Nergens stijgt de temperatuur sneller dan op de Noordpool, maar het onderzoek daar ligt al jaren stil. Zonder de expertise en de bravoure van de Russen gaat het niet, schrijft poolreiziger Bernice Notenboom. En dat is slecht nieuws voor westerse klimaatwetenschappers.
“Rusland is geen Europa of Azië, Rusland is het noorden”, zegt Viktor Boyarski stellig. Russen, bedoelt hij, kunnen als geen ander functioneren en overleven in het onherbergzame, afgelegen Arctisch gebied. De poolreiziger en directeur van het Arctisch en Antarctisch Museum in Sint-Petersburg toont vergeelde prenten van drijvende ijsstations, krantenknipsels, medailles, foto’s van Stalin met arctische wetenschappers, onderzeeërs en ijsbrekers met Russische vlaggen op de Noordpool.
Dat Rusland ‘het noorden’ is klinkt logisch, met zijn 18.000 kilometer lange kust grenzend aan de Noordelijke IJszee, samen maar liefst 150 breedtegraden en negen tijdzones. Viktor en ik zijn bevriend geraakt door onze Noordpoolexpedities en met zijn connecties heeft hij talloze logistieke hobbels voor mij kunnen oplossen.
Maar nu lijkt het erop dat expedities naar de Noordpool voorlopig tot het verleden behoren; eerst was er covid, nu is er de oorlog in Oekraïne. En misschien is het afscheid ook wel voorgoed; klimaatverandering en verschuivende geopolitieke verhoudingen bedreigen het voortbestaan van de poolexpedities. Dat zou een catastrofe zijn voor de wetenschap.
Bernice Notenboom (1962) is klimaatjournalist en filmmaker. Ze schreef voor onder meer National Geographic en maakte de serie Klimaatjagers, uitgezonden door de VPRO. In 2018 publiceerde ze het boek Arctica, mijn biografie van de Noordpool.
IJsstation met sauna
Al jarenlang vertrekt vrijwel iedere poolreiziger – wetenschapper of toerist – vanaf Spitsbergen in Noorwegen naar Barneo, een drijvend ijsstation in internationale wateren. Het Russische bedrijf Vicaar zette Barneo twintig jaar geleden op, maar Vicaar bouwt voort op de arctische wetenschapsstations die de Russen al sinds 1921 jaarlijks inrichten en bemannen. Tegen betaling kun je er in de maand april, als de omstandigheden het gunstigst zijn, onderzoek doen op de 90ste breedtegraad en overnachten in het tentenkamp, met een kacheltje en een sauna!
In 2017 kocht de Zweedse miljardair Frederik Paulson Barneo, maar al snel bleek dat het station niet kon draaien zonder Russische expertise. In technologie, materiaal en arctische ervaring zijn de Russen ongeëvenaard, dus haalde Paulson ze snel weer aan boord.
Zonder de Russen gaat het niet. Ieder jaar in maart speuren ze met satellieten naar een stuk zee-ijs dat geschikt is om op te landen. Als dat is gevonden, vertrekt er vanuit Moermansk een vliegtuig met doorgewinterde parachutisten, een aantal tractoren en bulldozers. Met gigantische parachutes landen die machines op het ijs. En de parachutisten springen er achteraan. Zoiets doen alleen de Russen: wie springt er nu uit een vliegtuig boven de Noordpool?
Met de machines prepareren ze de landingsbaan, helikopters voeren benodigdheden en voorraden aan voor het tentenkamp. In een week moet het klaar zijn, er is haast bij. Wanneer eind april het zee-ijs begint te breken, gaat Barneo weer dicht.
Een scheur in de landingsbaan
Tijdens mijn eerste bezoek aan Barneo in 2007 zag ik van dichtbij hoe onverbiddelijk deze omgeving kan zijn. Een hevige storm had een scheur in de landingsbaan veroorzaakt, waardoor er geen vliegverkeer mogelijk was. Een noordenwind met snelheden tot 100 kilometer per uur beukte in op het zee-ijs, dat op drift was geraakt. Dat er een landingsbaan op drijfijs bestaat is op zich al absurd. Een groep wetenschappers zat al een week vast in het kamp en werd steeds ongeduldiger.
Toen de Antonov 74 waar ik in zat op het ijs landde, voelde het alsof we zonder enige controle over het ijs gleden. Na een kilometer kwam het toestel pas tot stilstand. Ik zag hoe een tractor een scheur in het ijs repareerde, de chauffeur in zwemvest, wat me niet onverstandig leek gezien de verhalen over tractoren die door het ijs zakken. In de grote tent zaten mannen te kaarten en borsjtsj te eten. Achter de geïmproviseerde keuken stonden uitpuilende kratten met lege wodkaflessen.
