Sinds China het zerocovidbeleid heeft losgelaten, slaat het virus er opnieuw toe. Dorpsklinieken zijn nauwelijks toegerust op ernstige gevallen. Veel patiënten sterven thuis, en worden begraven in hun achtertuin.
Dong Chunhong slaakt een zucht van verlichting. Na weken zwoegen in zijn kliniek, waar hij tot vijftig patiënten per dag zag, heeft de 45-jarige dokter eindelijk tijd voor een maaltijd met zijn gezin.
“Mensen klopten soms rond middernacht nog op mijn deur”, vertelt hij in de hal van zijn kliniek in Gongjiahe, een piepklein dorp weggestopt in een vallei tussen de dorre heuvels van de noordwestelijke provincie Shaanxi. Een nieuwsgierige peuter komt uit de achterkamer, waar het gezin zit te eten, en rent rondjes om zijn vaders benen. “Ik was doodop”, zegt Dong. “Mijn hele gezin had koorts, en ik voelde me helemaal niet lekker, maar ik moest mijn dorp dienen.”
Dong had patiënten weinig te bieden – wat vooral komt door de plotselinge 180-gradendraai in het coronabeleid. Na 2,5 jaar liet de regering in Peking plotseling alle restricties vallen. De plattelandsklinieken waren net als de ziekenhuizen in de megasteden nauwelijks voorbereid op de enorme golf aan infecties. En het platteland hád al zo weinig faciliteiten.
“Dit zijn hoesttabletten, dit is tegen slijm in de keel, en dit is tegen hoofdpijn”, zegt Dong, wijzend naar de kast van zijn apotheek. Het meest gewilde medicijn was ibuprofen, wat koorts omlaag brengt. Dat was onder het zerocovidbeleid van president Xi Jinping een omstreden middel, dat niet zomaar verkocht mocht worden. Mensen zouden er immers hun symptomen mee kunnen verbergen. Er was dus geen voorraad aangelegd, en de plank van Dongs apotheek was ook al snel leeg. “Ik kon niets meer bestellen, er was een tekort.” Hij maakt het laatste pakje op de plank open, en laat zien hoe hij de strips in stukjes scheurde: iedere patiënt kreeg twee tabletten.
Er waren ook geen coronatesten, en Dong kijkt verward bij de term paxlovid, een antiviraal middel dat in het Westen wordt gebruikt bij ernstige gevallen. “Nee, daar heb ik nog nooit van gehoord.” Wel laat hij trots twee apparaatjes zien die via de vinger van een patiënt het zuurstofniveau in het bloed meten. Iedere kliniek in de regio heeft er twee. “Als het zuurstofniveau niet goed was, stuurden we de patiënt naar het ziekenhuis in de stad.”
Van de 1136 inwoners van Gongjiahe was de helft besmet en 90 procent overleefde het virus, schat Dong. Hij geeft toe dat het goed mogelijk is dat mensen thuis stierven zonder dat hij ervan wist. Als het dorpje beter toegerust was op een situatie als deze, dan zou het een ander verhaal zijn geweest.
“Er is door de jaren heen geen moeite gedaan om de slechte toegang tot zorg op het Chinese platteland te verbeteren”, zegt professor Huang Yanzhong, expert wereldgezondheidszorg bij de Council on Foreign Relations.
Anti-armoedeproject
De landelijke uitgaven voor gezondheidszorg zijn gestegen, van 4 procent van het bruto binnenlands product in 1990 tot meer dan 7 procent in 2020. Vrijwel alle Chinezen krijgen de meest basale zorg vergoed door een verzekering. Maar de kwaliteit van die zorg blijft in veel afgelegen gebieden onvoldoende. Het aantal dorpsklinieken is de afgelopen decennia afgenomen met bijna 20 procent, zo laten de officiële statistieken zien. Dorpsartsen zoals dokter Dong zijn bovendien nogal beperkt in de zorg die ze kunnen verlenen. Na de middelbare school volgen ze alleen een driejarige beroepsopleiding.
Lokale ambtenaren wijzen naar de betonnen wegen die nu door de lintdorpjes voeren, en naar de huizen die een extra laag verf hebben gekregen. Allemaal dankzij Xi Jinpings allesomvattende anti-armoedeproject, dat honderden miljoenen mensen uit de bittere misère trok. Maar aan de lokale zorgvoorziening is ondertussen weinig veranderd. Die kloof met de zorg in de grote steden, is Xi’s volgende uitdaging.
“Mensen op het platteland hebben geen vertrouwen in de gezondheidscentra”, zegt professor Huang. “Ze gaan liever naar stadsziekenhuizen. Maar vaak willen ze zelf niet gaan, of wil hun familie niet dat ze gaan. Het is te duur, of ze hebben een leeftijd bereikt waarop ze niet zo nodig meer beter hoeven te worden.”
Wat de centrale regering in Peking betreft, is het ergste van de epidemie nu achter de rug. Het aantal mensen dat een koortskliniek bezoekt is in januari met 90 procent gedaald, en ziekenhuisopnames zijn met 85 procent gedaald. Maar analisten benadrukken dat er nog altijd mensen doodgaan.
Meer dan 80.000 doden zou Covid-19 in China veroorzaakt hebben, maar dat zijn alleen de mensen die in een ziekenhuisbed zijn gestorven. En zelfs die worden niet allemaal meegeteld. Alleen in hele specifieke gevallen mogen ziekenhuizen Covid-19 als doodsoorzaak opgeven. Dokters zijn dus gedwongen om andere oorzaken op de overlijdensakte te zetten.
Retorisch trucje
De vrouw van meneer Chen is één van de honderdduizenden die nooit in de overheidsstatistieken zullen meetellen. De hele familie van Chen was vorige maand aan het hoesten, maar alleen zijn vrouw Luo kreeg koorts. Omdat de lokale kliniek haar niet kon helpen, reed haar man van Heishancun, in het zuiden van de provincie Shaanxi naar het stadsziekenhuis van Shangluo. Een autorit van een uur door de heuvels.
“Eerst wilden ze haar niet opnemen omdat ze het virus had”, vertelt Chen. Hij leunt over zijn bakfiets op de markt van Heishancun, waar hij sokken heeft uitgestald om te verkopen. “Ik weet niet hoe zij dat wisten, want ze was niet getest. Uiteindelijk hebben ze haar opgenomen. Maar de volgende dag was ze dood.”
Volgens haar overlijdensakte was de doodsoorzaak een ‘hartaandoening’, maar Chen gelooft dat ze eigenlijk aan het virus is overleden. “Ik wist niet dat ze zo’n ziekte had.” Het is een retorisch trucje van het ziekenhuis, want de dood treedt immers altijd in wanneer een hart stopt met kloppen. Dat kun je een aandoening noemen – zonder te verduidelijken wat die aandoening veroorzaakt. Voor Luo betekent het dat ze niet is meegenomen in de officiële sterftecijfers.
Stapels formulieren geven inkijkje
In het administratiekantoortje van het crematorium in Shangluo zitten drie dames achter een computer, ieder met een stapel van zo’n honderd formulieren naast zich. Ze zijn de gegevens aan het invoeren in de computer. “De administratie van vorig jaar”, verklaart één van hen, een dame in een jas die met wit bont is afgezet. Maar de formulieren bovenop zijn gedateerd in januari 2023 – en alle drie de dames zijn al halverwege de stapel.
De stapels geven maar een klein inkijkje in wat er de afgelopen anderhalve maand in en rond Shangluo is gebeurd. “Bij het crematorium was er een wachttijd van wel acht dagen”, zegt Wang Shangmin, een medewerker van het plaatselijke uitvaartcentrum waar lichamen lagen opgebaard totdat ze konden worden verwerkt. “Normaal duurt dat niet langer dan een dag of twee.”
Maar alleen ambtenaren en hun families doen uitvaarten op de officiële manier. De boeren hier in het afgelegen, primitieve platteland mogen van de regering hun eigen tradities volgen. En dat betekent dat ze buiten de statistieken van deze pandemie blijven – er zijn dus veel meer doden dan de overheid opgeeft.
Families begraven hun geliefden in kleine tombes aan het einde van hun erf. Soms liggen graven aan de andere kant van de binnenplaats, soms diep in de heuvels, zoals die van Luo. “We hebben een mooi plekje voor haar uitgekozen in ons veld, maar dat is nogal ver weg”, zegt haar man.
Veel graven hebben gravures, en zijn voorzien van familienamen en jaarmarkeringen. Een enkel zeldzaam exemplaar dateert zelfs nog uit de 19de-eeuwse Qing-dynastie. In het heuvellandschap wachten gapende tombes in de helling – soms gevuld met takken of stenen – op het familielid voor wie het graf bestemd is. Eind januari zijn er veel graven met verse bloemen en andere kleurrijke decoraties; dat laat zien dat er recent een begrafenis heeft plaatsgevonden.
Nepgeld dat ritueel wordt verbrand bij begrafenissen
In een marktkraam in Heishancun verkoopt Yun You Ping stapeltjes nepgeld dat ritueel wordt verbrand bij begrafenissen. “Het is maar een bijbaantje. Maar vorige maand heb ik veel verkocht omdat er zoveel mensen stierven door de epidemie of door de kou.”
Yun legt uit dat gewoonlijk in dit dorp van 3000 inwoners elk jaar slechts een handvol sterft. “Nu, in de maand voor nieuwjaar, stierven er ongeveer honderd tegelijk.”
Het virus kon zich razendsnel door China verspreiden. Uit een recent rapport van Peking University blijkt dat op 11 januari al 91 procent van de bevolking van de zeer dunbevolkte provincie Gansu besmet was, gevolgd door de afgelegen provincies Yunnan (84 procent) en Qinghai (80 procent).
“Gezien de afgelegen ligging van deze regio’s is het waarschijnlijk dat het virus zich al door het land verspreidde vóór de regering begin december alle beperkingen ophief”, zegt professor Huang. Lokale overheden durfden mogelijk niet te vertellen hoe ver het virus al was doorgedrongen in de samenleving. Dat Peking de situatie al niet meer onder controle had, speelde waarschijnlijk mee bij het besluit om het meedogenloze coronabeleid los te laten. Al gaf het einde van het zerocovidbeleid het virus pas écht ruim baan, en kreeg het nog een extra duwtje door de miljoenen mensen die voor het Chinese Nieuwjaar naar hun geboortedorp reisden.
De echte omvang zal waarschijnlijk nooit bekend worden
De piek van deze golf is dan voorbij, wetenschappers verwachten dat het nog zo’n twee maanden duurt voor de brandhaard tot rust komt. Volgens data-analysebedrijf Airfinity duurde een gemiddelde uitbraak van covid in andere landen 65 tot 138 dagen. “Als de golf in China begin december is begonnen, is dat in lijn met de kortste duur van deze andere landen”, zegt analist Louise Blair. “Het is ook mogelijk dat er al vóór december meer verspreiding was in de gemeenschap, en als dat het geval is, verwachten we in de komende weken een kleiner aantal gevallen.”
Wat de echte omvang is, en hoe zwaar de Chinese plattelandsbevolking écht heeft geleden onder deze eerste corona-uitbraak zal waarschijnlijk nooit bekend worden. Al is het maar omdat veel mensen zich er liever niet over uitspreken.
Op de markt in Heishancun vertelt een verkoper van decoraties voor begrafenissen dat zijn bedrijf in januari veel drukker was dan normaal. “Alleen al in deze twee straten stierven vorige maand twintig mensen”, zegt hij met een armgebaar. Als twee lokale functionarissen opvallend tussen de spullen in zijn kraam komen snuffelen, verandert de koopman van toon. Het waren twintig mensen in een jaar, verduidelijkt hij. “Nee, minder dan twintig eigenlijk.”
Lees ook:
Chinezen staan er alleen voor nu de ‘totale volksoorlog’ tegen covid een nieuwe fase in gaat
De plotselinge verandering van China’s covidbeleid is een grote gok. De dodelijke gevolgen kunnen de partij zwaar beschadigen.