Eerder met pensioenTips en stappen
Doorwerken tot je 67ste? Eerder stoppen kan ook, maar hoe dan?
Vroegpensioen bestaat al jaren niet meer: wie werkt, moet door tot minstens zijn 67ste. Maar wat als je toch eerder wilt stoppen? Kan dat? En hoe pak je dat aan?
Doorwerken na je zestigste? Zeker, ook twintig jaar geleden waren er mensen die dat deden. Maar in die tijd had de meerderheid van werkend Nederland zijn afscheidsreceptie dan al achter de rug en genoot van zijn vrijheid. Vervroegd uittreden, zoals dat heette, was de norm. Daar hadden werkgevers en werknemers fijne regelingen voor opgetuigd, waar de overheid haar goedkeuring aan hechtte door ze niet te zwaar te belasten.
Franse toestanden zijn er hier nooit geweest; in dat land gaat van alles in vlammen op sinds president Macron aankondigde dat de pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar gaat en het protest houdt niet op, ook al heeft Macron die verhoging al per decreet doorgevoerd. Maar in 2004 had Nederland wel zijn eigen Hete Herfst, toen de vakbonden 300.000 mensen op de been brachten die protesteerden tegen de afschaffing van de Vut, zoals vervroegd uittreden heette. ‘Nederland verdient beter!’, was de leus.
Dat die Vut er ooit kwam, is zo gek niet. In de jaren zeventig en tachtig was de werkloosheid hoog en de gedachte was: geef de ouderen een mooie overbrugging tot hun 65ste, als hun AOW ingaat, dan kunnen hun banen naar jongere werknemers.
In de jaren nul gold die logica niet meer. De economie draaide goed, er was geen dramatisch hoge werkloosheid meer. En belangrijker nog: over een paar jaar zou de massale uittocht van babyboomers beginnen, die grote na-oorlogse generatie, en er stonden geen cohorten jongeren klaar om hen te vervangen. Op niet al te lange termijn zou iedereen recht van lijf en leden nodig zijn om alle vacatures te vervullen. Dus sneuvelde de Vut.
In de jaren tien sneuvelde ook de AOW-leeftijd van 65 jaar. Nederlanders worden ouder en ouder en krijgen dus veel langer pensioen dan waar eerder rekening mee was gehouden. Dat liep nogal in de papieren. Dus stijgt de AOW-leeftijd nu. Hoe snel, dat hangt af van hoe snel de gemiddelde levensverwachting stijgt. Het goede nieuws voor wie stilletjes droomt van zijn pensioen: die levensverwachting gaat niet zo hard meer omhoog.
De AOW-leeftijd staat nu op 66 jaar en tien maanden, volgend jaar gaat-ie naar 67 jaar en daar blijft-ie de komende paar jaar staan.
Nog meer goed nieuws voor stille pensioendromers: er zijn nog altijd wel manieren om eerder te stoppen met werken. Welke dan? Dat zetten we hierna op een rijtje. Disclaimer: ze zullen niet voor iedereen zijn weggelegd en de tips zijn bedoeld voor mensen die voornamelijk in loondienst werken. Voor ondernemers geldt: die moeten hun pensioen zelf regelen.
Wat zijn je wensen?
Hoe eerder je nadenkt over wat je wilt rond je pensioen, zegt Michael Visser, pensioenspecialist bij het Nibud, hoe groter de kans dat je je wensen waar kunt maken. De keuzes zijn legio. Hoeveel jaar eerder wil je stoppen? Stop je volledig, of werk je parttime door? Stop jij alleen of wil je eventuele partner ook eerder ophouden met werken? Om maar wat te noemen.
Een beeld vormen van wat je wilt is handig voor jezelf, maar het is ook goed omdat de keuzes die je maakt financiële gevolgen hebben. Ze bepalen hoeveel belasting je betaalt, of je in aanmerking komt voor huur- of zorgtoeslag, of je pensioenopbouw doorloopt of niet.
Op de site van het Nibud en bij je eigen pensioenfonds of -verzekeraar vind je rekentools die inzicht geven in de gevolgen van keuzes, interessant voor pensioen-geïnteresseerden van alle leeftijden. Bij Nibud vind je ook Geldplan Bijna pensioen. Dat is een wegwijzer, zegt Visser, die werknemers vanaf 55 jaar stapsgewijs laat zien waar ze rekening mee moeten houden, met welke partijen ze te maken krijgen en wat ze moeten checken.
Hoe sta je ervoor?
Heb je een huur- of een koophuis? Heb je een hypotheek? Heb je nog andere schulden of heb je juist vermogen? Het heeft allemaal invloed op je mogelijkheden om eerder te stoppen met werken. Breng je situatie in beeld voor je berekent of je het gat tussen je gewenste en je officiële pensioendatum kunt dichten en zo ja, hoe dan.
En bezoek mijnpensioenoverzicht.nl. Daar staan al je pensioenen op een rij, ook die van dat weekendbaantje dat je allang vergeten was, en je AOW. Je vindt er de bedragen die je tot nu toe werkelijk hebt opgebouwd, en ook een schatting van wat je pensioen zal zijn, als je situatie niet meer verandert tot je pensioengerechtigde leeftijd.
De meeste pensioenen gaan in rond je 67ste, maar als je hebt gespaard in oudere pensioenregelingen, kan het zijn dat die al op je 60ste of 65ste beginnen. Met die ingangsdatum kun je spelen: schuif hem naar achteren en je zult maandelijks een hoger bedrag ontvangen. Laat die vroege ingangsdatum staan en je kunt dit pensioen gebruiken om eerder te stoppen.
Let wel, mijnpensioenoverzicht.nl is niet bedoeld om inzicht te geven of je eerder met pensioen kunt. Maar, zegt Lisa Brüggen, directeur van Netspar, het kennisnetwerk voor pensioen en oudedagsvoorzieningen, iedereen zou er van jongs af aan eens per jaar op moeten inloggen. Vind je je pensioen te laag, dan kun je overwegen om meer te gaan werken of om meer pensioenpremie in te leggen, zegt Brüggen. Dat laatste kan alleen als het in je cao is afgesproken. Je kunt dan bijvoorbeeld vakantie-uren inruilen voor een hoger pensioen.
Heb je een goed pensioen na je 67ste? Dan doet het minder pijn als je een deel ervan al voor die tijd wilt laten uitkeren om zo eerder te kunnen stoppen. Overigens kun je je pensioen niet altijd naar voren halen. Daarover later meer.
Wat gebeurt er met je uitgaven?
Om rekening mee te houden: wie eerder stopt met werken, krijgt een ander leven en daarmee een ander uitgavenpatroon, zegt Michael Visser van het Nibud. “Mensen die meer vrije tijd hebben, geven vaak meer uit. Dagtrips, vakanties en net iets vaker een terrasje pakken, dat maakt het leven duurder.”
Ook binnenshuis kunnen de kosten oplopen. Je bent meer thuis, zet vaker koffie, stookt meer en dat zie je terug op de gas- en stroomrekening. De auto van de zaak is weg, als je die had, je neemt nog eens een tijdschrift- of sportabonnement.
Visser: “Onderzoek naar het bestedingspatroon van gepensioneerden laat zien dat net-gepensioneerden meer vrijetijdsuitgaven doen dan jongere leeftijdsgroepen. Vanaf zeventig jaar nemen die uitgaven weer af, al nemen de zorgkosten juist toe naarmate men ouder wordt.”
Heb je genoeg om van te leven?
Dat is misschien wel de belangrijkste vraag. Een veelgebruikte maatstaf voor een aanvaardbaar pensioen is dat de inkomsten samen 70 procent van het laatstverdiende bruto loon bedragen. Maar is je inkomen lager, dan is er niet per se een man overboord. Of het voor jou genoeg is, hangt af van je levensstandaard. En als je inkomen daalt, heb je wellicht recht op huur- of zorgtoeslag, wat de teruggang in inkomen kan verzachten. Het is het uitzoeken waard.
Lisa Brüggen van Netspar: “In de online tools van de meeste pensioenfondsen kunnen mensen hun verwachte inkomen afzetten tegen hun verwachte uitgaven”.
Die uitgaven zijn veelal gebaseerd op cijfers van het Nibud, het zijn dus gemiddelden, maar je kunt ze vaak aanpassen aan je persoonlijke situatie.
Kun/wil je nog steeds stoppen?
Heb je je situatie in beeld – wat wil je, hoe sta je ervoor, wat zullen je uitgaven zijn – stel je dan nogmaals de vraag: kan het uit? Heb je geen vet op het bot, dan moet je je droom misschien laten varen. Michael Visser van het Nibud: “Eerder stoppen is beslist niet voor iedereen weggelegd. Mensen die weinig of geen aanvullend pensioen hebben, kunnen niet makkelijk eerder stoppen, en niet iedereen heeft de financiële mogelijkheden om ervoor te sparen.”
Neem in je overweging ook niet-financiële bespiegelingen mee, adviseert Lisa Brüggen van Netspar: “Niet meer werken betekent ook minder sociale interactie. En werk zorgt voor zingeving.” Daar moet je zonder kunnen.
Sparen of beleggen
Zijn de antwoorden op ‘kun je?’ en ‘wil je?’ positief, dan is daar de vraag: hoe ga je het dan doen? Een van de mogelijkheden om eerder te stoppen is om via sparen of beleggen wat extra opzij te zetten. Belangrijk is wel dat je daar tijdig mee begint.
Banken en verzekeraars bieden speciale ‘pensioenproducten’ aan, waarmee je via lijfrente of banksparen geld voor je oude dag opzij zet. Je spaart dan belastingvriendelijk – de premie kun je aftrekken – maar voorwaarde is wel dat het geld tot de uitkeringsdatum op je rekening blijft staan. Je kunt er niet bij, dus doe het alleen als je je inleg voor lange tijd kunt missen.
Je kunt ook een potje bij elkaar sparen of beleggen via een gewone spaar- of beleggingsproducten. Daar kun je wel bij, dus het vergt wellicht meer discipline, en deze rekeningen tellen mee voor je box-3-inkomen, dus misschien moet je er belasting over betalen. En meer in het algemeen geldt: staar je niet blind op de bruto-bedragen op je rekening, houd er rekening mee dat je op het moment van uitkeren nog belasting moet betalen, ook over de speciale pensioenproducten.
Over die belasting gesproken: als je meerdere potjes hebt, kun je op één ervan loonheffingskorting krijgen, waardoor je minder belasting betaalt. Is die korting per abuis toegepast bij meerdere potjes, dan krijg je een naheffing. Houd dat dus goed in de gaten.
Je pensioen naar voren halen
Je pensioen eerder laten ingaan klinkt aantrekkelijk, maar er is maar één deel waar je, wellicht, mee kunt schuiven: het aanvullend pensioen dat je opbouwt via je werkgever. Aan de AOW valt niet te tornen, zegt Michael Visser van het Nibud: “Je geboortedatum bepaalt wanneer de AOW ingaat.” De AOW-leeftijd ligt nu op 66 jaar en 10 maanden en stijgt volgend jaar naar 67 jaar. Op de site van de Sociale Verzekeringsbank kun je checken wanneer jij AOW krijgt.
Met je aanvullend pensioen kun je vaak wel spelen, zegt Visser. Kijk op de site van je pensioenfonds of -verzekeraar of dat voor jou tot de mogelijkheden behoort. Heb je bij meerdere fondsen pensioen opgebouwd, dan moet je meerdere sites af.
Visser: “Ieder jaar dat je je pensioen eerder laat ingaan, kost je als vuistregel zo’n 6 tot 8 procent op je jaarlijkse pensioenuitkering.” Voor de duidelijkheid: die korting geldt dus zolang je leeft en pensioen ontvangt. Immers, je stopt eerder met werken en legt dus minder premie in én het pensioenbedrag dat voor jou beschikbaar is wordt over meer jaren uitgesmeerd.
Pensioen dat je naar voren haalt, kun je nu alleen nog maandelijks laten uitkeren. Er is regelgeving in de maak die het mogelijk maakt om een groter bedrag ineens op te nemen, maximaal 10 procent van het pensioen dat je hebt opgebouwd. De verwachting is dat de nieuwe regels op 1 januari 2024 ingaan. Let wel: ook over die uitkering moet je belasting betalen.
Je huis en/of hypotheek
“Of je nu huurder of huizenbezitters bent, het is raadzaam om na te gaan welke woonlasten je kunt verwachten na je pensionering”, zegt Michael Visser van het Nibud. Heb je een hypotheek? Check dan of je nog recht hebt op hypotheekrenteaftrek na je beoogde pensioendatum. Dat recht geldt voor maximaal dertig jaar. Als het jouwe verlopen is, houd dan rekening met hogere maandlasten. En minstens even belangrijk: check wanneer je rentevaste periode afloopt. Is hypotheekrente gestegen sinds jij ’m vastzette, dan kijk je ook tegen hogere lasten aan.
Heb je overwaarde op je huis, dan kun je die wellicht inzetten om je pensioengat te dichten, zegt Lisa Brüggen van Netspar. Zo kun je bij je bank informeren naar een omkeerhypotheek, die ook wel verzilverhypotheek of opeethypotheek wordt genoemd. In plaats van dat je maandelijks aflost op je hypotheek, verhoog je die juist. Die verhoging keert de bank aan je uit, in een keer of per maand, daar kun je afspraken over maken. Voordeel is dat je in je huis kunt blijven wonen en wat extra te besteden hebt. Nadeel is dat je hypotheekschuld oploopt. Dit soort hypotheken kun je vanaf je zestigste afsluiten.
Je kunt er ook naar streven om je hypotheek te hebben afgelost op het moment dat je met pensioen wilt, en zo je maandlasten verlagen. En, zegt Visser, ook verhuizen naar een goedkoper huis is een optie.
Regelingen via je werkgever
Ze zijn er in verschillende trappetjes, zoals 60-80-100 of 80-90-100: regelingen waarbij een oudere werknemer 60 of 80 procent werkt, 80 of 90 procent van zijn loon verdient en 100 procent pensioen opbouwt. Generatieregelingen worden ze genoemd en in je cao staat of en wanneer je ervoor in aanmerking komt. Geen oplossing voor wie er echt eerder uit wil, wel voor wie langzaam afscheid wil nemen. Vooral die 100 procent pensioenopbouw is gunstig, omdat je wel minder werkt, maar niet op je pensioen inlevert.
Een bijzondere categorie vormen mensen met zware beroepen. Dat kan zijn fysiek zwaar, maar ook mensen met werk dat veel stress veroorzaakt vallen eronder. Als je tot die categorie behoort en je werkgever heeft er een Regeling Vervroegd Uittreden voor opgetuigd, dan kom je ervoor in aanmerking vanaf drie jaar voor je AOW-datum. Het bedrag ligt ligt meestal zo rond de hoogte van de AOW-uitkering.
Een vrij nieuwe mogelijkheid is verlofsparen, zo nieuw dat-ie nog niet in veel cao’s staat. Biedt je werkgever het wel aan, dan kun je maximaal honderd weken sparen en die kun je gebruiken om honderd weken, dat is een kleine twee jaar, eerder te stoppen.
Raadpleeg een pensioenadviseur
Hoewel de meeste mensen een heel eind komen op de websites van pensioenfondsen en andere digitale hulpjes, kan het raadzaam zijn de hulp van een pensioenadviseur in te roepen, zegt Lisa Brüggen van Netspar, die ook hoogleraar financiële dienstverlening is aan de Universiteit Maastricht. Pensioendeelnemers overschatten nogal eens hoe goed ze de gevolgen van hun pensioenkeuzes overzien, blijkt uit eigen onderzoek, zegt ze. Ja, een pensioenadviseur kost iets, “maar je roept ook hulp in als je een hypotheek afsluit”.
Visser is iets voorzichtiger: “Het is verstandig om een deskundige te laten meekijken, zeker in wat ingewikkeldere situaties. Maar mensen met weinig financiële armslag kunnen zo’n adviseur niet altijd betalen. Kom je er zelf niet uit? Dan zijn er ook andere loketten: klop aan bij je werkgever of je pensioenuitvoerder.”
Wat je in ieder geval niet moet doen: klakkeloos aannemen wat je hoort op verjaardagsfeestjes. Brüggen: “Kennissen en vrienden zijn niet altijd de beste adviseurs. Hun situatie kan wezenlijk anders zijn, of ze overschatten hun kennis. Dus wees kritisch.”