Farah Karimi: ‘Ik zie het nog voor me: kinderen zonder schoenen, zelfs als het sneeuwde’.

De zintuigen vanFarah Karimi

Politica Farah Karimi: Ik blijf knokken voor vrijheid en democratie, het alternatief is te duister

Farah Karimi: ‘Ik zie het nog voor me: kinderen zonder schoenen, zelfs als het sneeuwde’.Beeld Patrick Post

Kijken, horen, voelen, ruiken, proeven, intuïtie: onze zintuigen maken wie we zijn. Deze week: Farah Karimi (62), senator voor GroenLinks, die als student Iran ontvluchtte. De huidige protesten in haar moederland raken haar diep. ‘Ik geloof in democratie en rechtsstaat, en daar geef ik geen millimeter aan toe.’

Rick Pullens

VOELEN (1) - Afkomst laat zich niet onderdrukken

“De dood van Mahsa Jini Amini, in september in Iran, was zo’n verschrikkelijk groot onrecht. Een jonge, 22-jarige vrouw, met haar ouders op familiebezoek in Teheran, in vakantietijd, wordt opgepakt omdat haar hoofddoek niet goed zit, in elkaar geslagen en drie dagen later is ze dood. Het raakte mij diep.

Het nieuws over haar dood, en ook haar arrestatie al, leidde meteen tot protest. Niet eerder vonden er in de 44 jaar dat de Islamitische Republiek Iran bestaat, zo uitgebreid protesten plaats, verspreid over het hele land, alle etniciteiten, klassen en sociale groepen. Mahsa Jini Amini blijkt het ideale symbool voor de permanente onderdrukking in het land: ze is jong, vrouw, soenniet – een religieuze minderheid – en komt ook nog eens uit het Koerdische deel van Iran.

Die breedgedragen reactie op haar dood was zo hoopgevend. Inmiddels is het meer hoop en vrees, naast woede, want die blijft, door die verschrikkelijke reactie van een regime dat gericht mensen doodt. Toch zijn de protesten nu al ruim vier maanden gaande. ‘Dood aan de dictatuur, dood aan Khamenei’, klinkt het, slogans die niet eerder zo nadrukkelijk werden uitgesproken.

Dat het regime de situatie maar niet de baas kan worden, geeft nieuwe hoop. Net als de enorm mobiliserende kracht die is vrijgekomen in buitenland, bij de ­diaspora althans. De politiek reageert helaas anders, Nederland en de EU zijn ongelooflijk aarzelend en traag: de Iraanse Revolutionaire Garde had allang op de lijst van terroristische organisaties moeten staan.

Farah Karimi ­(Garros, Iran, 1960) ­studeerde industrieel ontwerp aan de Technische Universiteit van Isfahan en sloot zich als student aan bij de volksmoedjahedien, een organisatie die (gewapend) verzet pleegde tegen het ayatollah-regime. In 1983 vluchtte ze naar Duitsland en kreeg politiek asiel. In 1989 kwam ze naar Nederland.

Karimi studeerde internationale betrekkingen in Groningen. Van 1998 tot 2006 zat ze in de Tweede Kamer voor GroenLinks, als woordvoerder ontwikkelingssamenwerking, Europese zaken en buitenlands beleid. Van 2008 tot 2018 was ze algemeen directeur van ­Oxfam Novib. In 2019 werd ze lid van de Eerste ­Kamer namens GroenLinks.

Karimi is getrouwd en woont in Den Haag. Over haar leven schreef ze het boek Het geheim van het vuur (2005). Anderhalf jaar geleden verscheen In naam van de vrijheid (2021) over twintig jaar war on terror na 9/11.

De diaspora is juist heel actief. Ik sprak bij een ­demonstratie hier in Den Haag een man die ook uit Iran is gevlucht. Hij vertelde de afgelopen jaren alleen maar bezig te zijn met zijn bestaan hier, maar nu weer het gevoel te hebben tot leven te komen, door de ­energie die hij krijgt door wat er in Iran gebeurt. Een soort feniks-ervaring, hij was in as maar voelt zich ­herboren. Dat vind ik mooi om te horen.

Het is zo herkenbaar ook. Ik vraag me wel af waarom de recente gebeurtenissen zo onder de huid gaan zitten. Waarom is dit moment zo bepalend voor mij? Dat het regime bruut is, weet ik, ik heb het persoonlijk ervaren. Mijn contact met Iran is bovendien alleen maar minder geworden – mijn ouders leven niet meer, mijn oudste broer is overleden. Ik heb wortel geschoten in Nederland, ik heb kleinkinderen hier. Het ene wordt zwakker, het andere sterker. Toch is het exact wat die man zei: we hebben iets onderdrukt.

Ik ben altijd heel rationeel geweest, zo van: ik neem afstand van Iran, want ik zit in de Nederlandse politiek en doe mijn werk naar eer en geweten namens de Nederlandse bevolking. Dat gevoel is niet veranderd, maar ik heb wel te lang gedacht: om dit te kunnen doen moet ik dat andere deel van mij onderdrukken.

Dat doe ik nu niet meer. Voorheen zei ik: ik ben een Nederlander. Punt. Nu zeg ik bewust: ik ben een Iraanse-Nederlander.”

KIJKEN - Kijk niet alleen, neem echt waar

“Vroeger op weg naar school in Teheran, ik was een brugklasser, liep ik altijd langs slums. Ik zie het nog voor me: kinderen zonder schoenen, zelfs als het sneeuwde, die voor hun tent naar me stonden te kijken. Met van die ogen vol verlangen. Elke dag realiseerde ik me: ik ga wél naar school, zij niet.

Dat is de kracht van waarnemen, dat gaat verder dan zien – pijn wordt pas zichtbaar als je iets echt waarneemt. Ik zag in de ogen van deze kinderen dat ze net als ik in warme kleren, met schoenen aan, een sjaal om en een tas in de hand naar school zouden willen gaan. Dat greep me zo aan. Ik schreef een lang, woedend ­opstel: waarom kunnen deze kinderen niet naar school? Waarna de directeur van mijn school mij waarschuwde: ‘Farah, doe dat niet nog een keer, wees voorzichtig’.

Ik was me al jong bewust van onrecht, ik zag de ongelijkheid onder het bewind van de sjah. Daar mocht je niet vrij over spreken, je kon in de gevangenis belanden. Toch had ik een enorme drang om positie te kiezen en iets te doen. Die drijfveer is nooit veranderd, het is een constante factor in mijn leven. Ik heb inmiddels zoveel ellende gezien, vanwege mijn werk, bijvoorbeeld als directeur van Oxfam-Novib. Maar het went nooit, het zien van armoede en onrecht, het grijpt me altijd aan.

In 2015 trof ik in kamp Moria op Lesbos een 22-jarige Syrische vrouw met een twee maanden oude baby, een paar uur eerder was ze aangekomen. Ze had de gevaarlijke boottocht uit Turkije overleefd en zat nog vol adrenaline. Ik weet nog dat ik daar stond en dacht: dit had ik kunnen zijn. Ik was even oud toen ik naar Europa vluchtte, met mijn zoon in mijn armen.

In de media en politiek gaat het vaak over aantallen, bijvoorbeeld in het vluchtelingendebat. Maar het begint met het besef dat het hier om mensen gaat. Probeer je te verplaatsen in de ander, maak connectie vanuit je mens-zijn. Dat is zo belangrijk. Ook als politicus.

En besef dat dit soort ellende ons allemaal kan overkomen. Een collega-parlementariër uit Oekraïne zei onlangs bij een vergadering van de parlementaire assemblee van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa: ‘Een jaar geleden had ik nooit kunnen vermoeden dat ik het hier zou hebben over 7 miljoen Oekraïners die op de vlucht zijn’. Die uitspraak raakt voor mij echt de kern.”

VOELEN (2) - Sta voor de keuzes die je maakt

“De Iraanse Revolutie in 1979 leverde niet op wat we er van hadden gehoopt. De sjah was weg, maar er kwam een islamitisch fundamentalistisch regime voor in de plaats, met een religieuze elite die zichzelf ook verrijkte en zich het exclusieve recht toeschreef om te definiëren hoe mensen moeten leven, tot in de slaapkamer aan toe. Het was nog erger dan voorheen, een totaal gebrek aan vrijheid. Daar ging ik tegenin. Niet zonder risico: op een dag werd ik opgepakt, ik heb een week gevangengezeten.

Toen ik onverwachts weer vrijkwam heb ik de belangrijkste les in mijn leven geleerd. Thuis bij mijn ouders kwamen allemaal familieleden langs, ze waren zo blij dat ik nog leefde. Tijdens een van die gesprekken haalde mijn vader een Perzisch gezegde aan, iets als: wie aan het spel meedoet, heeft plezier, maar kan ook hard vallen. In feite zei hij: ‘Als zij wil opstaan tegen dit regime, kan dat, maar dan heeft dat consequenties’. Dat moment zal ik nooit vergeten.

Het is een les waar ik me sindsdien altijd bewust van ben: je maakt een keuze en daar moet je voor gaan staan, ook als de consequenties pijnlijk zijn. Ik heb mijn moederland moeten verlaten, ik leef al veertig jaar in ballingschap. Ik kon niet tegemoetkomen aan mijn vaders laatste wens, hij wilde mij nog zo graag zien voor zijn dood, maar in Iran ben ik mijn leven niet zeker. En ik kon niet bij de begrafenis van mijn ouders zijn.

Toch ben ik blij met de keuzes die ik heb gemaakt. Ook met de beslissing om te breken met de volksmoedjahedien, de verzetsbeweging waarbij ik mij had aangesloten en waarvoor ik mijn eerste jaren in Europa nog actief was – toen ik in Duitsland en Parijs woonde. Die groepering werd een soort sekte; je moest doen wat de leiding zei, als individu was je niets. Als deze mensen morgen in Iran de macht zouden hebben, zou het net zo verschrikkelijk zijn als onder het islamitische regime. Toen ik dat inzicht had, wist ik: ik moet hier weg.”

‘Voorheen zei ik: ik ben een Nederlander. Punt. Nu zeg ik bewust: ik ben een Iraanse-Nederlander.’ Beeld Patrick Post
‘Voorheen zei ik: ik ben een Nederlander. Punt. Nu zeg ik bewust: ik ben een Iraanse-Nederlander.’Beeld Patrick Post

RUIKEN - De geur van rozenwater en kardemom, dat is thuis

“Mijn moeder stond vroeger heel vaak in de keuken. Misschien dat ik daarom niet van koken houd: ik heb er altijd aversie tegen gehad om mijn bestaan te definiëren middels de keuken, wat veel gebeurde bij vrouwen in Iran. Maar toch, als iets me doet denken aan mijn kindertijd zijn dat de geuren van het eten: rijst met saffraan, rozenwater, kurkuma, kardemom. Dat is thuis. Dat zit heel erg diep.

Er waren altijd wel gasten over de vloer, daarom stond mijn moeder zo vaak in de keuken. Toen ik als 22-jarige Iran ontvluchtte en via het Koerdische noordwesten de grens probeerde te bereiken, heb ik zelf ervaren hoe waardevol gastvrijheid is. De mensen in die dorpjes daar hadden niets, behalve zoete thee en droog brood, maar deelden dat met alle liefde met mij.

Dat heb ik zo vaak gezien, op werkbezoeken, in vluchtelingenkampen, in de armste gebieden: mensen hebben weinig, maar blijven bereid te delen. Gastvrijheid is zo’n belangrijke waarde. Ik houd niet van alledaags koken, maar als ik gasten krijg, sta ik heel blij in de keuken.”

INTUÏTIE - Doorleef je waarden en vertrouw erop

“Ik ben heel rationeel, maar handel ook vaak intuïtief. Op een recente Iran-manifestatie kwam er een vrouw naar me toe die in tempo begon te vertellen over haar dochter die vastzit in Iran. Mijn eerste gedachte was: ik kan als politicus niets voor je betekenen, ik kan haar dochter immers niet terug naar Nederland halen. Ik reageerde anders. Ik omarmde haar, ging zitten en luisterde. Dat besloot ik in een seconde, een intuïtieve actie.

Ik reageerde vanuit een waarde die voor mij belangrijk is, de waarde waar we het zojuist over hadden: zie altijd de mens in de ander. Ik heb die waarde inmiddels doorleefd en durf dus op die ervaring te leunen. Volgens mij is dat wat intuïtie werkelijk is.”

HOREN - Luister naar de toekomst

“Mijn hele leven strijd ik al voor vrijheid en democratie, maar het wrange is dat er tegenwoordig juist meer dictatuur, oorlog en terreur in de wereld is dan voorheen, kijk maar naar Irak, Syrië of Afghanistan. De war on terror, het westerse antwoord op de aanslagen van 9/11, is op alle vlakken faliekant mislukt. Wie aanslagen pleegt, moet vervolgd worden en voor de rechter worden gebracht, maar een heel land bombarderen en denken dat je daarmee vrijheid en democratie brengt, nee, dat werkt niet.

Democratie en rechtsstaat hebben nog steeds een enorme aantrekkingskracht. Alleen heeft dat idee in veel landen niet gebracht wat ervan werd verwacht. Met alle gevolgen van dien. Ik maak me grote zorgen over Afrikaanse landen als Mali en Niger, waar de voedingsbodem voor terreur juist groeit. En wat doen wij hier ondertussen? Ja, we hebben een minister van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, maar weet jij hoe ze heet? Heb je ooit een visie van haar op dit probleem gezien? Nee, het hele beleid draait om bedrijven, handel, het Nederlandse bedrijfsleven moet er beter van worden.

Ik geloof in de democratie en rechtsstaat, ik geloof dat die het waard zijn om voor te knokken en daar ga ik geen millimeter aan toegeven. Want de alternatieven zijn duister, dat zie je in Iran. Kies voor diplomatie en de dialoog. Ga in gesprek, maar doe nooit concessies aan je eigen waarden.

Veertig jaar geleden was ik mijn leven niet zeker in Iran. Het was de vraag of ik mijn vlucht wel zou overleven. Homam, mijn zoon, is onderweg geboren. Ik heb met hem in afschuwelijke situaties gezeten, maar we hebben het samen gered. Ik heb voor hem gevochten als een leeuw – zijn naam betekent ‘vrij mens’.

Dat wij nu samen in dit land zo wortel hebben geschoten en dat er twee prachtige kleine jongens bij zijn gekomen, mijn kleinkinderen, maakt het zo de moeite waard om te blijven knokken. Dat vind ik zo ongelooflijk hoopgevend. De toekomst is voor mij het belangrijkst. Ja, dat is hoop.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden