo nog een paar keer.”
Popov wijst op een project in Slowakije, dat al dertig jaar loopt. “En ook in Roemenië gaat het moeizaam, daar zijn de Chinezen erbij gehaald. Ook Bulgarije heeft contacten met China. Ondertussen is er druk van de EU en de Amerikaanse regering: die willen dat niet.”
Dat is ook een zorg, aldus Popov: “Kernenergie is geopolitiek. Voor landen met kernwapens, zoals het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, is nucleaire industrie logisch. Je hebt die nodig om bommen te kunnen maken. Maar een klein land zonder kernwapens, zoals Bulgarije, houdt die technologie in stand en betaalt ervoor, in dit geval aan Rusland.”
Vandaar wellicht de tegengestelde richting die de discussie opgaat in Frankrijk, dat wél, en Duitsland, dat géén nucleaire macht is. “Frankrijk heeft geaarzeld over de nucleaire toekomst”, zegt Popov. “President Macron wilde er minder afhankelijk van zijn, maar neigt nu naar het langer openhouden van de centrales. Duitsland ging de andere kant op: het heeft zijn centrales onnodig vroeg gesloten en zit nu nog aan steenkolen vast. Dat was een emotionele beslissing, na de ramp in Fukushima.”Slecht voor het klimaat, meent Popov. “Je kunt niet tegelijk van de steenkolen af en kerncentrales sluiten.”
Het langer openhouden van bestaande centrales kan volgens Popov verstandig zijn. Kerncentrales kunnen gestaag veel stroom leveren en – als ze lang genoeg draaien – tegen redelijke kosten. “Het punt is dat de oude centrales goedkope stroom leveren, terwijl een nieuwe heel duur is.” Overheden proberen dat verschil af te vlakken. Zo garanderen de Britten een minimumprijs voor een periode van 35 jaar bij de aanleg van Hinkley Point. “Maar die prijs is twee à drie keer zo hoog als de huidige marktprijs voor elektriciteit, ruim 100 euro tegenover amper 40 euro per megawattuur”, zegt Popov. “Dus dan zit je voor een lange periode aan dure stroom vast.”
Keiharde bankiers
Want duur blijft het, beklemtoont hij. “Volgens investeringsbank Lazard is kernenergie zelfs de duurste vorm van stroom. En daar zitten geen groene jongens, maar keiharde, vuile bankiers. Die zouden hun moeder verkopen om geld te verdienen.”
En duurzame energie, met name offshore windparken, wordt steeds goedkoper. De elektriciteit die zij leveren, kost ongeveer de helft van atoomstroom. En de ontwikkelingen gaan door, zegt Popov. “Het enige wat we weten in de energiemarkt, is dat we niet weten wat er zal gebeuren. Vijf jaar geleden hadden we geen idee hoe ver we zouden zijn met duurzame energie. En de situatie over vijftien jaar zal weer heel anders zijn dan nu.
“Er komen drijvende windturbines, aardwarmte en betere batterijen. We gaan toe naar een diverse en complexe energiemarkt, waarin bedrijven en gebouwen zelf energie opwekken en aan het net leveren. Nu inzetten op kernenergie is als vaste telefoonlijnen aanleggen in de jaren negentig.”
Ook Vandenbussche ziet dat duurzame energie steeds goedkoper wordt. Toch zijn er banken en andere financiers die wel willen investeren in kernenergie, zegt hij. “Zeker als overheden garanties geven, zoals in Groot-Brittannië. Dat is volgens mij geen directe overheidssteun.”
Popov is het daar niet mee eens. “Er draait nergens een puur commerciële kerncentrale. Dat wordt wel gezegd van de Finse centrales, maar ook daar zijn afspraken over de afname en de prijs. Dat is een vorm van overheidssubsidie.”
Duur en niet concurrerend
Heeft kernenergie, al met al, een toekomst in Europa? “ Nee, economisch werkt het gewoon niet”, zegt Popov. “In de komende tien tot twintig jaar neemt het aandeel kernenergie in Europa zeker niet toe. Het vermogen daalt al licht. De markten worden vrijer en energieproducenten moeten concurreren.” De ex-minister waarschuwt de toekomstige Nederlandse regering: “Als je nu een kerncentrale wil bouwen, ben je in het beste geval klaar in 2030. Dan heb je een duur project neergezet voor je kinderen, dat niet competitief is.”
Toch houdt Popov de deur op een kier. Nieuwe ontwikkelingen, zoals kleine, modulaire kerncentrales, kunnen misschien een rol spelen op de energiemarkt van de toekomst. Grote kerncentrales schaart hij onder de ouderwetse ideeën.
“Net als het communisme is kernenergie een voorbeeld van één oplossing voor alles. Maar in de energie gaan we toe naar diversiteit, met steeds meer connectoren tussen landen zodat stroom makkelijker getransporteerd kan worden. Dat is heel interessant voor een handelsland als Nederland.”
Kunnen we centrales bouwen tegen redelijke kosten? Dat is de grote vraag, meent Vandenbussche: “Zo niet, dan worden het dinosaurussen.” Grote, logge dingen, die weinig kans maken om zelfstandig te overleven. Toch ziet hij wel mogelijkheden voor een land als Polen, dat een grote omslag moet maken van steenkool naar schone energie en naar kernenergie kijkt.
Lichtpuntje voor Nederland?
Vandenbussche noemt zichzelf ‘geen voor- of tegenstander’ van kernenergie. “Ik ben vooral geïnteresseerd in de ontwikkelingen.” Kent hij misschien een project dat wel is geslaagd, al was het maar als lichtpuntje voor de voorstanders in Nederland? “Nee, ik geloof het niet. Er zijn wel projecten om centrales langer open te houden of te upgraden, zodat ze meer energie leveren. Maar de mogelijkheden daarvoor zijn vrij beperkt.”
In Europa zijn geen geslaagde nieuwe projecten, zegt Popov stellig. “In China, Rusland en Saudi-Arabië bouwen ze wel, maar we hebben geen zicht op de financiering daar. In de Verenigde Staten komt er niet veel meer bij en Frankrijk verlengt de levensduur van zijn reactoren van veertig naar zestig jaar. Maar dan is er wel goed onderhoud nodig en dat kost ook geld.”
Voor Nederland heeft Popov goede raad: “Jullie hebben moeite om de klimaatdoelen te halen, zeker op de korte termijn. Wat jullie kunnen doen is doelen realiseren in het buitenland. Nee, dat hoeft geen green washing te zijn, zoals de milieugroepen zeggen (projecten die alleen op papier milieuwinst opleveren, red.). Als je een groot windproject realiseert in Oekraïne, kunnen daar vuile kolencentrales dicht. En dat is niet duurder dan kernenergie.”
Lees ook: Jongeren zijn het radicaalst in de strijd tegen klimaatverandering: helft wil nieuwe kerncentrales
Jongeren zijn radicaler in hun politieke opvattingen dan ouderen, ook als het over klimaat gaat. Ze willen een vleestaks, maar ook kerncentrales om de CO2-uitstoot terug te beperken.