Armoede

Al z’n gesmeer ten spijt: Johan ziet steeds meer kinderen zonder lunch


'Johan de Boterhammenman' smeert een paar keer per week grote hoeveelheden boterhammen voor kinderen die zonder ontbijt of lunch naar school komen.  Beeld otto snoek
'Johan de Boterhammenman' smeert een paar keer per week grote hoeveelheden boterhammen voor kinderen die zonder ontbijt of lunch naar school komen.Beeld otto snoek

Er lijkt een einde te komen aan de Rotterdamse praktijk om uitkeringsgerechtigden te weren uit arme stadswijken. Toch is het gedachtegoed nog altijd springlevend.

Merijn van Nuland

Eigenlijk is het belachelijk dat hij dit werk überhaupt moet doen, zegt Johan Muurlink mopperend terwijl hij in een razend tempo boterhammen belegt met boter, ijsbergsla, kaas en tomaat. Vier ochtenden per week staat hij voor dag en dauw op om in dit Rotterdamse buurthuis brood te smeren, maar liefst 270 sneetjes per dag. Die gaan zo meteen naar Rotterdamse kinderen uit arme gezinnen die zonder lunch naar school zijn gestuurd. Het is een schande, vindt Muurlink, dat dit nodig is in een van de rijkste landen ter wereld.

Het begon vijf jaar geleden met een extra broodtrommeltje voor een hongerig klasgenootje van zijn zoon. Langzaam maar zeker kwamen daar andere kinderen bij, en toen andere scholen. Inmiddels rijdt “Johan de Boterhammenman” naar elf verschillende basisscholen in Rotterdam-Zuid. Hij is een graag geziene gast, deze Rotterdammer met zijn peper-en-zoutkleurige baard, gouden oorbellen en tatoeages, zowel bij schooldirecteuren als leerlingen zelf. “Al probeer ik het contact met de kinderen een beetje te vermijden, want als ik teveel armoede zie, ga ik liggen malen.”

Symbolisch voor armoede in Rotterdam-Zuid

Het werk van Muurlink is symbolisch voor de armoede waarin veel inwoners van Rotterdam-Zuid verkeren. In heel Rotterdam leeft zo’n 11 procent van de inwoners in armoede, wat sowieso al het hoogste percentage is van alle Nederlandse steden. Maar een buurt als Bloemhof - waar Johan zijn brood smeert - gaat daar met nog eens 6 procentpunt ruim overheen. Werkloosheid en schulden komen er veelvuldig voor, vaak in combinatie met een taalachterstand.

Al jaren probeert Rotterdam met man en macht om Bloemhof en andere armere wijken op te knappen. Daarbij worden onorthodoxe maatregelen niet geschuwd. Een van de opvallendste is de zogeheten Rotterdamwet (zie kader). Dankzij deze landelijke wet uit 2006 kan de gemeente woningzoekenden een huis weigeren in een armere buurt als zij geen inkomen hebben uit arbeid, pensioen of studiefinanciering. Een grote toestroom van uitkeringsgerechtigden zou de leefbaarheid van zo’n wijk alleen maar verslechteren, was de gedachte. De wet werd destijds behoorlijk breed − van links tot rechts − onthaald als een gewaagd maar revolutionair instrument.

Op losse schroeven

Maar nu staat de uitvoering van de wet op losse schroeven, en dat uitgerekend in de stad waarnaar ze vernoemd is. Leefbaar Rotterdam − met 10 zetels de winnaar van de gemeenteraadsverkiezingen van maart − blijft weliswaar achter haar geesteskind staan, maar andere politieke partijen lijken niet van plan om de omstreden wet zomaar te handhaven. Momenteel onderhandelt Leefbaar met de VVD, D66 en Denk over een nieuwe coalitie, en met name de laatste twee partijen zijn al tijden zeer kritisch over de wetgeving.

D66 (5 zetels) ziet de Rotterdamwet ‘het liefst verdwijnen’ uit de stad, staat te lezen in het verkiezingsprogramma. De partij wil in ieder geval de omstreden inkomenseis in artikel 8 niet meer toepassen, want “iemands inkomen zou geen rol mogen spelen in de toekenning van een woning”.

De fractie van Denk (4 zetels) gaat nog een stapje verder. Niet alleen artikel 8, maar de hele Rotterdamwet moet van de partij de prullenbak in. Volgens Denk leidt de wet tot ‘gebiedsverboden’ die de armoede niet bestrijden maar verplaatsen. Ook de VVD (6 zetels) bepleit een flinke inperking van de wet. Sinds 15 april past de gemeente het omstreden artikel 8 al niet meer toe, en het is zeer onwaarschijnlijk dat dit onder een nieuw college wordt hervat.

Een mogelijk afscheid van de Rotterdamwet uit de stad hangt al een tijdje in de lucht. De afgelopen jaren zwol de kritiek langzaam maar zeker aan, vooral nadat onderzoeken in 2015 en 2017 concludeerden dat de Rotterdamwet geen aantoonbaar positief effect heeft gehad op de leefbaarheid in de wijken. Zo nam het percentage werkenden in Bloemhof tussen 2014 en 2019 weliswaar met 9 procent toe, maar is het onmogelijk te zeggen of dit de verdienste is van de Rotterdamwet of van de aantrekkende economie. Bovendien ligt de gemiddelde arbeidsmarktparticipatie in heel Rotterdam nog altijd een stuk hoger.

Discriminatie of erger

Muurlink lacht schamper als hem wordt gevraagd of een buurt als Bloemhof de laatste jaren is opgeknapt. Hij heeft inmiddels “alle politieke mensen in zijn telefoon staan”, maar zag het aantal kinderen zonder lunch in de tussentijd alleen maar toenemen. En in al die tijd werd er geen enkel kind van de lijst afgehaald omdat de ouders ineens voldoende verdienden om zelf lunch te betalen. “Ik merk geen effect van de maatregelen, rijke mensen willen simpelweg niet in deze buurt wonen. Ze komen alleen als je gaat slopen en er mooie nieuwbouw voor in de plaats zet.”

De laatste jaren kwam daar nog een stevig kritiekpunt bij. Het uitsluiten van werkzoekenden was een vorm van discriminatie, of erger. Rabin Baldewsingh, ’s lands eerste nationaal coördinator tegen discriminatie en racisme, schaarde de Rotterdamwet onlangs in hetzelfde rijtje als de toeslagenaffaire. Hij zei afgelopen zaterdag in Trouw het ‘wrang’ te vinden dat de Rotterdamwet het mogelijk maakt om mensen te weren op basis van sociaaleconomische verschillen. “Wonen is toch een recht in Nederland? Nou, niet voor iedereen.”

In een recent interview noemde de Rotterdamse socioloog Gwen van Eijk de wet zelfs ronduit racistisch. Volgens haar hebben beleidsmakers de leefbaarheid altijd gekoppeld aan etniciteit: een migrantenwijk zou per definitie minder leefbaar zijn dan een wittere wijk. “Dat had alles te maken met het college van toen, waaraan ook de populistische partij Leefbaar Rotterdam deelnam. Doel was om wijken in Rotterdam rijker te maken, en witter.” Dit gevoel leeft ook bij Denk, een partij die een stevige achterban heeft onder Rotterdammers met een migratieachtergrond.

Of de Rotterdamwet daadwerkelijk verdwijnt, ligt vooral aan ‘het voortschrijdend inzicht’ bij Leefbaar Rotterdam, meent Richard Moti, lijsttrekker van de Rotterdamse PvdA. Zijn partij maakte de afgelopen jaren een flinke ommezwaai van gematigde voorstander tot felle tegenstander. “Leefbaar ziet zich als de hoeder van de Rotterdamwet. Maar na zestien jaar zonder duidelijk resultaat kun je toch alleen maar concluderen dat het anders moet? Mijn advies: blijf niet te lang hangen in dogma’s en partij-ego’s, het is geen schande om je te herbezinnen.” Leefbaar Rotterdam wil niet inhoudelijk reageren zolang de coalitieonderhandelingen lopen.

Nog lang niet doodverklaard

Is het gedachtegoed van de Rotterdamwet daarmee doodverklaard? Verre van. Het weren van uitkeringsgerechtigden is weliswaar uit de gratie, maar dat geldt niet voor het belonen van hardwerkende burgers. Zij krijgen op dit moment voorrang op 6.070 woningen in armere Rotterdamse wijken, en de gemeente wil dit verhogen naar liefst 16.063 woningen. Maar op een krappe woningmarkt gaat een beloning voor de één vaak ten koste van de ander. In deze stoelendans met gereserveerde plaatsen vallen de uitkeringsgerechtigden alsnog buiten de boot.

De schaduw van de Rotterdamwet reikt bovendien ver buiten de grenzen van de stad waarnaar ze is vernoemd. Waar de Maasstad langzaam afscheid lijkt te nemen, wordt de wet nog wel volop toegepast in andere Nederlandse steden met achterstandswijken. Schiedam stemde eind vorig jaar nog voor verlenging van de maatregelen, met 23 stemmen voor en 9 tegen. Tilburg verhoogde een jaar eerder het aantal ‘Rotterdamwet-woningen’ van 74 naar 700.

Ook in de gemeente Den Haag waart de geest van de Rotterdamwet nog rond. Begin dit jaar stelde de partij Hart voor Den Haag voor om de wet ook in de Hofstad in te voeren. Rita Verdonk − de nummer twee van de partij − lichtte op NPO Radio 1 het voorstel toe. Opvallend genoeg gebruikte ze daarbij precies dat ene argument dat volgens critici altijd al onder de oppervlakte sluimerde: het bewust uitsluiten van mensen met een migratieachtergrond.

“De Rotterdamwet zou ik ook graag invoeren in Den Haag”, zei Verdonk, die ten tijde van de invoering van de Rotterdamwet minister voor vreemdelingenzaken en integratie was. “De wet heeft er in Rotterdam voor gezorgd dat er in bepaalde wijken werd gezegd: we stoppen met de instroom van mensen uit andere landen, van migranten.” In Den Haag hadden de aanhangers van de Rotterdamwet overigens minder succes dan elders: het wetsvoorstel haalde het niet in de gemeenteraad.

Lees ook:

Rabin Baldewsingh: ‘Belastingdienst moet ‘institutioneel racisme’ erkennen’

Rabin Baldewsingh, de nieuwe Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, vindt dat zowel de Belastingdienst als de politiek de misstanden bij de dienst veel scherper moet veroordelen. ‘Hier was sprake van institutioneel racisme.’

Wat is de Rotterdamwet?

Sinds 2006 is de zogeheten ‘Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek’ van kracht. In de volksmond werd dit al gauw de Rotterdamwet genoemd, omdat de Maasstad al sinds de opkomst van Pim Fortuyn aandrong op harde maatregelen om verloederde stadswijken op te knappen. Rotterdam was dan ook de eerste stad die de maatregelen op gemeentelijk niveau invoerde.

De landelijke Rotterdamwet geeft gemeenten de bevoegdheid om de bevolkingssamenstelling van achterstandswijken, verloederde wooncomplexen en straten te beïnvloeden door selectieve woningtoewijzing. Uitkeringsgerechtigden en overlastgevers (die minder dan zes jaar in de regio wonen) kunnen geen woning krijgen op de aangewezen plekken, en meer welvarende woningzoekers krijgen juist voorrang. Het uiteindelijke doel: een gemêleerde woonwijk die meegaat in de vaart der volkeren.

Een positief effect van de wetgeving is nooit vastgesteld. Onderzoekers vonden weliswaar dat de bevolkingssamenstelling in de wijken is veranderd, maar zagen geen aantoonbare verbetering op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. Ondertussen werd de kritiek in de gemeenteraad heviger: de wet zou werkloze Rotterdammers discrimineren en mensen met een migratieachtergrond buitenproportioneel hard treffen. Sinds april wordt het meest omstreden deel van de wet niet meer toegepast in Rotterdam.

De Rotterdamwet is op zo’n 50.000 adressen in Nederland van toepassing. Het overgrote deel van deze adressen ligt in Rotterdam-Zuid, maar ook steden als Tilburg, Schiedam, Den Bosch, Vlaardingen en Zaanstad hopen met de wet hun achterstandswijken te verbeteren.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden