P.S.Justin Schmidt (1947-2023)

De King of Sting ontwikkelde poëtische pijnschaal en proefde insecten

Entomoloog Justin Orvel Schmidt. Beeld Courtesy Justin Schmidt
Entomoloog Justin Orvel Schmidt.Beeld Courtesy Justin Schmidt
Bas den Hond

Gestoken was hij zo vaak als kind in Pennsylvania.

Justin Schmidt herinnerde zich later vooral de keer dat hij met vriendjes, in Boalsburg, stenen gooide naar een wespennest in een appelboom. Hij was degene die uiteindelijk van dichtbij raak gooide. Wegrennend werd hij een paar keer in de rug gestoken. Veel later zou hij daar een wetenschappelijke maat aan geven: een 2 op wat de Schmidt Sting Pain Index is gaan heten.

De stap van het ondergaan van een insectensteek naar het bestuderen ervan nam hij naar eigen zeggen toen hij zeven was. “Ik plukte een honingbij van een paardenbloem en zette hem op de arm van mijn lerares. Mijn hypothese was, dat hij haar wel eens zou kunnen steken, en dat bleek te kloppen, tot haar grote ontsteltenis.”

King of Sting

Droogjes vertellen over wat een vervelende, maar ook een afgrijselijke ervaring kan zijn, werd zijn handelsmerk, de King of Sting zijn bijnaam.

Hij studeerde aanvankelijk scheikunde. Maar dat onderwerp vond hij te doods, en in het lab hingen rare luchtjes. Het werd entomologie, de studie van insecten. En toen hij tijdens veldwerk werd gebeten door de mieren die hij bestudeerde, schrok hem dat niet af, integendeel. Telkens als het hem overkwam, maakte hij aantekeningen van wat er door hem heenging.

Dat geeft de pijnschaal waarmee hij beroemd werd – en waarvoor hij in 2015 een Ig Nobel Prize kreeg, de humoristische variant van de Nobelprijs – een bijna poëtisch karakter.

Het midden daarvan, niveau 2, is per definitie de steek van een honingbij. Daaronder valt het mee. Een 0,5 van een solitaire knotswesp: “Teleurstellend. Een paperclip die op je blote voet valt.” Een 1 van een sachembij: “Bijna prettig, een minnaar bijt net iets te hard op je oorlel.”

Maar niveau 3 maakt je bang voor de papierwesp: “Na acht uur onophoudelijk boren in die ingegroeide teennagel loopt de boor vast in je teen.” En uitzinnig wordt de pijn bij niveau 4, de spinnendoder (een wespensoort die op tarantula’s jaagt): “Alsof je over brandend houtskool loopt met een roestige spijker van een kleine acht centimeter in je hiel.”

Steek in zijn tong

Zelfs al maakte een steek in zijn tong van een in een blikje drinken verzeilde honingbij “het leven tien minuten lang niet waard om geleefd te worden”, hij nam zijn aanvallers niets kwalijk. Want ze waren veeleer verdedigers, die chemische wapens hadden ontwikkeld om zich vijanden van het lijf te houden, die honderden of zelfs miljoenen keren groter zijn dan zijzelf.

Hij onderzocht ook hoe die vijanden ermee omgingen. Hoe kon een vogel, een koningstiran, de ene na de andere Afrikaanse honingbij buiten zijn laboratorium naar binnen werken zonder – zoals andere soorten – ze eerst tegen een boom te meppen om de angel te verwijderen? Het bleek dat de koningstiran alleen mannetjes at – en die steken niet. Om na te gaan of dat een goede keus was, hakte hij Afrikaanse honingbijen in stukjes om alle delen ervan te proeven. De onderdelen van vrouwtjesbijen smaakten naar nagellak en terpentijn, die van de mannetjes naar custard.

Na zijn pensionering in 2005 als directeur van een bijenonderzoeksinstituut van het ministerie van landbouw in Tucson, Arizona, bleef Schmidt aan het werk. Vorig jaar publiceerde hij het resultaat van 30 jaar onderzoek naar een niet stekend dier, de grote fluweelmijt, een rood spinnetje dat zich maar enkele dagen per jaar boven de grond laat zien, als het regent in de woestijn van Arizona.

Wat hem vooral fascineerde, was dat bijna geen enkel dier het wilde eten, zelfs een gekende alleseter als de Amerikaanse woelpad niet, die zelfs schorpioenen lust.

Bittere en hete mijt

Er was uiteindelijk maar één manier om erachter te komen waarom, vertelde hij eerder deze maand nog in een nieuwsbrief van de universiteit van Arizona. “Ik plaatste de mijt zover mogelijk weg van waar hij kwaad zou kunnen, op de punt van mijn tong, en gebruikte mijn snijtanden om hem een beetje open te krijgen. Ik kauwde misschien een paar seconden en meteen was er een explosie van smaak.” Die loog er niet om, noteerde hij: bitter als kinine (bitterder bestaat niet) en heet als een habanero peper (heter kan haast niet).

Hij had gehoopt op een weerzien. “Ik had er een in mijn mond moeten nemen en gewoon een beetje heen en weer rollen, zonder hem stuk te maken. Niet aan gedacht. Misschien volgende zomer.”

Justin Orvel Schmidt werd geboren op 23 maart 1947 in Rhinelander, Wisconsin en overleed op 18 februari 2023 in Tucson, Arizona

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden