Zelf doenMerel Kamp
Ongevraagde tips voor de doorgewinterde mansplainer
“Heeft u een houtboor diameter 8?”, vraag ik de man van de ijzerwarenwinkel. Hij reikt me een metaalboor aan.
“Dit is een metaalboor”, zeg ik. De ijzerwarenwinkelman kijkt geërgerd, betrapt. “Hiermee gaat het ook wel, hoor.”
“Dat denk ik niet”, antwoord ik, “want...” De ijzerwarenwinkelman onderbreekt me en legt me uit hoe je een gat boort.
“Dus u heeft geen houtboor in die diameter?”, vraag ik.
Met haar inmiddels canonieke essay Men Explaining Things to Me (2008) zette de Amerikaanse schrijver Rebecca Solnit wat zij noemt ‘mannelijke arrogantie’ op de kaart.
Ongevraagd advies
Inmiddels worden uitingen hiervan onder de term mansplaining gevat: man legt vrouw (ongevraagd) op belerende toon dingen uit. Solnit vertelt in haar essay hoe zij op een feestje haar eigen boek uitgelegd krijgt door een man die er een recensie van las. Een vriendin van Solnit moet tot drie keer toe zeggen: “Zij heeft dat boek geschreven”.
Wie zich als vrouw presenteert en een ijzerwarenwinkel bezoekt, kan rekenen op mansplaining. Een bescheiden vraag wordt al snel gezien als een uitnodiging tot een bevoogdende monoloog. Toen ik laatst met een slijptol waarvan de schijf muurvast zat (ik had werkelijk alles al geprobeerd) naar een ijzerwarenwinkel ging, zei de man achter de balie: “Kijk, je moet hem zo draaien.”
Ook in afwezigheid van een vraag komen mansplainers in actie. Als reactie op mijn essay over de waarde van maken in dit magazine, kreeg de redactie berichten van mannen die mij onder andere vertelden dat mijn haar op de foto te dicht bij de boor hing. Deze mannen was niets gevraagd.
Als het gaat om gendered kennisgebieden, is deze neiging nog sterker. En of we nu willen of niet: klussen en maken zijn nog altijd doordrenkt met mannelijkheid. ‘Maar die mannen willen helpen!’, hoor ik sommige lezers denken. Die wens alleen al is niet apolitiek en ook niet per definitie ingegeven door hulpvaardigheid. En nee, het gaat niet om een universele fout van de man. Solnit zegt het mooi: een deel van de mannen zit vast op die kruising van ‘overconfidence and cluelessness’ (vrij vertaald: overmatig zelfvertrouwen en (sociale) toondoofheid).
Tips
Hier geen tips om je te wapenen tegen klus-mansplainers. Vrouwen krijgen al genoeg uitgelegd. We draaien de rollen om: ongevraagde tips voor wie op het punt staat een klus te mansplainen.
Stop! Ga allereerst na of jou een vraag gesteld werd. Zo nee: Luister! Of maak je geruisloos uit de voeten. Is er wel een vraag gesteld? Herhaal dan de vraag gevolgd door controlevragen: ‘Heb ik je vraag goed begrepen?’, ‘wil je mijn hulp?’
Weet je het antwoord op de vraag niet, of heb je geen verstand van zaken zeg dan: ‘Dat weet ik niet.’
Voor de gevorderde mansplainer: zet een stopwatch zodra je begint met praten. Langer dan 30 seconden aan het woord? Tijd om even te checken of er nog wel een publiek is.
Per ongeluk toch gemansplained? Kan gebeuren. Ontleren is moeilijker dan leren. Verontschuldig je en ga terug naar de basis: lees het essay van Solnit. Morgen een nieuwe kans.