null

Het kampdagboekvan Anton Burger

De hel van Japans krijgsgevangenschap - en de vreugde van de bevrijding - in dagboekfragmenten

Anton Burger (1914-1999) sprak nooit over zijn ellendige ervaringen in Japanse krijgsgevangenschap. Over zijn bevrijding uit die hel, hield hij een dagboek bij. ‘Heb ik jullie al verteld dat ik nu mijn laagste gewicht bereikt heb? 46 kilo. 32 kilo afgevallen! Ja mensen, Gode gedankt dat de oorlog nu gestopt is.’

Eric Brassem

Vlak voor zijn dood vonden zijn kinderen enkele vergeelde velletjes met dagboekaantekeningen over Burgers ervaringen na de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945. De kinderen hebben die in boekvorm in familiekring verspreid. Vandaag, 76 jaar na die capitulatie, delen we enkele passages.

“Eind dertiger jaren had hij zijn kantoorbaan in Rotterdam opgezegd, en vertrok hij naar Sumatra waar hij administrateur op een plantage werd”, vertelt zijn zoon Kees Burger. “Zijn toenmalige verloofde, met wie hij uiteindelijk niet zou trouwen, bleef achter in Nederland.”

Zoon Kees Burger Beeld
Zoon Kees Burger

“In 1942 werd hij opgeroepen voor het KNIL, het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Gevochten heeft hij niet, maar werd na de overgave in maart geïnterneerd op Java. In 1943 werd hij verscheept via Singapore, Saigon, Formosa en Shanghai naar Osaka. Dat was een lange reis in een snikheet en overvol scheepsruim.”

In het kamp verrichtte hij tot aan de bevrijding dwangarbeid. Daar hield hij een dagboek bij. “Na de bevrijding vlogen de Amerikanen hem linea recta naar een ziekenhuis in Manilla, waar hij maandenlang moest herstellen van alle ontberingen.”

Na de oorlog, in Sydney Beeld
Na de oorlog, in Sydney

“Dankbaar was hij voor het feit dat hij in 1946 de liefde van zijn leven ontmoette en vervolgens vier kinderen kreeg. Dat had hij niet meer verwacht en die dankbaarheid was zijn manier van verwerken. Geloof was belangrijk voor hem. Zijn lievelingslied was veelzeggend: ‘De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren’.”

“Hij had een grondige hekel aan alles wat met oorlog te maken had. Met klappertjespistolen en leger-dinkytoys hoefden wij niet aan te komen. Kenmerkend was ook dat hij later kritisch kon zijn over zijn bevrijders, de Amerikanen. In de tachtiger jaren demonstreerde hij tegen kernwapens.”

In zijn dagboek zwijgt hij over de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Had het nieuws daarover hem niet bereikt? Kees Burger: “Dat konden we hem bij leven niet meer vragen. Hij was geestelijk te zeer achteruitgegaan toen we zijn aantekeningen vonden.”

 Levensteken van het Rode Kruis  Beeld
Levensteken van het Rode Kruis

Fragmenten uit de kampdagboeken van Anton Burger

26 augustus 1945 Nagaoka

Ik lig op mijn tempatje jullie te schrijven. Hier in Nagaoka zitten wij met 200 man in een kamp, vlakbij een hoogovenbedrijfje en een carbidfabriek waar we vanaf half mei gewerkt hebben. Nu hebben we al sinds een week djasmé (rust) en zelfs zo ver dat we het koeliewerk, het ellendige werk van 3,5 jaar lang nooit meer hoeven te doen. Het moment waar we gedurende al dien tijd met smart naar uitgekeken hebben, waar we om gebeden en gevloekt hebben, dit moment is nu eindelijk daar. Ik ben er nog steeds zo vol van dat het me bij momenten geheel doorstraalt. Nu te weten dat alle ellende geleden is, dat ik geen nummer meer ben, maar weer een naam gekregen heb, geen gevangene meer, maar een vrij man.

Het is langzaam tot ons gekomen dat Japan is gecapituleerd. Alles wat nu gebeuren gaat, is een feest voor ons. Allereerst hopen we dat we vandaag of morgen verhuizen zullen naar een beter kamp, waar we beter eten en medicijnen zullen vinden. De voeding is hier denderend slecht. Elke dag een zeer inferieure kwaliteit gort met 2 of 3 eetlepels groente. That is all! Iedere dag 3 maal. Praktisch nooit iets anders. U kunt zich wel voorstellen wat de gevolgen hiervan zijn. Beri beri gevallen, verschrikkelijk om aan te zien, diarree, dysenterie, enz.

27 augustus

Vannacht bedacht ik mij dat Ans vandaag jarig is. Hoe is de stand van zaken wanneer we weer met elkaar in contact komen? Is ze intussen verloofd of getrouwd met een ander, dan is het nogal eenvoudig voor me. Ik ben volkomen van haar vervreemd.

Wanneer Ans nog steeds op me wacht, en nu van mij verwacht dat we dan eindelijk trouwen kunnen na meer dan zes jaar officiële verloving, ja dan wordt het moeilijker!

Zojuist kregen we bevel onmiddellijk op het voorpleintje aan te treden voor een zeer belangrijke mededeling. We stelden ons in carré-vorm op, waarmee de vaandrig, namens de dokter die officieel kampcommandant is, het woord nam. Hij sprak als volgt: “Mannen, het is mij een onuitsprekelijk genoegen jullie te kunnen mededelen, namens de Japanse kapitein dat de oorlog afgelopen is. Laat ons nu het Wilhelmus zingen!” We zongen toen twee coupletten van het Wilhelmus. Dit na 3,5 jaar! Hierna volgde stilte voor onze gevallen kameraden en daarna sprak een van ons een prachtig dankgebed uit. Vele mensen waren zeer ontroerd en konden hun tranen niet bedwingen. Het is een van de momenten, die ik nooit meer in mijn leven zal vergeten.

Een potloodtekening van Anton Burger uit december 1945, toen hij van de ontberingen recupereerde. De tekenaar is Charles Burki, eveneens een kampgevangene. Beeld
Een potloodtekening van Anton Burger uit december 1945, toen hij van de ontberingen recupereerde. De tekenaar is Charles Burki, eveneens een kampgevangene.

29 augustus

Er waren geruchten. Nu zijn geruchten in een kamp zo onafscheidelijk aan het leven verbonden, dat je er lang niet altijd waarde aan hecht. Maar gisteren zou een grote geallieerde vloot Yokohama binnengelopen zijn. We merkten er echter niets van en dachten dat er helemaal niets gebeuren zou. Maar ‘s middags tegen vieren viel ineens motorgeronk te horen. We stormden allen naar buiten en zagen een B-29 in de buurt van ons kamp. Hij zocht kennelijk iets en cirkelde steeds in grote bochten in onze omgeving. Eindelijk daverde hij laag met zijn vier motoren over ons kamp. Plotseling zag ik dat hij de bommenluiken geopend had. Hij gooide vlak buiten ons kamp 15 parachutes uit. Het waren grote drums waarin van alles zat.

We schreeuwden, krijsten uit alle macht. U kunt zich niet indenken wat een weelde het is blikken soep, tomatensaus, bouillon, cacao, vruchten op water, ham & eggs, corned beef te zien. Verder prachtige nieuwe kleren, schitterende schoenen, tandenborstels, schoensmeer, tandpasta, scheermesjes, scheerzeep, kauwgom, vlooienpoeder, duizenden vitaminepillen, sigaretten, lucifers, te veel om op te noemen.

Moet je 3,5 jaar schooier geweest zijn, niks bezeten hebben, alle schamele dingen van de Jap te hebben moeten afwachten en nu plotseling deze geweldige rijkdom. Vooral de repen chocolade smaakten mij geweldig. Ik gauw mijn sigaretten geruild tegen chocolade.

Bovendien hadden de Amerikanen er kranten van 17 augustus bij gedaan en konden we precies lezen wat er in deze laatste dagen gebeurd was. Ach, Japan is er wel verschrikkelijk vanaf gekomen. Alles kwijt. Volkomen op het verkeerde paard gewed. Enfin, wie zijn billen brandt, moet maar op de blaren zitten.

’s Avonds grote discussies over van alles en nog wat. Maar om halfnegen smeerde ik hem onder mijn klamboe, want ik was doodmoe.

30 augustus

We hadden afgesproken een beetje zuinig te zijn, dit in verband met Koninginnedag [destijds gevierd op 31 augustus, red]. Dan moeten we toch de bloemetjes buiten zetten? Nu moet ik nog een beetje mijn nieuwe broek vermaken. Kan ik uitstekend hoor, ben niet voor niets in een vorig kamp kleermaker geweest.