De wetenschappers haastten zich naar het vliegtuig dat direct terugging naar Spitsbergen. “Ik ben het zo zat”, zei een van hen. “Ik heb zes dagen niet geslapen. Alsof ik op een schip zat dat tussen de ijsschotsen heen en weer stuiterde in een storm.”
Nu zit er een gat in onze kennis
Hij zal spijt hebben van zijn woorden. Al voor het vijfde jaar op rij ging Barneo niet open dit jaar en kunnen wetenschappers hun werk niet meer doen. Dat heeft verstrekkende gevolgen. In het archief van het Arctisch Instituut in Sint-Petersburg ligt ruim honderd jaar wetenschappelijk onderzoek. Nergens ter wereld gaan de data over het ijs – de dikte ervan, de zoutconcentratie – maar ook akoestische, astronomische en weerobservaties zo ver terug.
Nu er al vijf jaar niet gemeten is, zit er een gat in onze kennis en dreigt de waarde van de historische data verloren te gaan. Want zonder een continue stroom aan gegevens is het moeilijk om het verband aan te tonen tussen opwarming van de aarde en de veranderende oceaan- en luchtcirculatie. Een van de belangrijkste onderzoeken vanaf Barneo is het meten van de dikte van de sneeuwlaag op het ijs. Sneeuw is als een warme deken: hoe meer sneeuw, hoe sneller het ijs eronder smelt. Alleen op de grond kun je de dikte meten, met satellieten kun je die niet zien.
De laatste keer dat Barneo openging was in 2018, maar door barre ijscondities was dat slechts voor twaalf dagen. De oorzaak: klimaatverandering. De periode dat er ijs ligt in het Arctisch gebied wordt steeds korter. Omdat de Noordpool functioneert als de airconditioning van de planeet, willen wetenschappers meten wat de opwarming er doet met het ijs en onderzoeken wat dit betekent voor de rest van de wereld.
De Oekraïense piloten willen niet meer
Toen werd het 2019 en raasde de covid-epidemie over de wereld. Vanwege reisrestricties was het kamp twee jaar dicht. Sinds de oorlog in Oekraïne vorig jaar uitbrak, gelden er sancties die westers-Russische samenwerking onmogelijk maken. Er is daarnaast een groot tekort aan gespecialiseerde ijspiloten. Dat waren veelal Oekraïners en die willen niet langer samenwerken met de Russen. Dus ging Barneo ook vorig jaar en dit jaar niet open.
En dan is er nog de spanning tussen Noorwegen en Rusland. Die dateert al van voor de oorlog, maar dit jaar zette de Noorse burgerluchtvaartautoriteit de zaak op scherp: ze ontzegde het Russische team dit seizoen de toestemming voor de 35 vluchten van Spitsbergen naar Barneo en terug. De Noren spraken hun bezorgdheid uit over de milieu-impact en verklaarden dat de vluchten en aanverwante activiteiten ‘niet verenigbaar zijn met het algemeen belang in dit kwetsbare gebied’. Dat klinkt mooi, maar de Noren willen ook graag hun eigenbelang in het Noordpoolgebied beschermen.
Er gaan geruchten dat Barneo zich, als het weer opengaat, op de Aziatische markt zal richten. Chinese, Japanse en Koreaanse wetenschappers zouden hun onderzoek in het Arctisch gebied graag uitbreiden. Het kamp zou dan niet langer in de internationale, maar in Russische territoriale wateren worden opgebouwd en niet vanuit Spitsbergen, maar vanaf Moermansk te bereiken zijn.
Van wie is die Noordpool?
De oplopende geopolitieke spanning roept de vraag op: van wie is de Noordpool eigenlijk? Een belangrijke motivatie om het gebied op te eisen zijn de enorme reserves aan mineralen, olie en gas die men er denkt te kunnen vinden nu het ijs smelt.
Voor een deel is het duidelijk van wie de Noordpool is: ligt het Arctisch gebied binnen landsgrenzen, dan wel binnen de exclusieve economische zone (de 370 kilometer zee vanaf de kust), dan kan een land het claimen. Zo is 53 procent van de Noordpool Russisch grondgebied.
Buiten die exclusieve economische zone wordt het ingewikkeld. Landen moeten bewijzen dat het deel van de pool dat ze claimen een extensie is van de continentale plaat waar hun land aan vastzit.
Tot nu toe hebben Rusland, Canada en Denemarken ieder zo’n claim gelegd, maar aantonen dat een deel de Noordpool jouw land toebehoort is best complex. Landen moeten gedetailleerde informatie verschaffen over de vorm van de zeebodem en het sediment ter plekke. Die kunnen ze alleen verzamelen met ijsbrekers, uitgerust met een sonar die de topografie van de zeebodem inventariseert en met seismische metingen en laagfrequente explosies.
En toen plantte Rusland een vlag
De spanningen laaiden op toen Rusland in 2007 een titaniumvlag plantte op de zeebodem onder de Noordpool, al was de Russische claim erop afgewezen bij gebrek aan data. Het zal jaren, misschien wel decennia duren voordat er een uitspraak komt over de overlappende arctische claims. En wie de wetenschappelijke wedstrijd wint, wacht nog een diplomatieke strijd.
Er ligt ook een voorstel om de Noordpool internationaal te maken, zoals Antarctica, als een teken van vrede. Dat lijkt, gezien de huidige politieke onrust, een even verstandig als lastig haalbaar idee.
Sinds 1996 is er de Arctische Raad, het enige permanente forum voor milieubescherming en bevordering van duurzame ontwikkeling in het gebied. Maar de verhoudingen in die Raad staan sinds de oorlog in Oekraïne onder druk. Rusland was de afgelopen twee jaar voorzitter, maar kon weinig doen omdat de andere leden – Canada, Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden en de VS – niet met Moskou willen samenwerken. De boycot van de zeven heeft niet de steun van belangrijke waarnemende leden uit Azië, zoals China en India.
Nieuwe vliegvelden, gedumpt kernafval
Half mei neemt Noorwegen het voorzitterschap over. Of de Arctische Raad zijn werk kan voortzetten zonder Rusland is de vraag. Decennialang werkten wetenschappers van de arctische naties samen en zonder Rusland zijn ze behoorlijk onthand, want zoals gezegd: 53 procent van het Arctisch gebied is Russisch.
Rusland was voorvechter van de Polar Code, die scheepvaart veiliger wil maken in de Noordelijke IJszee, en in 2021 trad een overeenkomst in werking die ongereglementeerde commerciële visserij in de centrale Noordelijke IJszee moet voorkomen, bindend voor landen als China, Zuid-Korea en Japan.
Nu Rusland geografisch geïsoleerd raakt, ontbreekt toezicht op de Noordelijke IJszee en kunnen de Russen doen wat ze willen. Nieuwe militaire vliegvelden worden gebouwd op arctische eilandjes, kernafval gedumpt in de Noordelijke IJszee en er worden nieuwe olie- en gasvelden aangeboord langs de kust, zodat de waar makkelijk naar Azië kan worden getransporteerd.
Sinds de annexatie van de Krim in 2014 beschouwt Moskou Peking als de belangrijkste bron van kapitaal voor de ontwikkeling van de Noordelijke Zeevaartroute die langs de Russische kust voert. Russisch LNG kan via deze route sneller en goedkoper met ijsbrekers naar Azië worden getransporteerd dan via het Suezkanaal.
Camaraderie, geen ego’s
In het Arctisch Museum in Sint-Petersburg hangt een foto van dappere Oekraïense piloten poserend voor hun Antonov-vliegtuig op het ijs. Achter hen wapperen de Russische vlaggen van Barneo. Viktor en ik kijken met weemoed naar het plaatje, wetend dat dit waarschijnlijk nooit meer zal gebeuren.
Ik denk terug aan die reddingsactie met een Russische MI8-helikopter toen een Amerikaanse poolreiziger door het ijs zakte. Op het ijs gelden andere wetten: camaraderie, delen van wetenschappelijke data, elkaar ondersteunen in dit meedogenloze klimaat, ongeacht welke nationaliteit. Op de Noordpool bestaan geen ego’s of machtsspelletjes; daar ben je tot elkaar veroordeeld.
Klimaatverandering gaat sneller op de Noordpool dan waar dan ook. De gemiddelde temperatuur in de zomer is er de laatste jaren met zo’n 7 graden gestegen, veel meer dan in de rest van de wereld. In het belang van de wetenschap hebben we de Russen keihard nodig.
Lees ook:
Ko de Korte is verslingerd aan het poolgebied. ‘Zo jammer dat het landschap waar ik van houd verdwijnt’
Een schip met vijftig wetenschappers voer deze maand rond Spitsbergen om het veranderende klimaat te onderzoeken. Aan boord: de nestor van het Nederlandse poolonderzoek, Ko de Korte. Hij bezocht opnieuw de plek waar hij in 1968 meer dan een jaar ijsberenonderzoek deed.