Nieuwe liefdeHet verhaal van Jasmijn
Haar vriend is heel wat jaartjes ouder, toch valt het best mee met die generatiekloof
Tijdgeest verkent het wel en wee van de liefde: hoe het hart soms nieuwe wegen inslaat. De vriend van Jasmijn (26) is zeventien jaar ouder. ‘Er zijn vast mensen die denken dat we vader en dochter zijn, maar dat boeit me niet’.
‘Ik ontmoette hem in de kroeg en belandde die avond bij hem in bed. We waren aan de praat geraakt, en alles ging daarna haast als vanzelf. Ik dacht heus niet meteen: nu heb ik de man van mijn leven gevonden. Ik dacht vooral: wat een knappe man. Hij heeft blauwe ogen, donker haar, hij is breed en lang.
Ik bleef meteen drie dagen. Ook dat ging heel natuurlijk. Als ik eerder weleens met iemand in bed belandde, was er de volgende ochtend al snel een moment dat ik weg wilde. Bij hem dacht ik steeds: het is leuker met jou dan in m’n eentje, dus waarom zou ik weggaan? We deden niets bijzonders, we aten wat, liepen door de stad, keken een film. Het was gewoon goed.”
“Voor mijn generatie is het normaal dat je bij het daten verschillende fases doormaakt: je hebt een ‘scharrel’ als je regelmatig met iemand slaapt, je hebt een ‘kwarrel’ als je met die persoon daarnaast ook leuke dingen doet, zoals lunchen. Daarna komt de ‘prela’: we willen allebei waarschijnlijk wel een relatie met elkaar, maar die hebben we nog niet. En pas daarna komt de rela-fase: een echte relatie. Meestal verschillen de jongen en het meisje van mening over in welke fase ze zich met elkaar bevinden – heel ingewikkeld.
Hij deed niet aan die ongein, hij zei de tweede keer dat we elkaar zagen: ‘We hebben nu met elkaar geslapen, het is heel leuk, dus ik beschouw jou als mijn vriendinnetje’. Dat was een schok voor mij, de meeste jongens doen eerst heel lang heel moeilijk voordat ze durven toe te geven dat ze je vriendje willen zijn.”
Ik dacht dat hij hooguit 30 was
“Toen we ongeveer twee weken samen waren, vertelde hij dat hij bijna jarig was: 41 bleek hij te worden. ‘Wát?’, zei ik. Ik was 22 en dacht dat hij hooguit 30 was. Hij ziet er jeugdig uit. Ik schrok heel erg, maar inmiddels was ik al heel erg verliefd. Wat is nou eigenlijk het probleem, dacht ik.
Het beeld in mijn hoofd bij een man van 40 is dat-ie kinderen heeft en een vrouw of ex-vrouw. Maar dat was bij hem niet aan de orde. Hij was nooit getrouwd geweest en juist weer opnieuw gaan studeren. Eigenlijk leken onze levens best wel veel op elkaar, ik studeerde ook. Ik concludeerde dat die leeftijden helemaal niet uitmaakten.
Ik zie weleens dat anderen naar ons kijken als we bijvoorbeeld samen op een terras zitten. Er zullen zeker mensen zijn die er wat van vinden, of die denken dat we vader en dochter zijn. Dat boeit me totaal niet.”
Aan sommige dingen is hij gewoon niet gewend
“Op sommige gebieden merk ik wel een generatiekloof. Ik ben, net als veel andere twintigers, erg bezig met thema’s als diversiteit. Natuurlijk wil mijn vriend ook iedereen met respect behandelen, maar aan sommige dingen is hij gewoon niet gewend. Het concept van non-binair zijn, daar kan hij bijvoorbeeld met zijn geest niet bij. Ik ken mensen uit de queercommunity, ik lees er veel over op Instagram. Maar de enige informatie die hij heeft is een item op NOS over de discussie over genderneutrale wc’s. Hij kent niet de persoonlijke verhalen van mensen die hier zelf ervaring mee hebben en kijkt er daardoor anders tegenaan.
Ik merk dat mijn blik erg wordt gekleurd door alles wat ik consumeer op social media, ik vind het soms lastig om al die kennis aan hem over te brengen. Dan denk ik: jeetje, begrijp dat nou eens.
Andersom heeft hij veel geschiedeniskennis waarvan hij vindt dat ik die ook zou moeten hebben. Hij noemt het algemene kennis, maar ik vind het niet belangrijk om uit mijn hoofd te weten wie de 32ste president van de VS was – dat zoek ik zo op.”
Ander perspectief
“Echte problemen levert die generatiekloof niet op. Ik vind het meestal juist verrijkend om via hem een ander perspectief te krijgen. Hij roept trouwens altijd dat ik de slimste ben van ons twee, en de knapste en de grappigste. Soms zit ik gewoon te werken, en zegt hij ineens: ‘Ah, je bent zo lief’.
Ik heb geen vergelijkingsmateriaal, maar samenwonen met hem is gewoon heel erg fijn, en het gaat ons zo makkelijk af. Het enige waar ik soms wel verdrietig van word, is dat ik vanwege het leeftijdsverschil vrij zeker weet dat hij eerder overlijdt dan ik. Daar probeer ik maar niet te veel over na te denken.”
Wilt u ook worden geïnterviewd over een nieuwe (vorm van) liefde? Mail naar nieuweliefde@trouw.nl