NaschriftEdy Korthals Altes (1924-2021)
Edy Korthals Altes (1924-2021) was een gedreven voorvechter van vrede, die van geen ophouden wist
Twee dagen voordat de oud-ambassadeur en vredesactivist op 97-jarige leeftijd overleed, schreef Edy Korthals Altes nog een ingezonden brief aan Trouw over de dreigende oorlog in Oekraïne. ‘Het is zaak dat de Europese Unie in beweging komt’, waarschuwde hij.
De postuum gepubliceerde brief is tekenend voor Edy Korthals Altes: bevlogen en gedreven, tot het laatst toe helder en nieuwsgierig. Zijn lange, rijke leven vertoont een scherpe breuk: uit gewetensnood over ‘de waanzin van de wapenwedloop’ trad hij in 1986 terug als ambassadeur in Spanje. Sindsdien zette hij zich in voor de wereldvrede, die voor hem alles met innerlijke vrede te maken had.
Zijn vader Jan was jurist en bankdirecteur, maar het was vooral zijn moeder Pamela die grote invloed op zijn levensweg zou hebben. Zij was een krachtige, spirituele vrouw, afkomstig uit een gezin waarin cultuur een grote rol speelde. Edy groeide op in een landhuis in Vught, in tamelijke welstand. In 1935 kwam door de scheiding van zijn ouders abrupt een einde aan die zorgeloze kinderjaren.
De overtuiging van zijn moeder gaf hem vertrouwen
Met zijn moeder en zus Bep en verhuisde hij naar Baarn. Er was nauwelijks geld, maar met haar levenskunst wist zijn moeder het gezin draaiende te houden. Zij had het nodige voor de kiezen gehad en leerde haar kinderen: hoe ingewikkeld het leven ook is, je wordt door God gedragen. Haar sterke geloof gaf ook de jonge Edy vertrouwen in het leven.
In de Haagse flat waar hij tot de laatste dag zelfstandig woonde, hing een geschilderd portret van zijn moeder. Ze was dus altijd bij hem. Om zijn studie economie mogelijk te maken, verkocht ze het kostbaarste erfstuk uit de familie, een schilderij van Hein Kever (1854-1922). Ruim veertig jaar later zou Edy, in grote euforie, het werk bij een antiquair aantreffen. Hij kocht het schilderij en gaf het een prominente plaats in de woonkamer, naast het portret van zijn moeder.
Die studie economie had hij in 1942 moeten afbreken, omdat hij weigerde een loyaliteitsverklaring te ondertekenen. Gevolg was dat Edy zich moest melden voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. Hij belandde in de beruchte Mauser-Werke in Berlijn en werd ondergebracht in een kelder vlakbij deze munitiefabriek. De lange werkdagen en de angst voor bombardementen bleef hij zich altijd herinneren. Na een tijdje vond hij veiliger onderdak bij een arbeidersfamilie, waar hij leerde dat de ‘vijand’ ook een fatsoenlijk mens kan zijn.
Barbarij van de oorlog
Het verblijf in Duitsland duurde, dankzij een list van een oom die burgemeester was, maar vijf maanden. Daarna dook hij onder bij zijn moeder, op de vliering. Na de oorlog kon hij de studie voortzetten. Hij raakte betrokken bij de Nederlandse Christen Studenten Vereniging (NCSV), een oecumenische beweging die zich richtte op Bijbelstudie, gebed en bezinning op samenlevingsvragen. Zijn van huis uit protestantse geloof werd er verdiept. Ook kreeg hij oog voor de thema’s die hem later zouden bezighouden: hoe kunnen we na de barbarij van de oorlog werken aan de geestelijke wederopbouw van Europa en het de-escaleren van internationale problemen?
Op conferenties van de NCSV leerde hij rechtenstudente Deetje Meijer kennen. Onder haar invloed bloeide Edy op. Ze was sociaal zeer begaafd, intelligent en hartstikke nuchter. Ze vulden elkaar goed aan. In 1950 trouwden ze, zonder een rooie cent. Een jaar later werd hij als diplomaat voor de buitenlandse dienst uitgezonden naar New York. Bij aankomst in de haven kregen ze de vraag voorgelegd waar hun bagage was. Nou, op één koffer na was die was er niet.
Het lag niet voor de hand dat Edy Korthals Altes in de buitenlandse dienst zou gaan werken. Tot dan toe was dat vooral voorbehouden aan juristen uit gegoede families, niet aan economen zonder geld. Na een eerste afwijzing probeerde hij het een jaar later opnieuw. Hij was nieuwsgierig naar andere landen, maar zocht ook een werkplek waar hij met zijn idealisme uit de voeten kon. Dan paste de overheid beter dan het bedrijfsleven.
Een blazende Joseph Luns aan de lijn
Meteen in New York, waar hij assistent-viceconsul werd, bleek al dat zijn idealisme soms wat schuurde. Bij een bezoek aan Joseph Luns, destijds werkzaam bij de Verenigde Naties, zei hij dat Nederland Nieuw-Guinea moest overdragen aan Indonesië. Luns dacht daar anders over. Bij terugkeer op kantoor meldde de consul-generaal: “Edy, ik heb net een blazende Luns aan de telefoon gehad die zijn verontrusting uitsprak dat ik een rode rakker in mijn staf had gekregen”.
Na New York volgde een indrukwekkende reeks diplomatieke bestemmingen: Colombo, Parijs, Den Haag, Bonn, Rome, Jakarta, Brussel, Warschau, Den Haag, Madrid. Op elke nieuwe buitenlandse post leerde Deetje direct de taal, zij had een talenknobbel. Ook Edy sprak zijn talen snel vloeiend, en als dat in het begin nog niet het geval was, begrepen de mensen hem door zijn enthousiaste manier van communiceren toch wel.
De overplaatsing naar Indonesië, begin jaren zeventig, was ingrijpend. Deetje en Edy hadden in de jaren vijftig vier kinderen gekregen en moesten die nu in Nederland achterlaten. Het kon niet anders. Het verblijf in Jakarta duurde overigens maar twee jaar, want er lonkte een baan als plaatsvervangend permanente vertegenwoordiger bij de EEG in Brussel – een loodzware post. De overtuigde Europeaan ontdekte daar al dat het integratieproces hem veel te traag ging.
Van havik tot vredesduif
Aan het geliefde diplomatenbestaan kwam in 1986 een einde. Edy Korthals Altes was op dat moment ambassadeur in Madrid. Hij kon zich niet langer verenigen met de regeringsstandpunten over de Oost-Westverhouding en de kernwapens en gaf daar publiekelijk uiting aan in Trouw. Er ging een intense worsteling aan vooraf, waarin zijn geloof de doorslag gaf. ‘We zijn immers als mens verantwoordelijk tegenover God en medemens voor ons handelen en niet-handelen in kritieke situaties’, schreef hij in zijn autobiografie Van havik tot vredesduif. Daarin komt ook de droom ter sprake waarin Jezus hem zou hebben aangesproken: ‘En jij, wat heb jij zoal gedaan met jouw mogelijkheden, met alles wat je weet, in deze cruciale periode?’
In de diplomatieke wereld sloeg het nieuws in als een bom. Minister van buitenlandse zaken Hans van den Broek was er niet blij mee, de vredesbeweging wel. Voor Edy zelf was de stap een bevrijding. Vanaf dat moment begon zijn tweede leven, in dienst van allerlei nationale en internationale organisaties die de vrede en ook de interreligieuze samenwerking bevorderen. In zijn optiek moest niet langer wederzijds verzekerde vernietiging centraal staan, maar wederzijds verzekerde veiligheid.
In die eerste jaren van zijn nieuwe bestaan was hij soms behoorlijk monomaan, gedreven als hij was om allerlei vredesinitiatieven van de grond te krijgen. Deetje moest hem geregeld aan zijn jas trekken: “Het hoeft niet altijd over de wereldvrede te gaan, Edy”. Tegelijk wist hij juist met dat ongebreidelde enthousiasme velen te inspireren. Wat hij als diplomaat had gedaan, deed hij nu als vredesactivist: mensen met elkaar verbinden. Dat was zijn gave. Er waren geen grenzen voor hem, hij sprak even makkelijk met de generaal als met de tuinman. En hij had een groot vermogen tot vriendschap.
De ontreddering was dubbel zo groot
In zijn tachtiger jaren liet het zicht hem gaandeweg in de steek. Dat was pijnlijk voor iemand die zo graag en veel las. Maar ook omdat hij daardoor niet langer het gezicht van Deetje kon ‘lezen’. Zij was zijn baken. Haar overlijden in juni 2017 viel ongeveer samen met zijn totale blindheid. Dat maakte de ontreddering dubbel zo groot. Het leven verloor veel glans.
Kort na haar overlijden ging hij met een dochter naar het strand. Hij wilde graag het water in, los zwemmen. Maar het was wel erg lang geleden dat hij had gezwommen, en erg stabiel was hij niet. Meteen daarop besloot hij, inmiddels 93 jaar, een paar privézwemlessen te nemen. Daarna ging het weer prima. Hij genoot intens van de beweging en het water en vertelde graag over dit kleine geluk.
In de allerlaatste jaren overkwam hem nog een groot geluk, in de persoon van Machteld Blickman. Zij was in Jakarta via haar man aan de ambassade verbonden geweest en stond opeens voor de deur. Na een lang en goed huwelijk met Deetje bloeide een nieuwe liefde op. Samen reisden ze naar Frankrijk en fietsten op de tandem over de Veluwe. Zo werd de laatste levensfase alsnog licht, net als zijn laatste dagen, zonder enige dramatiek. Edy overleed vredig op Eerste Kerstdag. Bij de uitvaart klonk het lied dat al sinds de NCSV-tijd zijn binnenste raakte: A toi la gloire.
Edy Korthals Altes werd geboren op 5 maart 1924 in Vught. Hij overleed op 25 december 2021 in Den Haag.
Trouw beschrijft het leven van onlangs overleden heel gewone of bekende mensen. Heeft u zelf een tip voor Naschrift? Mail ons via naschrift@trouw.nl.
Lees ook:
Oud-diplomaat Edy Korthals Altes: We hebben mensen nodig die nee zeggen, omdat ze vrij zijn
Een droom gooide in 1984 het leven van oud-diplomaat Edy Korthals Altes overhoop. ‘De grote vraag, die al aan Adam werd gesteld, is: wat doe jij met jouw mogelijkheden in de tijd dat je op aarde leeft?’