null Beeld

Het fotoalbum van

Mijn zus werd een beetje mijn moeder

Aan haar overleden zus Henny Eefting-Van der Struik heeft Truus Groothuis (82) veel te danken. ‘Als zij er niet was geweest, weet ik niet of ik het wel zo goed had gered.’

Noor Hellmann

“Mijn moeder was heel trots op ons. Ze wilde dat we er keurig uitzagen, met grote strikken in het haar. Ze konden niet stijf ­genoeg gesteven zijn. Ook toen ik al negen was en er helemaal geen zin meer in had moest ik naar school met zo’n strik op mijn hoofd. De foto is in 1943 of ’44 gemaakt, ik was drie, Henny twaalf. Ze was een heel mooi meisje met grote ogen en zwart haar. Als we de kerk in kwamen keken de mensen opzij.

Door het leeftijdsverschil speelden we niet samen. Ze vertelde over dingen van school, leerde me gedichten en een liedje uit het Forellenkwintet van Schubert. Thuis waren we niet zo van de klassieke muziek, maar we zongen graag. We hadden een landbouwbedrijf in Kibbelveen. Die naam verwijst naar het gekibbel van de turfgravers over het veen. Het was twaalf ­kilometer fietsen naar de hbs in Emmen waar ik naartoe ging. Als het hard stormde, kwam Henny me op de solex tegemoet zodat ik dat stuk niet alleen hoefde te fietsen tegen de wind in.

Zijzelf had mulo gedaan en volgde daarna cursussen omdat ze een kantoorbaan wilde. Heel bijzonder in de jaren vijftig: een meisje van het platteland dat ging doorleren. Mijn vader vond het belangrijk dat zijn dochters zich ontplooiden. Maar zonder spijt liet ze haar ambities varen toen ze verkering kreeg met een boerenzoon en met hem trouwde.”

Mama wordt niet beter

“Tweeëntwintig was ze, de toekomst leek zorgeloos, tot mijn moeder vrij gauw na hun trouwen kanker kreeg. De ziekte K heette het bij ons, er werd niet veel over gesproken. Henny, die met haar man aanvankelijk naast onze boerderij woonde, kwam elke dag helpen. We hadden destijds geen elektriciteit en geen stromend water – haar handen waren kapot van al het wassen. Ik ging naar de middelbare school en kreeg daardoor minder mee van de zorgen thuis. Henny ving alles op en zij was ook degene die mij vertelde: ‘Mama wordt niet beter’. Ik was vijftien toen mijn moeder overleed.

Mijn vader was een lieve man, maar geen prater. Bij ­Henny zocht ik troost en kon ik na school mijn ei kwijt. Bij haar was het veilig en mocht ik zijn wie ik was. Ze nam de rol van moeder op zich. Als zij er tussen mijn dertiende en twintigste niet was geweest, weet ik niet of ik het wel zo goed had gered. Ze voelde zich verantwoordelijk voor mij, terwijl ze zelf midden in het verdriet zat – dat besef ik achteraf.

Ik heb veel met haar meegemaakt. Ze kreeg in die tijd een miskraam en daarna nog één. Het baby’tje was zes maanden, ik heb het nog gezien. Gedurende haar derde zwangerschap moest ze uit voorzorg het bed houden, die keer is het wel goed gegaan. Uiteindelijk heeft ze drie kinderen gekregen. Toen de oudste nog in de box lag, maakte ik vaak bij haar mijn schoolwerk, want ze had migraineaanvallen en lag dan met een washandje op haar ogen in bed.”

Elke verjaardag kwam ze trouw

“Toen ik in Emmen ging wonen, kwam Henny vaak langs met de kindertjes. Ik trouwde en ben ­later met mijn man naar Culemborg verhuisd. Henny vond dat heel erg, voor haar in Drenthe was het alsof ik uit de wereld verdween. Maar ze kwam trouw elke verjaardag en toen ons eerste kindje doodgeboren werd was ze er nog dezelfde dag.

We belden drie, vier keer in de week en hadden dan weleens discussies over het geloof, het enige punt waarover we van ­mening verschilden. Ze was heel strak en hield zich vast aan de Bijbel, al in haar jeugd was ze ­ermee bezig. Mijn man en ik zaten in het onderwijs en hadden onder meer Marokkaanse en buitenkerkelijke leerlingen, maar voor haar bestond alleen de weg van Jezus.

Ik vond het vreemd dat ze daarin bleef hangen, ze was een intelligente vrouw. Ze was lid van de hervormde kerk maar ging soms naar de Pinksterkerk, later werd ze baptist. Toen ze ernstig ziek werd en met mij haar uitvaart besprak, zei ze dat ze geen dominee van haar Baptistenkerk wilde maar liever een dominee van de hervormde kerk. Dat gaf problemen, waarna ze de beslissing overliet aan haar man en kinderen.”

Diep nadenken over dingen

“Henny is maar 68 geworden. Ook tijdens haar ziekte bleef ze optimistisch als altijd. Zij was behoudender dan ik en heeft nooit haar vleugels uitgeslagen, maar ze had een heel brede interesse. In zekere zin lijken we op elkaar: zij kon diep nadenken over dingen, dat doe ik ook.

In een map van haar vond ik een uitgeknipte slagzin die ze mooi vond: Trouw is het geheugen van het hart. Mij spreekt ­zoiets ook aan.”

Wilt u ook worden geïnterviewd naar aanleiding van een voor u bijzondere foto? Mail: fotoalbum@trouw.nl

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden