BoekrecensieRoman
Salman Rushdie is met ‘Victoriestad’ terug in India, en hoe
Nog voordat hij werd neergestoken, schreef meesterverteller Rushdie Victoriestad. Met aanstekelijk plezier vertelt de auteur een sprookjesachtig verhaal waarvan de slechte afloop onafwendbaar lijkt.
In 2021 liet Salman Rushdie weten dat hij het na tien jaar van vooral in Amerika spelende romans tijd vond om terug te keren naar zijn geboorteland India. Met het afgelopen week gelijktijdig in Engels en Nederlands verschenen Victoriestad lost hij die belofte in. Wel was dit boek bijna zijn zwanenzang geworden. Zoals bekend werd de auteur zes maanden geleden tijdens een lezing in de omgeving van New York aangevallen. Hij belandde met talloze messteken in het ziekenhuis.
Gelukkig overleefde hij de aanslag, maar hij verloor wel het zicht in één van zijn ogen. Deze week sprak hij voor het eerst over het voorval in een zinderend portretterend interview in The New Yorker – ook over hoe dat de ontvangst van Victoriestad zou beïnvloeden.
Onmiskenbaar leest de roman als persoonlijke victorie van Rushdie over degenen die erop uit zijn om gehoor te geven aan de fatwa die in 1989 over hem is uitgesproken. Victoriestad speelt in zuidelijk India in de veertiende eeuw. De geschiedenis van Bisnaga, de stad van de titel, begint bij Kampila, ‘de oude koning, wiens rollende hoofd alles in beweging zette’. Pampa Kampana, een negenjarig meisje, is getuige van de veldslag die de koning het leven kost. Na de dood van Kampila en de ineenstorting van het koninkrijk gaan de weduwen van zijn krijgers volgens plaatselijk gebruik massaal over tot zelfverbranding.
Pampa Kampana staat hand in hand met haar moeder naar de afschuwelijke scène te kijken. Dan maakt haar moeder zich los en loopt ‘heel langzaam maar vastberaden naar voren om zich bij het vreugdevuur van de dood te voegen zonder zelfs maar afscheid te nemen’. Hoewel het meisje voor haar verdere leven door deze gebeurtenis getekend blijft, is haar verhaal niet alleen maar triest en troebel.
Zwierige zinnen
Vanaf pagina één sleurt Rushdie zijn lezer mee in zijn karakteristieke, lang uitrollende en zwierige zinnen, vol aanschouwelijke details en stilistisch vertoon – maar toch ook licht en speels. Zo beschrijft hij de koning als een ‘tweederangs raya die net lang genoeg op zijn derderangs troon zat om een vierderangs fort te bouwen op de oever van de Pampa, om er een vijfderangs tempel in te zetten...’ en zo verder.
Rushdie vertelt met humor en aanstekelijk plezier, zelfs wanneer het gaat over groteske gruwelijkheden als de brandstapel die is gemaakt van geparfumeerd sandelhout met ‘een overvloed aan kruidnagels en knoflook en komijnzaden en kaneelstokjes eraan toegevoegd, alsof de brandende dames werden bereid als een goed gekruide schotel voor het gastronomische genot van de zegevierende generaals van de sultan...’
Na de dood van haar moeder besluit Pampa Kampana dat haar verdere bestaan in het teken zal staan van gelijkheid en liefde. Ze zal ‘de dood uitlachen en haar gezicht naar het leven keren. Ze zou niet haar lichaam offeren louter om dode mannen naar het hiernamaals te volgen.’ Vanaf dat moment wordt ze vervuld door geest en stem van de godin Parvati en krijgt ze de beschikking over bovennatuurlijke krachten. Niet alleen sticht ze de glorierijke stad Bisnaga, ze vereeuwigt deze stad ook in het epische gedicht Victorie en Nederlaag.
Een van de belangrijkste oogmerken die ze nastreeft bij het stichten van Bisnaga is gelijkheid, om het patriarchaat van zijn macht te ontdoen en de diverse genders, kasten en klassen tot hun recht te laten komen. Deze roep om inclusiviteit herhaalt Rushdie wat al te vaak en geforceerd. Geleidelijk aan weeft ze uit haar persoonlijke bestaan en de tragische geschiedenis van de stad een fraaie tapisserie. De dood verliest zijn macht over haar. Als haar beide ogen blind gestoken worden, gaat ze toch door met schrijven.
Het boek Victoriestad is zo een hervertelling van dit pas naderhand ontdekte antieke geschrift van Pampa Kampana, over de 250 jaar durende opkomst en ondergang van het fantasmagorische imperium Bisnaga. Door de latere tekstbezorger is het hier en daar van commentaar voorzien. Het resultaat is een gelaagde vertelling die bestaat uit de oorspronkelijke gebeurtenissen, het epische verslag (een pseudo-saga in het Sanskriet) van Pampa Kampana via de stem van de godin, het commentaar van de tekstbezorger en daar dan bovenop het dirigeerstokje van de auteur Salman Rushdie die in dit breed samengestelde orkest toon en ritme houdt.
De geschiedenis van Bisnaga is in feite de zoveelste versie van een oerverhaal over alle imperiums. Een geschiedenis waarin goed en kwaad met elkaar verstrengeld raken en zich in een tragische richting ontwikkelen als idealen vertroebeld worden door hoogmoed, fanatisme of waanzin.
Zo biedt Victoriestad een satirische afspiegeling van de grote mensengeschiedenis, maar ook een analyse van de menselijke aard. We kunnen ervan leren om kritisch naar onze eigen verhalen te kijken: hoe gemakkelijk het is om van een afstand te zien wat er zoal speelt en hoe dingen beter kunnen. Maar zo lang je er nog middenin zit, blijkt het vrijwel onmogelijk om een foute afloop te voorkomen. En waarom? Omdat de mens wordt beheerst door wedijver, wraakzucht, machtswellust en haat.
Eindeloos defilé
Rushdie laat met Victoriestad nogmaals zien dat hij een meesterverteller is. Wel moet je gediend zijn van zijn liefde voor het detail en zijn neiging om zijpaden in te slaan. Dit zorgt voor een eindeloos defilé van personages, familieverbanden, elkaar opvolgende dynastieën en alle historische gebeurtenissen die daarbij horen.
Zo vernemen we hoe Pampa als banneling met haar achter-achter-achter-achter-kleindochter probeert de troon te heroveren, terwijl je daarvoor al de verhalen over de voorafgaande generaties hebt meegekregen.
Gelukkig behoudt Rushdie’s stijl steeds zijn satirische inslag en zorgt zijn magisch-realistische kijk voor een sprookjesachtige werkelijkheid waarin mensen kunnen vliegen en vogels kunnen praten. Al knipogend ontwapent hij de lezer. Je schort je scepsis graag even op om ontvankelijk te blijven voor de kern van zijn roman: hoe wat allang niet meer bestaat, of nooit heeft bestaan, dankzij de kracht van de verbeelding tot leven kan komen en voortleven.
Salman Rushdie
Victoriestad
(Victory City)
Vert. Karina van Santen en Martine Vosmaer.
Pluim; 352 blz. € 26,99