null Beeld Tjarko van der Pol
Beeld Tjarko van der Pol

BoekrecensiesRoman

Hoe de latere president Richard von Weizsäcker zijn nazivader verdedigde in Neurenberg

In het fascinerende De verdediging van Fridolin Schley is steeds de vraag: hoe goed kent zoon Richard von Weizsäcker zijn vader Ernst?

Wim Boevink

Historische figuren in een roman, je kunt er een nieuwe blik op de geschiedenis mee creëren. Het was een foto die De verdediging op gang bracht, schrijft Fridolin Schley in een korte toelichting achterin zijn fascinerende roman. De foto is van 1949 en genomen in de rechtszaal in Neurenberg. Hij toont een aangeklaagde met een lid van zijn verdedigingsteam.

De aangeklaagde is Ernst von Weizsäcker, voormalig staatssecretaris van buitenlandse ­zaken onder Adolf Hitler, de ander is zijn zoon Richard, aankomend jurist. Een zoon die helpt zijn vader te verdedigen.

Richard von Weizsäcker zal later president van de Bondsrepubliek Duitsland worden en op de achtste mei van 1985, veertig jaar na de Duitse capitulatie zeggen: ‘Laten we op deze achtste mei de waarheid zo goed we kunnen onder ogen zien’. Een beroemde rede was dat. Von Weizsäcker noemde de Duitse nederlaag een bevrijding. Maar wat is die waarheid geweest, bij het tribunaal van Amerikaanse rechters waar vader Ernst ­terechtstond wegens misdaden tegen de menselijkheid?

De veelkantige waarheid tegen het licht

Fridolin Schley, geboren in 1976, was door de foto zo geïntrigeerd dat hij de geschiedenis opnieuw wilde onderzoeken, zoals iedere generatie het verleden op haar eigen wijze weegt. De vader was lid van een nationaalsocialistisch kabinet en erelid van de SS, de zoon was een officier in de Wehrmacht die Hitler verachtte.

De foto, schrijft Schley, was een literair geschenk. De Von Weizsäckers waren een iconische Duitse familie. Hoe was die verhouding tussen vader en zoon binnen deze, toch hoog in aanzien staande familie, cultureel ontwikkeld en vol burgerzin?

‘Roman’ staat op het omslag te lezen, maar wel een roman met achterin twaalf (!) pagina’s literatuurverwijzingen. De verdediging is geschreven op de huid van de historische gebeurtenissen, de blik is nu eens die van de zoon, dan weer die van de auteur, terwijl de vader de lezer bereikt via procesdocumenten, herinneringen, citaten uit memoires en verklaringen voor de rechter. De roman maakt die perspectiefwisselingen mogelijk en houdt de veelkantige waarheid tegen het licht.

Nooit een teder gebaar

De gekozen lijn van Weizsäckers team van advocaten is dat de man niet beoordeeld moet worden op zijn ambtelijke positie en zijn handtekeningen onder – belastende – documenten, maar op zijn persoon die dacht binnen een misdadig regime iets bij te kunnen sturen. Maar de onderliggende vraag in de roman is: waar wordt weten niet-weten? En: hoe goed kent de zoon de vader?

Al heel in het begin wordt iets van die verhouding geschetst. Kindertijd, zomervakantie, een roeiboot op een meer in Tirol. De vader die zijn kind dwingt het water in te gaan ofschoon het niet zwemmen kan. Pruisische dwang (maar zonder te slaan) en afstandelijkheid (ook nooit een teder gebaar).

De vader maakt carrière: eerst wordt hij officier in de keizerlijke marine, op de valreep wordt hij in de adelstand verheven. Na de Eerste Wereldoorlog treedt hij in dienst bij het ministerie van buitenlandse zaken. Hij ziet toe hoe de geallieerden de prille Duitse republiek vernederen. Hij werkt op het consulaat in Basel, Zwitserland, wordt gezant in Oslo. Schrijft in zijn memoires met afkeer over zwakke Duitse politici. In 1938 wordt hij lid van de NSDAP, twee dagen later aangesteld als staatssecretaris van buitenlandse zaken onder Von Ribbentrop. Hij zet handtekeningen; een ervan staat onder een antwoord op een vraag van Adolf Eichmann namens de SS.

Heroïsche tragiek, geen schuld

In maart 1942 krijgt hij de vraag of er bij Buitenlandse Zaken bedenkingen bestaan tegen de deportatie van zesduizend Franse en stateloze Joden naar Auschwitz. Nee, schrijft Von Weizsäcker, wel verandert hij het woord ‘beden­kingen’ in ‘geen bezwaar’. En bij die zesduizend mensen moet het gaan om ‘door de politie nader aangeduide Joden’. Een signaal van verborgen protest, voert de verdediging aan.

Een spel van woorden, daarom draait het in het proces en ook in de roman, regelrechte vondsten soms. In de formulering van zijn hoofdverdediger Hellmut Becker: ‘Weizs­äcker heeft een grote stille strijd gestreden tegen een buitengewone overmacht en in een nederlaag ligt heroïsche tragiek besloten en geen schuld’. In het hoofd van de zoon komt een nieuw begrip: dat van de ‘misverstane humaniteit’. De vader was geen dader, hij bracht een offer door het vaderland te blijven dienen en niet de politiek.

Dat woordenspel leidde tot een opeenvolging van uitspraken die de vader steeds verder in het nauw drijven. Een passage: ‘Van die afschuwelijke zaken wist ik niets, er werd alleen over gefluisterd. Dat veranderde in: In het algemeen werden die kwesties niet aan mij voorgelegd. Dat veranderde in: Ik zou zeker niet hebben meegewerkt aan het transport van die zesduizend mensen als ik op de hoogte was geweest van de verschrikkingen die hun konden overkomen. Dat veranderde in: Ik heb de dingen op hun beloop gelaten omdat ze niet onder mijn bevoegdheid vielen.’

Vergeefs tastend naar meer nabijheid

Ergens langs die lijnen ontwikkelt zich de roman, die nog is aangevuld met fantastische schetsen van historische bijfiguren als de eerder genoemde Becker en ook Robert Kempner, de openbare aanklager.

Uiteindelijk zal de aangeklaagde een milde straf krijgen: zeven jaar cel. Daarvan zit hij nog geen jaar uit, als de Amerikanen hem amnestie verlenen. Ernst von Weizsäcker overlijdt in 1951. De zoon, vergeefs tastend naar meer nabijheid, zal altijd in diens onschuld blijven geloven.

En de auteur, Fridolin Schley? Die schrijft aan het eind over de vader heel subtiel: ‘In de laatste maanden van zijn leven hield hij nog lezingen over de geschiedenis van de vredesdiplomatie, schreef een toneeldialoog ­tussen Bismarck en Frederik de Grote en voor zijn kleinkinderen een paar sprookjes’.

null Beeld

Fridolin Schley
De verdediging (Die Verteidigung)
Uit het Duits vertaald door Anne Folkertsma en Marianne van Reenen.
Wereldbibliotheek; 272 blz. € 24,99

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden