null Beeld

EssayJacques Vriens

Hoe redden we de democratie? Volgens deze kinderboekenschrijver begint het op de basisschool

Met enige vrees ziet oud-onderwijzer en kinderboekenauteur Jacques Vriens hoe het populisme oprukt en de democratie onder druk zet. Maar zolang we kinderen opvoeden met vrijheid en tolerantie komt het goed. Hoe dat moet? Vriens heeft wel wat ideeën.

Jacques Vriens

Ik groeide op in de jaren vijftig van de vorige eeuw in het Brabantse Helmond en kreeg een gedegen Roomsche opvoeding. Thuis van mijn ouders en op de lagere school van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Ik ging iedere zondag naar de kerk, had grote eerbied voor meneer pastoor, biechtte regelmatig en ’s avonds voor het slapengaan deed ik een gebedje. Kortom: de regels waren helder. Als ik goed mijn best deed, kwam ik vanzelf in de hemel.

Bijna iedereen in Helmond was katholiek. Er woonden wel wat protestanten, maar met hen ging je niet om. Toen mijn poes was weggelopen en ik – als achtjarig jongetje – mijn kat na twee dagen terugvond in de tuin van het protestantse kerkje, vond ik dat heel erg. Ik rende naar huis en riep wanhopig tegen mijn moeder: “Mam, onze poes is protestant geworden”.

null Beeld

Jacques Vriens (1946, Den Bosch) stond 25 jaar voor de klas in het basisonderwijs, waarvan 19 jaar als ‘bovenmeester’, directeur met een eigen klas. In de jaren negentig maakte hij van zijn hobby, kinderboeken schrijven, zijn vak. Hij heeft zo’n honderd boeken op zijn naam, waaronder de Meester Jaap-serie, het verfilmde Achtstegroepers huilen niet en Groep acht aan de macht over het Democratiespel dat hij heeft bedacht.

Ik was tien toen mijn ouders gingen scheiden en meneer pastoor mijn moeder kwam vertellen dat zij als gescheiden vrouw nog wel in de kerk mocht komen, maar níet meer ter communie mocht gaan. Mijn moeder had meneer pastoor net een kopje koffie aangeboden. Na zijn mededeling dat ze niet meer het ouweltje van hem mocht ontvangen (‘Het lichaam van Christus’), trok zij het kopje onder zijn neus vandaan en sprak de, in onze familie, historische woorden: “Meneer pastoor, daar is het gat van de deur”.

Ik had wel te doen met meneer pastoor, maar het was ook het begin van iets anders. Het veilige gevoel dat religie met al haar geboden en verboden mij had gegeven, was in één klap weg. Ik begon zelf – zo goed en zo kwaad als dat gaat voor een jongetje van tien – na te denken over van alles en nog wat.

Ik kon het nog niet onder woorden brengen, maar op de een of andere manier wist ik dat de absolute waarheid niet bestond en ik durfde zelfs te denken: misschien hebben de protestanten en mijn poes ook wel gelijk.

Liefde voor geschiedenis

Op de middelbare school kreeg ik geschiedenisles van meneer Breukers, die fantastisch kon vertellen en mij de liefde voor geschiedenis bijbracht. Hij behandelde uitgebreid de Tweede Wereldoorlog. Tot dan dacht ik dat alle Duitsers rotzakken waren en vrijwel heel Nederland in het verzet zat.

Meneer Breukers vertelde over Die Weisse Rose, een verzetsgroep van Duitse studenten die het opnamen tegen de nazi’s en dat met de dood moesten bekopen. En ik kwam erachter dat er ook Nederlanders waren die met de Duitsers heulden. Er waren fanatiekelingen die Joden hebben verraden en opportunisten die niet veel kwaad aanrichtten, maar hun baantje wilden behouden.

Wat ik leerde van meneer Breukers is dat de wereld niet zwart of wit is. En dat vooroordelen altijd berusten op onwetendheid.

null Beeld

Breukers was een democraat in hart en nieren. En dankzij hem werd ik dat ook. Natuurlijk, onze democratie is er een van vallen en opstaan, ik ben het niet met alles eens, maar ik vind het een geruststellende gedachte dat in ons parlementaire stelsel compromissen altijd nodig blijven. Voor mij zijn goede politici mensen die elkaar proberen te vinden in wat hen verbindt. In de jaren zestig van de vorige eeuw zong cabaret Lurelei het al: ‘Alle menschen werden Brüder mits tot een gesprek bereid’.

Daarom is het zorgelijk dat het populisme, dat juist tégenstellingen gebruikt als wapen, toeneemt. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat een echte democratie daartegen kan. Minister Carel Polak van justitie zei het in 1968 in de Tweede Kamer zo: “De democratie is niet een staatsvorm voor bange mensen”. Maar we moeten er wel ons best voor blijven doen. En dat begint al in het basisonderwijs.

In 1941 schreef de Duitse psycholoog Erich Fromm zijn boek De angst voor vrijheid. Ik leerde het boek kennen toen ik voor schoolmeester studeerde. Fromm was Joods en vluchtte in 1934 naar Amerika. In zijn boek vraagt hij zich af hoe het kan dat mensen zich vrijwillig ondergeschikt maken aan een dictator. Waarom lopen mensen blindelings achter een leider aan? Waarom kiezen mensen een partij die zegt: jij hoort er wél bij, maar jij niét! Vragen die nog steeds actueel zijn.

Volgens Fromm willen mensen graag ergens bij horen. Een godsdienst, een club, een land, een partij, een omroep of op kleinere schaal de eigen familie. Het gevoel erbij te horen, kun je versterken door te roepen dat jouw club, religie, land of jouw partij de beste is. En dan is het nog maar een kleine stap om andere mensen als minderwaardig te beschouwen.

De autoritaire versus de democratische leerkracht

Saamhorigheid kan positief zijn: je speelt samen toneel, legt een buurtparkje aan of sport met elkaar. Maar ergens bij willen horen, kan volgens Erich Fromm ook voortkomen uit ‘de angst voor vrijheid’, de angst om zélf te moeten nadenken en zélf keuzes te maken. Je wilt dat iemand anders voor jou denkt en zegt wat goed en wat fout is. En wie er wel bij hoort en wie niet.

Door Fromm realiseerde ik mij (even heel zwart-wit, sorry meneer Breukers) dat er twee soorten leerkrachten zijn: de autoritaire en de democratische.

De autoritaire leerkracht (m/v) maakt de dienst uit, de kinderen passen zich aan en hoeven niet zelf na te denken. Vraag niet wat er onderhuids in zo’n klas gebeurt: pesterijen, discriminatie en kinderen die iedere dag met een steen in hun maag de klas binnenstappen.

Dit alles kan heel enge volwassenen voortbrengen die zich maar al te graag uitleven op hun ondergeschikten óf juist vervallen in passiviteit en maatschappelijke desinteresse (‘Ze doen maar, daar in Den Haag’). Kortom, het ideale publiek voor ‘nieuwe leiders’ met hun griezelige en intolerante ideeën, want ‘die zeggen tenminste waar het op staat’.

Kinderen leren ontdekken wat ze kunnen

De democratische leerkracht wil geen schijndiscipline. Bij hem krijgen kinderen de kans om te ontdekken wat ze wél kunnen. Deze leerkracht heeft oog voor de groepsprocessen en maakt die bespreekbaar. Hij laat kinderen zien waar het fout gaat en neemt daarover zelf een duidelijk standpunt in. Hij zorgt dat kinderen echt naar elkaar luisteren en van mening mogen verschillen.

Met de groep stelt juf of meester de regels vast en ziet erop toe dat iedereen zich daaraan houdt. En als er dingen niet goed lopen, dan wordt dat besproken. Gezamenlijke afspraken kunnen gaan over simpele zaken als: Wanneer mag je naar de wc? Wat betekent ‘stil werken’? Maar ook: Wat doen we als er iemand gepest wordt? En wat als je vindt dat de meester jou oneerlijk heeft behandeld?

Zo voed je kinderen op tot zelfstandig denkende wezens, zonder daarbij te vergeten dat – op zijn tijd – structuur nodig is.

null Beeld

Kinderen blijken heel goed in staat om afspraken te maken, zeker als ze zich ervan bewust zijn dat ze met elkaar verantwoordelijk zijn voor het wel en wee van de hele groep. Niet alle kinderen hoeven dikke maatjes te worden, maar ze kunnen er wel voor zorgen dat iedereen met plezier naar school komt. En dat kan al vanaf de kleutergroep. Kortom: een schoolklas is de wereld in het klein, waar je leert voor later.

Ik hoor sommige oud-collega’s al mopperen: ‘Moeten we dat ook nog!’

Wanneer de sfeer in je groep goed is en kinderen zich veilig voelen, wordt dat dubbel en dwars terugverdiend. Want er gaat niet of nauwelijks tijd verloren aan gedoe, ruzies, pesterijen of kinderen die uit de boot vallen. ­Kinderen weten zich gezien en zijn daadwerkelijk bezig met leren voor nu en later.

Over de schutting kijken

Naast deze sociaal-emotionele vorming is het belangrijk dat kinderen over de schutting kijken. Toen ik begon in het onderwijs kwam wereldoriëntatie in de mode. Geen aparte zaakvakken meer, maar alles in onderlinge samenhang. En dat is nu ook de trend.

In mijn tijd werden het leuke lessen, maar het overzicht raakten de kinderen volledig kwijt. Voor hen liep alles door elkaar: de middeleeuwen waren vijftig jaar geleden en Anne Frank zat ondergedoken op de Veluwe.

null Beeld

Ik besloot op een dag om weer ouderwets geschiedenis te geven, vooral door verhalen te vertellen, net als meneer Breukers, en mijn leerlingen zo de mooie, maar ook de zwarte kanten van ons verleden te laten zien. Ook aardrijkskunde en biologie gaf ik weer apart. En dat in heldere overzichtelijk structuren om kinderen zo greep te laten krijgen op tijd en ruimte, waarbij ik regelmatig zaken relativeerde. Ook ik heb de wijsheid niet in pacht.

Maar ik wilde ook de onderlinge samenhang laten zien. Daarom organiseerden we met de hele school regelmatig een themaweek waarin we zoveel mogelijk vakken met elkaar verbonden in thema’s als anders zijn, ons milieu, wonen, of arm en rijk. Maar ook sprookjes, theater of Rembrandt.

Vanaf groep vijf hielden we wekelijks een nieuwskring. Twee kinderen bereidden die voor. Ze knipten stukjes uit de krant en bekeken het Jeugdjournaal. Alles mocht: van oorlogen, hongersnood in een Afrikaans land, homo’s die in elkaar waren geslagen tot een weg­gelopen poes.

Na de bespreking ontstonden in de kring discussies over allerlei zaken en zo leerden kinderen dat je op verschillende manieren naar het nieuws kunt kijken. Het fluisterspel was ook heel leerzaam. Hoe goed kun je luisteren? In de kring fluisterden we een korte boodschap door. Bij de laatste leerling was ‘Een Belg heeft een konijn gestolen uit onze tuin en deed daarna van vreugde een dansje’ veranderd in ‘Een dansend konijn deed een plasje in onze tuin’.

De Nietsdoen- en De Disco-partij

Democratie vraagt ook om goede lezers. Zeker in deze tijd waarin ongenuanceerde berichtgeving en botte kort-door-de-bochtreacties via sociale media de overhand krijgen. Door veel te lezen en zelf teksten te schrijven, leren kinderen de nuance van de taal kennen én die te gebruiken. Waarbij basisvaardigheden als spelling en leesbaar kunnen schrijven heel handig zijn.

Toen ik wilde uitleggen hoe ons parlementaire stelsel werkte, viel mijn klas na vijf minuten in slaap en besloot ik het anders aan te pakken: “Jullie mogen zelf twee dagen regeren. Ik trek me terug in een hoekje, maar we gaan het wel democratisch aanpakken.”

Ze mochten partijen oprichten met een programma voor de twee dagen. Er kwam een MSP, Meer Sport Partij, een MMMM, Meer Macht met Meiden, De Nietsdoenpartij en De Disco-partij. Er barstte een felle verkiezingsstrijd los met flyers, toespraken, posters en snoep. Geen enkele partij had de meerderheid, dus kwam er dankzij een informateur (de meester) een coalitie. Er werden drie ministers aangewezen die een gevarieerd programma samenstelden.

Burgerschap haal je niet alleen uit een boek

Na elke halve dag legden de ministers verantwoording af aan de Tweede Kamer. Ik kwam uit mijn hoekje en nam de rol van Kamervoorzitter op me. Het ging er soms heftig aan toe met moties van wantrouwen en ministers die naar huis werden gestuurd, omdat de minister van sport bij slagbal kinderen had voorgetrokken of bij de disco de muziek slecht was.

Ik heb dit Democratiespel regelmatig gespeeld en ik hoor vaak terug van oud-leerlingen dat ze eraan moeten denken als er echte verkiezingen zijn. En het werd de inspiratiebron voor mijn boek Groep acht aan de macht.

Scholen zijn nu verplicht om burgerschapsonderwijs te geven. Uitgevers brengen hiervoor methodes op de markt, maar burgerschap haal je niet alleen uit een boek, je leert het in de praktijk van alledag. Geef kinderen de kans om op te groeien tot volwassenen die de vrijheid echt aankunnen, die elkaar waarderen om hun talenten, of je nou automonteur of arts wilt worden, die zelf ­nadenken en tolerantie als vanzelfsprekend beschouwen.

Heeft de jeugd de toekomst? Reacties (max. 150 woorden) zijn welkom via tijdgeestreacties@trouw.nl. Graag naam en woonplaats vermelden.

Lees ook:

Even de democratie op pauze om een crisis op te lossen? Dat is voor een grote groep jongeren geen probleem

Ruim 30 procent van de achttienplussers is bij complexe problemen bereid op de pauzeknop van de democratie te drukken, blijkt uit onderzoek. Grondrechten en tegenspraak kunnen dan best worden genegeerd.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden