Léonie (81) kreeg op late leeftijd, na het overlijden van haar man, een nieuwe relatie. Ze realiseerde opnieuw hoe belangrijk intimiteit en aanraking is. ‘We knuffelen nog bijna elke dag’.
‘Ik was 75 toen ik onverwacht opnieuw een relatie kreeg, met Kees, de man van een jeugdvriendin die twee jaar daarvoor overleden was. Na haar dood sprak ik weleens met hem af, dan bezochten we samen musea. Puur vriendschappelijk. Tot we besloten samen op vakantie te gaan: een georganiseerde busreis door Scandinavië. We kwamen terug als stel.
Bij het boeken van de reis hadden we er bewust voor gekozen om hotelkamers te delen. Dat was goedkoper en zou op onze leeftijd niet zoveel uitmaken, dacht ik, we lagen toch in twee aparte bedden. Maar op dag drie, in een prachtig hotel in de natuur, stond er een tweepersoonsbed voor ons klaar. We hebben er allebei niets van gezegd.
Die avond trokken we als magneten naar elkaar toe. Wat vond ik het heerlijk om weer op die manier aangeraakt te worden, ik verdween echt helemaal. Ik had die aanraking zo gemist.
Ik was vooral op de vlucht
Na de dood van mijn man, drie jaar daarvoor, was ik wat ontredderd achtergebleven. Wat nu? Dat gevoel. Ik had nooit gezegd: ik wil geen partner meer, maar ik was er die eerste jaren na zijn overlijden gewoon niet mee bezig. Ik was vooral op de vlucht: ik zocht heel veel mensen op en was bijna nooit thuis.
Zo had ik op een gegeven moment ook afgesproken met de vrouw van Kees, een goede jeugdvriendin van me, ik kende haar sinds de kweekschool. We zouden naar een tentoonstelling gaan van schilder Mark Rothko in Den Haag. Maar dat is er nooit van gekomen. Ze overleed twee maanden voor onze afspraak plotseling.
Hij was een beetje bang voor me
Toch is het een beetje dankzij haar en Rothko dat ik nu iets met Kees heb. Omdat die afspraak nog in mijn agenda stond, heb ik hem gebeld en gevraagd: vind je het leuk als ik die dag dan bij jou langskom? We hadden elkaar natuurlijk al vaak ontmoet, maar eigenlijk kende ik hem niet eens zo goed, ik was altijd druk met mijn vriendin. Hij vond mij ‘een dame’ en was zelfs altijd een beetje bang voor me, vertelde hij die dag.
We spraken daarna vaker af en mailden wat heen en weer. Ongemerkt verdiepte onze relatie zich. Toen ik schreef dat ik op reis wilde gaan, ik wilde graag op wandelvakantie, mailde hij: kunnen we dan niet samen wat gaan doen? Dat vond hij best brutaal van zichzelf. Ik heb er ook echt even over na moeten denken, maar dacht: prima. Al wist ik: Kees is geen goede loper. Dus werd het een busreis naar Scandinavië.
En zo stonden we daar opeens in die hotelkamer met dat tweepersoonsbed. De volgende morgen heb ik hem echt een beetje verlegen aangekeken. Niet uit schaamte, nee, ik was verbaasd. Op een foto die de reisleidster de dagen daarna van ons maakte, zie je ons echt stralen. Alsof we verliefd waren. Best bijzonder op je 75ste.
Een huis als een jeugdherberg
Na een jaar latten verkocht Kees zijn huis, hij woonde aan de andere kant van het land, om bij mij te komen wonen. Op Funda vond ik een geschikt huurhuis, met een slaapkamer en badkamer beneden. Kees vond het eerst maar een rare woning – ‘Het is net een jeugdherberg’, zei hij, omdat er veel deuren vlakbij elkaar zitten. Gelukkig heeft hij getekend.
We denken allebei dat onze vorige partners het er helemaal mee eens zouden zijn dat wij nu met elkaar verder zijn gegaan. Mijn man zou het denk ik al helemaal leuk vinden als hij wist dat het Kees zou zijn, omdat hij hem graag mocht, het zijn allebei van die maatschappijkritische types. Ja, ze lijken wel een beetje op elkaar.
Het samenwonen zelf gaat ook best organisch. De inrichting was geen enkel probleem: de antieke kast komt van hem, net als de Lundia-stellingen. De tafel en de rode bank zijn dan weer van mij. Onze leefritmes zijn wel wat anders. Hij vindt nog steeds dat ik het altijd veel te druk heb. Dat vind ik zelf niet, dus laat hij het me gewoon lekker druk hebben.
Aanraking is zo belangrijk
Ik sta altijd als eerste op. Als hij de kamer binnenkomt, laat hij me gewoon voelen dat hij heel blij met me is. Dan zit ik de krant te lezen en omhelst hij me. Die aanraking is zo belangrijk.
Ik ken ouderen die apart slapen omdat een van beiden snurkt. Nou, dat moet je dus niet doen. Ook met mijn eerste man ben ik altijd samen blijven slapen. Hij had een spierziekte en kon op een gegeven moment zijn arm niet meer om me heen doen. Door in één bed te liggen, waren we toch nog echt samen. Zo voelde dat.
Kees en ik zijn misschien niet meer de sterke magneten die we toen in Scandinavië waren, maar nog elke avond knuffelen we en soms vrijen we uitgebreid. En wij zijn heus niet de enigen. Al gaat het fysiek allemaal wel wat minder soepel. Maar dat idee dat oudere mensen het nooit meer doen, nou, dat klopt in elk geval niet.”
De namen in dit artikel zijn om privacyredenen gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de hoofdredactie.
Wilt u ook worden geïnterviewd voor de rubriek Nieuwe liefde? Stuur een mail naar: nieuweliefde@trouw.nl