Maar luister lui, een vliegtuig. Het kan toch niet dat hij ons weer komt bevoorraden? Uitgesloten! Maar daar heb je hem weer en verdraaid, kijk lui, daar draait hij zijn bommenluiken open. Ongelooflijk! Parachutes rood, wit, blauw en oranje, zeker wel 20 a 30 stuks. We stormen het kamp uit, dansen en springen. De Jap heeft niets meer te vertellen. We rapen vlug de pakken en kisten op. Ik kan ze niet dragen. ‘k Ben er te zwak voor en bepaal me tot het binnenbrengen van de parachutes. Daarvan kunnen we vlaggen maken.

Als het etenstijd is, eten we rijst met een pan lekkere soep, vol met vlees en kip erin. Als toetje krijgen we een heel blik perziken op water. Mensenlief ik geef dadelijk een knal en dan ben ik er geweest. Mijn broek, waar door de 3,5 jaar gevangenschap grote ingenaaide plooien in zitten en nu nog volkomen wijd om me heen zwabbert, begint te spannen.

Heb ik jullie al verteld dat ik nu mijn laagste gewicht bereikt heb? 46 kilo. Toen ik van de onderneming ging, woog ik 78 kg, een doodnormaal gewicht voor iemand van 1,80 m. Dus 32 kilo afgevallen! Ja mensen, Gode gedankt dat de oorlog nu gestopt is, want had ik hier in Nagaoka nog een winter moeten meemaken, dan had u me volgend jaar als een hoopje as in een klein houten kistje in Holland terugontvangen. Dan was ik een van de velen geweest, die tijdens krijgsgevangenschap laat ik maar zeggen door de Jap vermoord zijn.

null Beeld

Ach, ik kan u zoveel verschrikkelijke dingen vertellen. Ik had chronische diarree. Poepte 8 tot 14 a 15 keer per dag zo dun als water. Vaak kon ik de wc niet halen, bevuilde mezelf, kreeg op de werf geen permissie mezelf schoon te maken. U kunt u gelukkig niet voorstellen hoe je je voelt, permanent een pijnlijke buik, slap als een vaatdoek, een Jap die niet de minste kassian met je heeft, je juist nog meer om je oren slaat omdat je met het werk van de anderen niet mee kan komen. ‘s Morgens ga je naar ‘t ziekenrappel. Je hebt bijna niet geslapen. Je bent 4 à 5 maal midden in de nacht naar de wc geweest. Hebt 10 à 15 minuten met blote buik en billen in de vrieskou gezeten, komt steen en steenkoud in je dekens terug, kunt niet warm worden en daardoor niet slapen, je bent zo moe, zo moe en moet na ruim een uur er weer uit.

‘s Morgens voel je je koortsig, je laat je temperaturen, 39.2 “Kan ik djasme krijgen, dokter?” “Jongen ik zal het voor je proberen.” Je gaat met de dokter naar het kamertje daarnaast waar de Jap van de geneeskundige dienst zit. De Jap is in een slechte bui. Hij snauwt me toe dat ik lui ben en slaat me om m’n oren, midden in mijn gezicht, zodat ik haast tegen de grond sla. Ik voel me zo duizelig, zo beroerd, zo zwak! Ik kan mijn aandacht zelfs niet meer bij het slaan bepalen. Het is alsof ik niet meer in Japan ben, maar ergens anders. Eindelijk houdt de Jap op met slaan en schreeuwen. Ik hol terug naar de barak, grijp mijn jas en tas, ren naar buiten, waar ik van de Jap een tik met een houten stok krijg en marcheer een minuut later met 39.2 naar de werf om mijn dagtaak van 10 uur te beginnen.

Er zijn nog veel erger dingen te vertellen, maar ik had me voorgenomen niets naar Holland te schrijven. Wat schiet je ermee op? Vergeten wil ik het niet, maar wil me regelmatig weer realiseren hoe uitstekend ik het nu weer elke dag heb en God danken voor zoveel onverdiende goedheid.

5 September

We staan nu op punt van vertrek. We gaan per trein naar Yokohama en vandaar per Rode Kruis schip. Alles is geweldig zenuwachtig.

Lees ook:

Hoe de Japanners zich overgaven in Nederlands-Indië

De capitulatie van Japan, op 15 augustus 1945, beëindigde de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Maar aan wie gaven de Japanners zich in het machtsvacuüm daar over?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden